Liverpool is spoor totaal bijster, ook staartploeg Fulham wint op Anfield
Liverpool heeft de Anfield-gifbeker nog altijd niet leeggedronken. The Reds waren bijna vier jaar lang niet te verslaan in het eigen stadion, maar hebben zondag hun zesde (!) thuisnederlaag op rij geleden: na Burnley, Brighton & Hove Albion, Manchester City, Everton en Chelsea was ook nummer achttien Fulham te sterk voor de regerend kampioen.
Manager Jürgen Klopp startte met een jeugdige verdediging en hield gevestigde namen als Trent Alexander-Arnold, Fabinho, Thiago Alcântara en Sadio Mané op de bank. De ploeg van Kenny Tete en bankzitter Terence Kongolo verstopte zich niet op Anfield en kwam – aan het einde van een eerste helft met kansen over en weer – op voorsprong. Topscorer Mohamed Salah liet zich op de rand van zijn eigen strafschopgebied aftroeven door Mario Lemina, die Alisson Becker verraste met een diagonale schuiver: 0-1.
Liverpool hervatte na de rust de beschietingen en Fulham-doelman Alphonse Aréola kreeg het druk. Eén keer kreeg de Fransman hulp: de ingevallen Mané trof de lat en Joachim Andersen hield de nastoot van Salah tegen. Toen het eindsignaal dichterbij kwam, werd het offensief van de thuisploeg echter steeds minder overtuigend, al moest Andersen in de extra tijd nog eens handelend optreden. Fulham hield stand, is op gelijke hoogte gekomen met nummer zeventien Brighton en heeft volop zicht op lijfsbehoud.
De titelhouder zit ondertussen diep in de penarie. Liverpool blijft zevende (!) en moet zelfs naar beneden kijken. De enige manier om volgend seizoen Champions League-voetbal te spelen, lijkt het winnen van dit Champions League-seizoen: woensdag mogen Klopp en de zijnen proberen om een 2-0 voorsprong tegen RB Leipzig vast te houden en de kwartfinales te bereiken.