Union keert terug: één en al nostalgie, met uitgekiende selectie en voldoende poen
Het Belgische voetbal staat mogelijk aan de vooravond van een historisch weekend. Voor het eerst in zowat een halve eeuw kan Royal Union Saint-Gilloise zich verheugen op een terugkeer naar het allerhoogste niveau. Aan traditie geen gebrek in het Dudenpark, al bouwden de Brusselaars de voorbije jaren vooral aan de toekomst. Zou Union een meerwaarde op de lange termijn betekenen voor de Jupiler Pro League? VoetbalPrimeur.be legt de club in de weegschaal.
Zaterdagavond kan het feest al losbarsten in Sint-Gillis, weliswaar in beperkte mate gezien de geldende coronamaatregelen. Als Union de drie punten op eigen veld houdt, vormt niets of niemand nog een bedreiging in de rangschikking. Als extra pigment in het hoe dan ook zenuwslopende duel ontvangt Geel-Blauw uitgerekend … stadsrivaal RWDM! Wees er maar zeker van dat de troepen uit Molenbeek de longen uit het lijf zullen lopen om een voor hen pijnlijke titelviering uit te stellen.
Zelfs als Union verliest, is er overigens geen man overboord. De voorsprong in het klassement is geweldig riant en bovendien zou uitdager RFC Seraing nog al haar laatste zes competitieduels moeten winnen … Nee hoor, die titel komt naar Brussel. Daarmee krijgt het Belgische voetbal er zonder discussie een traditieclub bij in de hoogste regionen. Hoewel het al van 1973 geleden is dat de club nog eens bij de elite aantrad, staat Union als elfvoudig landskampioen nog steeds derde op de eeuwige ranglijst, voor bijvoorbeeld Standard Luik (10). Een roemrijk verleden biedt echter geen garanties voor de toekomst. Staat er een stevige structuur voor de langere termijn?
Sportief
Zelfs als alle randzaken tip top in orde zijn, ligt de waarheid nog altijd op de groene rechthoek. Sportieve prestaties zijn het belangrijkste succesmodel voor een voetbalclub. Op dat vlak geeft Union dit seizoen een master class. De cijfers zijn om achterover te vallen: koploper met zeventien punten voorsprong, meeste doelpunten gemaakt (55), minste geïncasseerd (18) … Sinds begin oktober moest het slechts één keer in het zand bijten, niet toevallig tegen ‘dichtste’ achtervolger Seraing. En de overige zestien competitiewedstrijden? Die wonnen Les Unionistes allemaal …
Dat meesterschap valt te verklaren dankzij een blik op de aanwezige kern. Qua spelersmateriaal steekt Union er namelijk met kop en schouders bovenuit in Eerste Klasse B. De promovendus-in-spe steunt op een ideale mix van talentvolle jeugd en voldoende ervaring, onder wie enkele jongens die het klappen van de zweep leerden in de Jupiler Pro League. Denk daarbij aan Anthony Moris, Lucas Pirard, Guillaume François en uitblinker Dante Vanzeir. Die laatste voert met negentien treffers de topschuttersstand aan en voegde daar langs de neus weg nog eens zeven assists aan toe. Na enkele wisselvallige jaren lijkt het stapje terug het Genk-product helemaal tot ontploffen te hebben gebracht.
Toch valt het op: zo gek veel ervaring op het hoogste niveau loopt er eigenlijk niet rond in het Dudenpark. Integendeel, het overgrote deel van de spelers heeft nog nooit van het grote werk mogen proeven. Onbekend maakt echter onbemind. Zo maakte Union het stadsgenoot RSC Anderlecht een uur lang bijzonder lastig in de achtste finales van de Croky Cup, ook al liet de 0-5-eindstand anders vermoeden. Vooral het middenveld, met de vaardige Casper Nielsen, Teddy Teuma en Loïc Lapoussin, hangt uitstekend aan elkaar. Met Siebe Van der Heyden en Senne Leynen maken twee jonge Belgen dan weer mee het mooie weer.
Zo’n uitgekiend bataljon aan manschappen heeft echter nood aan een gedegen stuurman. In de persoon van Felice Mazzu beschikt Union daar ook over. De Italobelg is waarschijnlijk haar grootste troefkaart. Met zijn uitgebreide ervaring in Eerste Klasse A heeft hij de bagage om zijn jongens in het gareel te houden, bewijze de onverminderde concentratie waarmee het elftal week in week uit aan de aftrap verschijnt. Deze club is op een missie, en die stopt niet zomaar bij promotie. Afgaande op de opmars die Mazzu met ‘zijn’ Sporting Charleroi heeft kunnen verwezenlijken, valt het te verwachten dat het verhaal van Union niet zomaar zal stoppen in de kelder van 1A.
