Refaelov Gouden Schoen: elf weetjes over de draaischijf en nummer elf van Antwerp
Lior Refaelov heeft de Belgische voetbalharten veroverd. Woensdagavond kreeg de spelmaker van Royal Antwerp FC de Gouden Schoen uitgereikt als beste speler van het kalenderjaar 2020. Na bijna tien jaar in ons land zette hij zo de kroon op zijn carrière. Refaelov is inmiddels uitgegroeid tot icoon van de Jupiler Pro League, maar VoetbalPrimeur.be tracht je toch te verrassen met elf minder gekende weetjes over (de uitverkiezing van) rugnummer elf.
Zaalvoetbalvoetjes
Zijn triomftocht heeft Refaelov hoofdzakelijk te danken aan zijn puntgave basistechniek. Die gouden voetjes vinden hun oorsprong in het zaalvoetbalverleden van de spelmaker. Voor zijn twaalfde had de Israëliër zelfs nog nooit op een grasveld geoefend, enkel indoor! Toen Maccabi Haïfa hem in 1998 aan haar jeugdreeksen bond, zag de club meteen in dat het een diamantje in handen had. Op zijn 34e haalt Rafa nog bijna elke wedstrijd zijn gekende sleepbeweging boven, een typische zaalvoetbalmove.
Op herhaling
Zelf noemde hij de Gouden Schoen een soort van bekroning voor zijn passage in het Belgische voetbal en zonder omwegen dé meest memorabele prestatie uit zijn loopbaan. Refaelov heeft nochtans al een gelijkaardige trofee op de schouw staan. Ook in zijn thuisland werd hij namelijk verkozen tot Beste Speler, aan het einde van het seizoen 2010-2011. Die zomer zou de dan 25-jarige middenvelder die onderscheiding verzilveren met een transfer naar … Club Brugge.
Voor een prikje
Over die transfer gesproken, Club deed destijds een behoorlijk voordelige zaak. Het hoefde slechts 2,5 miljoen euro over te schrijven richting de bankrekening van Maccabi Haïfa. Zelfs in verder vervlogen tijden was dat verre van een monsterbedrag. In ruil kreeg Blauw-Zwart een bepalende speler in handen die 177 wedstrijden voor de ploeg zou betwisten, waarin hij 40 keer scoorde, een resem assists uitdeelde, twee Belgische titels veroverde en Club ook nog eens de Croky Cup schonk. Return on investment, heet dat in economisch jargon.
Bijna Europees recordschutter
In al die jaren in ons land trad Refaelov uiteraard regelmatig aan in Europa, voor zowel Club Brugge als Antwerp. Vooral in de Europa League was de klasbak uitstekend bij schot. In totaal trof hij dertien keer raak in dat toernooi, voorrondes meegerekend. Geen enkele buitenlander in de huidige Jupiler Pro League kan die statistieken voorleggen, al deden Dieumerci Mbokani (12 stuks) en Roman Yaremchuk (9) hun stinkende best. Enkel Jelle Vossen steekt voorlopig nog boven hem uit, met veertien EL-rozen. Een nieuwe drijfveer tegen Glasgow Rangers?
Champions League = blinde vlek
In deze uitgebreide lofzang is ook plek voor een klein stukje ‘kritiek’, als we zo vrij mogen zijn. Ondanks zijn ontegensprekelijke kwaliteiten is het huwelijk tussen Refaelov en de Champions League, toch de Heilige Graal van het clubvoetbal, nooit erg liefdevol geweest. In dienst van Club kwam de technicus niet verder dan één officieel groepsduel, aangevuld met vier (ontgoochelende) voorrondematchen. Daarin wist hij geen enkele keer te scoren … Blessureleed verklaart die opvallende vaststelling deels, maar het blijft een manco op zijn palmares.
