Proto bergt handschoenen op: Anderlecht-boegbeeld dat late droom durfde najagen
Silvio Proto heeft zijn actieve spelerscarrière afgerond. Door een hardnekkige blessure werd zijn contract bij Lazio SS niet verlengd, waarna de doelman na rijp beraad besloot om er definitief de brui aan te geven. Vooral bij RSC Anderlecht werkte hij zich op tot één van de beste Belgische sluitstukken van zijn generatie. Voetbalprimeur.be overloopt zijn opvallendste momenten.
In onze hoofdstad zou Proto zich volop in de schijnwerpers plaatsen, maar doorbreken deed hij bij het bescheiden La Louvière. Aan het begin van dit seizoen behoorden de Wolven nog tot de elite van het Belgische voetbal. Op zijn zestiende sloot een jonge doelman zich er aan. Daar zou het geen spijt van krijgen, want die tiener zou later tot de beste spelers uit de clubgeschiedenis uitgroeien. Onder Ariël Jacobs mocht hij in 2001 zijn debuut maken in de Jupiler Pro League.
Proto zou al snel de vaste waarde worden onder de Henegouwse lat, met enkele seizoenen vol geweldige prestaties. Niet toevallig handhaafde La Lou zich in die periode behoorlijk eenvoudig op het hoogste niveau. In 2003 wisten de groen-witten zelfs door te stoten tot de bekerfinale, al werd die memorabele dag hoogstwaarschijnlijk één van de grootste ontgoochelingen uit zijn nog prille loopbaan. Ondanks zijn status als nummer één koos Jacobs toen voor de meer ervaren Jan Van Steenberghe in doel. Die zette pakte zeker niet verkeerd uit, want Sint-Truiden beet met 3-1 in het zand.
De beker winnen, dat betekent … Europees voetbal! Laat het duidelijk zijn, het waren hoogdagen destijds in Tivoli. Toen met SL Benfica ook nog eens een geweldige affiche uit de bus kwam, kon de pret helemaal niet meer op. La Louvière weerde zich als een duivel uit een wijwatervat, hield de Portugese grootmacht zelfs één keer op 1-1, maar moest over de twee wedstrijden heen net de duimen leggen. Voor Proto was het een mooi opstapje naar zijn eerste individuele bekroning: in 2005 werd hij verkozen tot Doelman van het Jaar in ons land. Dat er die zomer een transfer zou volgen, stond in de sterren geschreven.
Prijzenpakker bij Anderlecht
Binnen- en buitenlandse club liepen de deur plat op Tivoli, zelfs grootmachten als FC Barcelona en Chelsea FC zagen de komst van Proto naar verluidt zitten. RSC Anderlecht had echter ook haar zinnen op de talentvolle sluitpost gezet. In die tijden kreeg de recordkampioen nog vaak wat het wilde. Toch sleepten de onderhandelingen lang aan, aangezien de omstreden makelaar Pietro Allatta het onderste uit de kan trachtte te halen. Een overeenkomst leek van de baan, maar uiteindelijk vonden beide partijen toch een akkoord. Proto was een mauve!
In eerste instantie kreeg onze landgenoot de taak om doublure te spelen voor de ervaren Daniel Zitka. Toen die laatste zich blesseerde, viel de druk van eerste doelman echter al snel op de schouders van de zomeraanwinst. Die kweet zich uitstekend van zijn taak. In zijn debuutjaar in Brussel mocht Proto zelfs meteen de landstitel vieren. Het zou het begin blijken van een bijzonder vruchtbare samenwerking, met een rijkgevulde trofeeënkast ter bewijs. Daarin prijken onder meer zes landstitels en één Beker van België.
Toch had het ook totaal anders kunnen lopen. In april 2006 scheurde Proto zijn kruisbanden af. Een spijkerharde revalidatie volgde, waarbij de keeper pas medio 2007 opnieuw op het veld verscheen. Anderlecht bleef die tijd bouwen op Zitka en zou dat ook het seizoen erop doen. Een oplossing drong zich op en dat had Beerschot goed begrepen. Ironisch genoeg kwetste Zitka zich meteen na het tijdelijke vertrek van Proto. Anderlecht besloot de net gesloten deal met de Ratten echter te respecteren. Dat zou Beerschot zich niet beklagen. Over zijn befaamde kopbaldoelpunt tegen KAA Gent praat men op het Kiel vandaag de dag nog steeds.
