Martens doet het prima als coach bij AZ: "In Nederland zijn ze soms te soft"
De Belgische hoofdtrainers zijn aan een inhaalbeweging bezig in het buitenland. In de schaduw van Philippe Clement en Vincent Kompany timmert ook Maarten Martens aan de weg. Met AZ staat de gewezen Rode Duivel op een knappe derde plek in de Eredivisie. Zijn inspiratie vond hij voornamelijk in Brugge.
Bij Club Brugge zette onze landgenoot namelijk zijn eerste pasjes in het trainersvak, weliswaar bij de jeugdrangen. Het bestuur van Blauw-Zwart had het plan om hem meteen de U17 te laten trainen, maar zelf vond Martens dat te vroeg. Hij koos voor de U15. Uiteindelijk werkte hij zich op tot hoofdcoach van de U18. In die hoedanigheid werkte hij nauw samen met Rik De Mil en Carl Hoefkens.
Van beide heren stak Martens veel op. "Door met hen samen te werken - Rik was een keeper, Carl een verdediger - heb ik veel geleerd over verdedigende principes", geeft hij toe bij Het Nieuwsblad. Aangezien hij zelf als speler vooral aanvallend ingesteld was, bleek dat geen overbodige luxe.
Cultuurverschil
Hoewel Martens na al die jaren bij onze noorderburen eigenlijk een halve Nederlander is geworden, blijft er hem een cultuurkloof opvallen. Niet alleen zijn Vlaamse uitdrukkingen zorgen soms voor verwarring, ook op het vlak van mentaliteit is dat het geval. "Een gigantisch verschil is dat je in Nederland alles moet uitleggen", vindt Martens. "Elke keuze."
In Brugge moesten de spelers gewoon hard werken, zonder morren. Uiteindelijk nam de coach dan een beslissing. Die hadden de spelers te aanvaarden. Daar hoorde misschien iets te "weinig empathie" bij, aldus Martens, maar als trainer van AZ merkt hij het omgekeerde. "In Nederland zijn ze soms te soft, en dan ben ik wel de Belg." Uiteindelijk moeten spelers leren leven met de harde wetten van het profvoetbal, besluit Martens.
Ontvang op je smartphone gratis als eerste het grote voetbalnieuws. Hoe? Volg het kanaal van VoetbalPrimeur.be op WhatsApp via deze link.