Doelpunten > assists
Klassieker maken ze ze niet meer, de nummers tien. En toch beschikt Refaelov over een vrij ongewoon trekje binnen die profielomschrijving: hij scoort namelijk liever dan dat hij goals uitdeelt. Of, beter gezegd, zijn doelpuntenproductie ligt althans hoger dan zijn aantal assists. Over zijn gehele carrière heen zette de veteraan nu al 124 keer de netten bol, terwijl daar ‘slechts’ 84 beslissende passes tegenover staan. Enkel op Europees vlak slaat de balans om: 15 versus 18.
Primeur tegen Standard
Die 124 doelpunten maakte Refaelov op allerlei uiteenlopende manieren: met rechts of met links, van binnen of buiten de zestien meter, na een dribbel, dankzij een collectieve aanval of vanop rechtstreekse vrije trap én … met de kop! Dat laatste mag je echter gerust een rariteit noemen. Op 8 november van vorig jaar was het van dat tegen Standard Luik. Volgens de doelpuntenmaker zelf de allereerste keer dat hij zijn hoofd gebruikte om de vijandelijke doelman te verschalken in ons land, al verzekerde hij dat het hem in Israël ook al eens overkomen was.
De ultieme bekerheld
Scoren in een bekerfinale, het is ongetwijfeld de natte droom van zowat elke voetballer ter wereld. Als je dat in twee aparte edities kan meemaken, moet dat nog onvergetelijker zijn. Arie Haan, Edi Krncevic, Thordur Gudjonsson en Manasseh Ishiaku kunnen beschrijven hoe dat aanvoelt. Maar in twee verschillende finales ook nog eens de allesbepalende winning goal lukken, grootser kan een bekerheld niet worden. King Lior, dames en heren!
De Verlosser van Antwerp
Hoewel Refaelov nog steeds onlosmakelijk verbonden blijft met Club Brugge, nemen ook zijn verdiensten bij The Great Old stilaan iconische proporties aan. Zowat elke historische stunt die Antwerp het voorbije jaar verwezenlijkte, kwam er in grote mate dankzij Rafa. Eerste bekertriomf in 28 jaar? Winnende treffer van Refaelov! Eindelijk nog eens Europees overwinteren? Dankzij drie pouletreffers van de aanvalsleider! Voor het eerst een Antwerpenaar bovenaan het Schoen-podium sinds 1966 ? U raadt het al. Na Vic Mees en Wilfried Van Moer is Refaelov pas de derde laureaat uit de clubhistorie.
Laagste marktwaarde
Refaelov is zonder twijfel één van de ‘goedkoopste’ Gouden Schoenen uit de moderne periode, en dat schrijven we met het grootst mogelijke respect. Volgens Transfermarkt is de spelverdeler momenteel ‘amper’ 750.000 euro waard. Daar zit naast zijn gevorderde leeftijd ook zijn aflopende contract voor veel tussen (hallo, Antwerp?). Ter vergelijking: voor recente voorgangers als Thorgan Hazard, Dennis Praet of Hans Vanaken leggen gegadigden vandaag de dag al gauw twintig miljoen euro op tafel. Dat zal er bij de triomfator van 2020 niet meer van komen …
Welkom, Azië
Tot slot heeft het internationale karakter van de Jupiler Pro League een mijlpaal bereikt dankzij Refaelov. Nu zijn naam voor eeuwig op de erelijst gegraveerd staat, zijn alle vijf grote continenten er vertegenwoordigd. De kersverse Gouden Schoen is namelijk de eerste Aziaat die het felbegeerde kleinood in de wacht sleept. Dat de Europeanen in de absolute meerderheid zijn, zal niemand verbazen, maar de voorbije 25 jaar kregen Oceanië (Paul Okon), Afrika (Aruna Dindane, Mbark Boussoufa en Dieumerci Mbokani) en Amerika (Matias Suarez en José Izquierdo) evenzeer het recht om trots te zijn. Al blijft het wachten op een laureaat uit het Noorden of Midden van Amerika. Iets voor 2021?