VP’s Analyse: Polyvalentie en ervaring Tau kunnen Anderlecht-jeugd vooruit helpen
RSC Anderlecht zou in verregaande onderhandelingen zitten om Percy Tau naar het Lotto Park te loodsen. Een zet die vriend en vijand verrast, niet alleen vanwege zijn recente verleden bij Club Brugge, maar ook omdat paars-wit deze zomer een andere weg ingeslagen leek. Gedaan met dure transfers, de eigen jeugd komt vanaf nu op de eerste plaats. Past Tau wel binnen die nieuwe Anderlecht-visie? VoetbalPrimeur.be analyseert zijn mogelijke meerwaarde voor de Brusselaars.
Na een sterk seizoen bij Union Saint-Gilloise klopte Club Brugge afgelopen zomer aan bij Brighton & Hove Albion, de moederclub van Tau. De West-Vlamingen zagen in de Zuid-Afrikaan de ideale kandidaat om de concurrentiestrijd in de voorhoede te verscherpen. Die gedachte werd haast meteen na zijn beklonken uitleenperiode bevestigd. Tau schoot namelijk als een speer uit de startblokken tijdens het seizoensbegin. Midden augustus stond zijn teller al op twee treffers en tot begin oktober zou hij een vaste waarde blijven in het basiselftal. Daarna verdween de linkspoot echter steeds verder uit beeld, mede vanwege een blessure.
Na Nieuwjaar kreeg Tau nauwelijks nog speelminuten, in amper twee duels mocht hij opdraven. Philippe Clement zag duidelijk te veel tekortkomingen in het spel van de huurling. Uiteindelijk hakte Club dan ook de verwachte knoop door: het zou bij Brighton niet aandringen op een verlengd verblijf, laat staan op een definitieve transfer. Bijgevolg rijst als uitgangspunt de vraag of Anderlecht er wel goed aan doet om Tau aan te trekken. Als de ambitie is om op termijn, hoe kort of lang die ook mag zijn, Club Brugge bij te benen, heeft het dan zin om te investeren in een jongen die daar min of meer werd doorgestuurd? Om een antwoord te bieden, richten we ons eerst tot de spelstijl van Tau en kijken we vervolgens naar de huidige Anderlecht-kern.
Talentvolle ‘mooiweervoetballer’
Bij Club Brugge draaide het na die blitzstart niet helemaal uit zoals verwacht, maar over één ding zullen medespelers, staf en fans het roerend eens zijn: Tau kan wel degelijk een balletje trappen. Met zijn sierlijke linkervoet demonstreert hij voortdurend zijn technische bagage, die hem in staat stelt om de bal goed bij te houden. Daarnaast beschikt hij over een versnelling, zelfs met het leer aan de voet. Die waaier aan kwaliteiten maakt hem onvoorspelbaar voor de verdediger. Zowel vanuit de combinatie als via een individuele actie kan de Brighton-huurling het verschil maken.
Daarnaast koppelt Tau die technische vaardigheden aan de broodnodige efficiëntie. Bij Union demonstreerde hij dat al met acht competitietreffers, waarvan drie stuks in Play-Off 2. Als speler van Club bleef de teller steken op drie, al had dat natuurlijk ook met die beperkte speeltijd te maken. Wél bood de aanvaller vijf keer een andere Bruggeling een doelpunt aan. Enige vorm van egoïsme kan je hem dus moeilijk verwijten.
Desondanks waren de Brugse fans vaak kritisch voor de optredens van Tau. Op Jan Breydel wordt wel eens smalend verwezen naar een typische ‘mooiweervoetballer’. Dat de Zuid-Afrikaanse international in de wintermaanden helemaal naar het achterplan verdween, zal daar misschien wel een rol in spelen. Niet toevallig kende hij zijn dieptepunt op een doorregende grasmat in de Ghelamco Arena, waar Clement hem al na 35 minuten naar de kant haalde. Dat heeft met zijn fysieke gestel te maken, maar ook de ijver druipt er vaak niet bepaald van af. Wanneer het wat minder draait, kom je zo al snel in het vizier van de criticasters.
Polyvalentie: tactische troef, maar ook een handicap
Eén van de grote pluspunten die Anderlecht ongetwijfeld zal aanspreken in het profiel van Tau, is zijn polyvalentie. In principe kan de Zuid-Afrikaan zowat op alle offensieve posities uit de voeten: op de flank, als aanvallende middenvelder, als tweede spits tot zelfs diep in de punt. Toch ligt zijn rendement niet overal even hoog. Bij Club presteerde hij met name het best als tweede aanvaller in het gegroeide 3-5-2-systeem van Clement, liefst in steun van een sterke spits, zodat hij zelf voldoende bewegingsvrijheid heeft. Als teken aan de wand verbaasde Tau in de openingsmaanden van de competitie in combinatie met David Okereke. Toen de Nigeriaan in de herfst wegzakte, onderging zijn maatje hetzelfde lot. Toeval?
Waarschijnlijk niet. Ook voordien, in dat ene seizoen bij Union, gedijde Tau het best in een vrije rol achter een diepe man. Op die manier krijgt hij de nodige ruimte om in de rug van de vijandelijke verdediging te duiken en daar schade aan te richten. Bij het eerder counterende Union paste die aanpak als gegoten. Als speler van Club, dat in de ruime meerderheid van de duels grotendeels op de helft van de tegenstander voetbalt, was die vrijheid beperkter. In de ogen van Clement wist Tau zich onvoldoende aan te passen aan die andere spelwijze. Vanuit de omschakeling had de aanvaller wél nog zijn waarde. Daarom startte hij bijvoorbeeld in vijf van de zes Champions-League-duels in de basis.
