Spelersrapport Genk: Uitblinkers bij de vleet, één 10/10, Dessers aast op wraak
De Jupiler Pro League sluit haar deuren voor een tweetal maanden, maar niet voordat VoetbalPrimeur.be een laatste analyse maakt van de verschillende topclubs. Welke spelers staken er bovenuit? En wie zakte door de mand? In deze zesde en laatste aflevering komt de enige nog onbesproken deelnemer aan de Champions Play-Off onder het vergrootglas te liggen: KRC Genk.
UITBLINKERS
Théo Bongonda - 8/10
Snedig, explosief, fijnbesnaard en doelgericht: in zijn topdagen heeft Bongonda het allemaal. Dat was al enkele jaren zichtbaar, maar het afgelopen seizoen heeft de vleugelflitser eindelijk die broodnodige stap naar meer continuïteit gezet. En ja, af en toe durft hij nog eens volledig te verdwijnen uit een wedstrijd. Die momenten in de luwte stellen hem echter in staat om des te onverwacht toe te slaan met een plotse, geniale inval.
Bryan Heynen - 8/10
De metronoom van het elftal van John Van den Brom. Heynen vervult de aanvoerdersrol zoals dat écht hoort: geen opzichtige schreeuwer, maar een intelligente strateeg die zijn manschappen beter maakt dankzij zijn Olympische rust. Stop hem de bal in de voeten en je bent zeker dat hij de juiste keuze zal maken. Zijn heroptreden na een lange inactiviteit was een noodzakelijke voorwaarde in het Genkse succesverhaal.
Junya Ito - 9/10
Zou het kunnen dat de vinnige Japanner stiekem de allerbeste van de klas is? Tijdens de Play-Offs kwamen zijn prachtprestaties steeds meer in de schijnwerpers te staan. Eigenlijk is dat pijnlijk laat, want sinds zijn overstap naar de mijnstad heeft Ito uitgepakt met geweldige dribbels en fraaie goals. Vooral dat laatste is belangrijk om uit te lichten: ietwat onopgemerkt komt de winger telkens wel aan dubbele cijfers.
Jhon Lucumi - 8/10
Zijn enorme potentieel viel al langer op, maar voor aanvang van dit seizoen wisselde Lucumi straffe optredens te vaak af met missers of non-matchen. Dat euvel lijkt hij inmiddels van zich afgeworpen te hebben. In de ijzersterke, Spaanstalige achterhoede van Genk nam de Colombiaan de rol van leidsman op zich. De interesse vanuit La Liga valt dan ook te rechtvaardigen.
Daniel Muñoz - 8/10
Het succes van Genk wordt ook verklaard door een geslaagde transferzomer. De beste score op zijn rapport krijgt Dimitri De Conde voor de aanwerving van deze Muñoz. Haast meteen na zijn aankomst in ons land veroverde de sterke verdediger een basisstek. Die zou hij niet meer afgeven. Ook al durft hij soms eens uit positie lopen, eigenlijk beschikt Muñoz over alle fysieke en technische troeven om het te maken in Europa.
Paul Onuachu - 10/10
Wat valt er nog te vertellen over de boomlange Nigeriaan? De Gouden Stier op zijn rug en de trofee voor Profvoetballer van het Jaar op de schouw spreken boekdelen: het is een boerenjaar geworden. 33 competitietreffers op de teller zetten is behoorlijk hallucinant, niet in het minst gezien het loodzware programma in dit overbeladen coronaseizoen. Onuachu demonstreerde echter niet enkel zijn torinstinct, maar evenzeer zijn verrassend verfijnde voeten. De Premier League roept!
Kristian Thorstvedt - 7/10
Achteraf bekeken is de Noorse middenvelder het puzzelstukje dat Genk voor Nieuwjaar nog ontbrak. Pas na de winterbreak wierp Thorstvedt zich helemaal op als onbetwiste basiskracht. Zijn wat aparte profiel bracht de Limburgers een nieuwe dimensie toe in hun spel. Zijn kracht en loopvermogen stelden hen in staat om de druk op de tegenstander langer hoog te houden.
Maarten Vandevoordt – 8/10
‘Slechts’ zestien competitieduels onder de dwarsligger en toch zo hoog scoren, dan ben je uit het allerbeste hout gesneden. Wat de negentienjarige Vandevoordt met name in de Play-Offs liet bewonderen, tart simpelweg alle verbeelding. Zijn klasse uitte zich in geweldige tussenkomsten en beheerst uitvoetballen, maar nog het meest in zijn eeuwige cool. Hoewel de vergelijking met Thibaut Courtois best vermeden wordt, houdt ze wel degelijk steek.
MIDDENMOOT
Gerardo Arteaga – 7/10
Carlos Cuesta – 6/10
Patrik Hrosovsky – 6/10
Mark McKenzie – 7/10
Luca Oyen – 6/10
Angelo Preciado – 6/10
Dany Vukovic – 6/10
Dries Wouters – 5/10
TEGENVALLERS
Cyriel Dessers – 4/10
De laatste twee weken hebben veel goedgemaakt, dat is zeker. Over het algemeen zal Dessers echter niet tevreden terugblikken op zijn eerste jaar aan de Belgische top. Als topschutter uit de Eredivisie kon onze landgenoot nochtans adelbrieven voorleggen, maar bij Genk deed hij voornamelijk dienst als supersub. Eén erg verzachtende omstandigheid: het monster Onuachu.
Eboue Kouassi – 3/10
Dat hij net in de slechtste periode van Genk vaak aan de aftrap verscheen, is een veeg teken aan de wand. De ex-speler van Celtic kon weinig toevoegen, integendeel. Daarvoor lopen er technisch te vaak dingen verkeerd. Als breker zou Kouassi zeker zijn plek hebben in onze hoogste klasse, maar misschien is het stijlrijke Genk niet meteen zijn ideale verblijfplaats?
Bastien Toma – 4/10
Zwak was het zeker niet, maar toen de Zwitser in de zomermercato werd aangekondigd, lagen de verwachtingen toch een stukje hoger. Toma moest en zou de nieuwe spelverdeler van het elftal worden. Geregeld kreeg hij ook de kans in die rol, zonder er echt bovenuit te steken. Dat betekent niet dat de belofte-international volgend seizoen niet zomaar kan ontploffen.
Jere Uronen – 4/10
Zijn Genkse tijdperk zou er wel eens kunnen opzitten. Sinds januari 2015 loopt de Fin rond in de Luminus Arena, waardoor hij het ouderdomsdeken van het elftal is. In het tweede deel van de voorbije campagne stak Gerardo Arteaga hem echter voorbij in de pikorde, al heeft Uronen zich weinig te verwijten. De tijd lijkt rijp om eens andere lucht op te snuiven.