Financieel
In navolging van zowat alle andere clubs uit 1B koos ook Union voor een buitenlandse voorzitter. Met Tony Bloom stapte in 2018 wel een merkwaardig figuur de Brusselse volksclub binnen. De Brit verdiende fortuinen als … professioneel pokerspeler en gokker op voetbalwedstrijden. Die uit de hand gelopen hobby legde hem duidelijk geen windeieren, want zijn vermogen wordt anno 2021 geschat op zo’n miljard euro! Met dat zakcentje kocht Bloom zich in 2009 in bij Brighton & Hove Albion, dat dankzij zijn financiële slagkracht doorgroeide van een meeloper in het Championship naar een lage middenmoter in de Premier League.
Dat traject geldt ongetwijfeld als leidraad voor Union. Ondanks de enorme financiële mogelijkheden van de grote baas valt op hoe geleidelijk de club de stap naar boven probeert te zetten. Niet willen lopen voor je kan wandelen, zoiets. Uit de samenstelling van de spelerskern blijkt bijvoorbeeld dat er nauwelijks ingezet wordt op grote vedetten uit het verleden, aangezien de meesten onder hen zelfs in 1B redelijk onvertrouwde namen waren. Net als bij Brighton investeert Bloom hoofdzakelijk in omkadering, met betrouwbare leiders op sleutelposities als sportief directeur en hoofdtrainer. Die aanpak lijkt het meest rendabel op de lange termijn.
Supporters
Union, dat is één en al nostalgie. Nederlandstalige en Franstalige Brusselaars zitten er vrolijk naast elkaar en laten het niet na om hun typisch Brusselse humor veelvuldig boven te halen. Niet toevallig luistert de beladen burenstrijd met RWDM naar de bijnaam van de ‘Zwanzederby’. Het supporterslegioen van Union, met die typerende blauw-gele kleuren, heeft haar strepen al verdiend. Bovendien zijn zij hondstrouw: zelfs toen hun favoriete club afgleed naar de lagere regionen van ons vaderlandse voetbal, stonden de fans iedere zondag trouw op post.
Desondanks liggen de toeschouwersaantallen niet bijster hoog. Het voorbije jaar is uiteraard moeilijk meetbaar vanwege de corona-uitbraak, maar in het seizoen 2018-2018 bijvoorbeeld klokte Union af op een gemiddelde opkomst van ruim 2.300 kijklustigen. Daarmee staat het zeker haar mannetje in 1B, maar een divisie hoger zijn ze toch andere aantallen gewoon. Ongetwijfeld zal de fanbase uitbreiden wanneer je wekelijks tegen de Belgische top uitkomt, al rijst de vraag hoe groot het hinterland van Sint-Gillis is. Voetbalsfeer hangt gelukkig niet eenzijdig samen met kwantiteit. Voornamelijk de vurigheid van een supporter maakt het verschil. In dat opzicht heeft Union een uitstekende reputatie.
Stadion
Alle lichten staan dus op groen, lijkt het zo. Maar wat doen we met het stadion? Het gezellige Joseph Mariën-stadion, zoals de officiële benaming luidt, ademt één en al voetbalgeschiedenis uit, al zullen critici het eerder als ‘aftands’ omschrijven. De tribunes achter het doel doen zo terugdenken aan legendarische duels uit de jaren ’70. Nostalgisch, maar is zo’n thuishaven nog leefbaar in deze moderne tijden? Van VIP-ruimtes is amper sprake, wat toch een stevige rem zet op de commercialisering. Zelfs aan afdaken boven de supportershoofden doet Union nauwelijks mee.
Vraag gerust rond aan pakweg Club Brugge, KAA Gent of Royal Antwerp FC, zij zullen je op het hart drukken hoe belangrijk een functioneel stadion wel niet is in de uitbouw van een club. Voorzitter Bloom, die de ultramoderne Premier League gewoon is, zal zich daar naadloos bij aansluiten. Daar zit Union dan ook met een hoofdbreker, te meer omdat de huidige site eigenlijk geen mogelijkheid biedt tot uitbreiding, aangezien het stadion omringd wordt door stadswijken en het Dudenpark. Verhuizen dan maar? Dat is een vraagstuk dat Bloom en co in alle rust zullen aanpakken, na de promotie.