Dankzij zijn ervaring uit Antwerpen was Proto nu wél helemaal klaar om de volwaardige titularis onder de Anderlecht-lat te worden. Jarenlang zou de explosieve Italobelg het doel met succes verdedigen, op zijn gekende wijze. Katachtige reddingen en af en toe een scheldtirade, het was hem niet vreemd. Die eigenschappen leverden hem nog twee keer de onderscheiding voor Beste Doelman op. Voor de Gouden Schoen 2012 eindigde hij zelfs op een bronzen plek, als eerste Anderlecht-doelman ooit die zo hoog geraakte. Uiteindelijk zou Proto afklokken op 372 wedstrijden voor paars-wit.
Rode Duivels
De talentvolle Proto was uiteraard ook bij de technische staf van de Rode Duivels snel opgevallen. Aimé Anthuenis waagde het er in 2004 al op, toen nog in dienst van La Louvière dus. Tegen Servië-Montenegro maakte hij zijn debuut in het Duivelse doel. Als opvolger voor de betrouwbare Geert De Vlieger leek Proto voor jaren gebeiteld te zitten. Tot René Vandereycken het postje overnam van Anthuenis. De koppige Limburger had het minder begrepen op de enthouasiaste speelstijl van Proto. Stijn Stijnen kreeg onder zijn leiding de voorkeur.
Niemand die het dan al vermoedde, maar het zou min of meer het einde van zijn interlandcarrière betekenen. Zeker nadat de nieuwe generatie met vaandeldragers Thibaut Courtois en Simon Mignolet doorbrak, maakte Proto eigenlijk geen kans meer. Marc Wilmots wilde hem wel nog opnemen in de selectie voor het WK 2014, maar een onbewuste trap van Nill De Pauw strooide roet in het eten. Mede daardoor zou hij stranden op ‘slechts’ dertien caps. Die neemt niemand hem ooit nog af, maar stiekem had hij zelf waarschijnlijk op wat meer gerekend.
Uitbollen? Nee, grote droom najagen!
Na elf jaar Anderlecht had Proto het wel gezien in Brussel. In samenspraak met het bestuur werd geen vervolg gegeven aan zijn contract, dat nog voor één jaar doorliep. KV Oostende was er als de kippen bij om daarvan te profiteren. Het was de periode waarin de bomen tot aan de hemel leken te groeien aan de kust, met dank aan maecenas Marc Coucke. Proto was aangenaam verrast door de financiële mogelijkheden aan zee. De onderhandelingen geraakten meteen beklonken. Het droomhuwelijk zou echter snel uitdraaien op een nachtmerrie …
In november van zijn eerste seizoen scheurde Proto alweer de kruisbanden in zijn knie af. Geen eenvoudige revalidatie voor een op dat moment 33-jarige doelman. Die donkere momenten speelden in het kopje. De met veel bombarie binnengehaalde zomeraanwinst hield zich al rap voor dat hij de verkeerde keuze had gemaakt. Daarop probeerde hij een transfer af te dwingen. KVO liet zich echter niet onbetuigd en veroordeelde Proto dan maar tot de B-kern. Na wat spierballengerol gebruikten beide partijen dan toch hun verstand en namen ze afscheid van elkaar.
Olympiakos gooide Proto een reddingsboei toe. Of beter gezegd: Besnik Hasi deed dat. Beide heren hadden nog samengewerkt bij Anderlecht. Na zijn ontslag in Brussel verkaste de Albaniër naar Piraeus en loodste enkele Belgen mee in zijn kielzog: Björn Engels, Guillaume Gillet, Vadis Odjidja en dus Proto. Omdat sommigen hem al hadden afgeschreven, wilde de sluitpost het nog één keer bewijzen op het allerhoogste niveau. In de Champions League mocht hij opdraven in het grote Camp Nou, maar zijn Griekse passage verliep eigenlijk in mineur. Toen Hasi buitenvloog vanwege de tegenvallende resultaten, zat het avontuur van zijn Belgische discipelen er meteen ook op.
Proto stond voor de keuze: terugkeren naar België, stoppen of … zijn grote droom najagen? Als kleinzoon van een Siciliaanse grootvader hoopte hij namelijk altijd al om in het Italiaanse calcio aan de bak te gaan. Lazio SS gunde hem die kans! Die greep Proto met beide handen aan. Onze ervaren landgenoot moest de vaste stand-in worden voor Thomas Strakosha. Het leven in Rome beviel hem enorm en hij genoot dan ook met volle teugen van de schaarse speelkansen die hem te beurt vielen. Op zijn 37e begon zijn lichaam echter steeds vaker tegen te sputteren. Die realiteit noopte Lazio en Proto aan tot een vervroegde stopzetting van hun overeenkomst. Een ietwat sneu einde aan de loopbaan van een talentvolle doelman die zowat al zijn dromen waargemaakt heeft.