Ergens tussen het middenveld en de aanval in, daar ligt dus het perfecte terrein voor Tau. Bij Blauw-Zwart is de concurrentie in die zone echter moordend, met tweevoudig Gouden Schoen Hans Vanaken en raspaardje Charles De Ketelaere in de gelederen. Kan Anderlecht dat type dan beter gebruiken? Ook in Brussel is het spelerspotentieel niet van de poes. Yari Verschaeren, nog zo’n Belgisch toptalent, is een klassieke nummer tien, terwijl paars-wit een jaar geleden nog een recordbedrag op tafel legde voor Michel Vlap. De Nederlander is weliswaar een ander type, maar kan enkel centraal aan de bak.
Aangezien Frank Vercauteren (en Vincent Kompany?) niet snel aan zijn huidige 4-3-3 zal tornen, dreigt Tau verbannen te worden naar de flank. Met Francis Amuzu en zeker Jérémy Doku loopt daar ook schoon volk rond. Bovendien rendeert de nakende aanwinst, zoals gezegd, beter vanuit de as van het veld. Blijft er nog over: de spitspositie. Op het eerste zicht lijkt dat zijn minste rol, maar bij Union bewees hij al dat hij ook daar zijn streng kan trekken. En laten de grootste vraagtekens bij Anderlecht nu net op de nummer-negen-positie liggen. Van de huidige drie opties valt bij eenieder voorbehoud aan te tekenen: Antoine Colassin is nog groen achter de oren, Landry Dimata komt terug van ruim een jaar blessureleed en Kemar Roofe past niet volledig in het spelconcept .Wie weet, kan Tau daarvan profiteren om zijn plekje op te eisen.
En wat met de jeugd?
Los van de sportieve meerwaarde valt het te bekijken of de komst van Tau, nota bene op huurbasis, wenselijk is op de langere termijn. Deels vanwege de financiële beslommeringen tekende Anderlecht tijdens de coronapauze een nieuwe bestuurslijn uit, die volop inzet op de doorstroming van Neerpede-talent. Het voorbije jaar zag paars-wit al enkele jongeren de neus aan het venster steken, om er met Marco Kana, Albert Sambi-Lokonga, Verschaeren en Doku maar vier te noemen. Een beloftevol project dat breed gedragen wordt door de trotse aanhang, maar dreigt Tau die filosofie niet te verstoren?
Nee, zullen sommige waarnemers beweren, wel integendeel. De Anderlecht-top stak de hand het voorbije seizoen al in eigen boezem: inzetten op de jeugd is lovenswaardig, maar zonder een ervaren omkadering brengt het weinig zoden aan de dijk. In de schaduw van Kompany heeft de Belgische recordkampioen nood aan enkele andere mannen met baarden. Zou Tau in dat opzicht geen versterking zijn? Jazeker, op 26-jarige leeftijd streed hij al mee om de landstitel, speelde hij Champions League en draafde zestien keer op voor Bafana Bafana. Dat zijn de nodige adelbrieven. Of de aanvaller echter het type is om zijn ervaring door te geven en de jeugd te wijzen op haar fouten, is een open vraag.
Ervaren rot of niet, sowieso loopt Anderlecht niet al te dik in de voorhoede. De rol van spelverdeler lijkt met Verschaeren, Vlap en Peter Zulj goed bedeeld, maar op de flanken is de spoeling dun. Dat leidt ongetwijfeld tot een hoog aantal speelminuten voor Amuzu, Colassin, Doku en misschien zelfs zomertransfer Ilias Takidine. De vraag is: doe je die tieners er een plezier mee om geen waardig alternatief achter de hand te hebben tijdens moeilijkere tijden? De enige die momenteel nog in aanmerking komt, is Zakaria Bakkali. Over zijn meerwaarde voor het elftal hangt echter een grote schaduw, ook al vanwege een lange onbeschikbaarheid vorig seizoen.
Het voordeel van de twijfel
Of Anderlecht Tau uiteindelijk weet binnen te rijven, moet de komende dagen blijken. Het staat hoe dan ook vast dat paars-wit een meerwaarde ziet in de komst van de voormalige Bruggeling, anders zou het dat lijntje richting Brighton nooit hebben uitgegooid. Sceptici die vrezen dat de linkspoot de heropwaardering van de jeugd zal blokkeren, kijken best ook eens naar het grotere plaatje. Wat extra ervaring zou geen kwaad kunnen. Daarnaast werden verschillende aanvallende krachten het voorbije jaar het slachtoffer van (zware) kwetsuren. Niemand kan met zekerheid voorspellen dat Bakkali, Colassin, Dimata of Roofe straks weer hun vertrouwde niveau halen.
Natuurlijk heeft elke transferdeal ook een financiële kant die moet kloppen, maar als de kosten voor een huurconstructie meevallen, lijkt Tau het voordeel van de twijfel te krijgen. De voornaamste reden daarvoor is dat het pure talent van de Zuid-Afrikaan buiten kijf staat. Dat heeft hij bij Club met vlagen laten zien én wordt bovendien gestaafd door het feit dat Brighton enkel over een uitleenbeurt wil onderhandelen. Op een dag ziet de Engelse middenmoter blijkbaar toch een toekomst weggelegd in de Premier League. Met dank aan een paarse springplank?