Vertonghen is welgekomen: Benfica grijpt terug naar succesformule van weleer
Het kwam ietwat uit de lucht vallen, maar alles wijst erop dat Jan Vertonghen zijn loopbaan verderzet (afsluit?) bij SL Benfica. In Lissabon ondertekent de Rode Duivel een overeenkomst voor drie seizoenen. Hij komt er terecht bij een Portugese topclub die vooral in Europa opnieuw wil aanknopen bij de successen van weleer. Hoe past Vertonghen in dat plaatje? VoetbalPrimeur.be werpt een licht over zijn meerwaarde voor Benfica.
Lange tijd leek de Serie A de volgende bestemming van Vertonghen te zullen worden. Internazionale, AS Roma, Fiorentina … Allemaal dongen ze naar zijn hand, maar uiteindelijk keek Benfica het Tottenham-icoon het diepst in de ogen. De Portugese grootmacht is niet de eerste de beste. In haar thuisland is het de primus van het klassieke triumviraat, dat doorheen de hele geschiedenis zowat alle nationale prijzen onder elkaar verdeeld heeft. Als 37-voudig landskampioen (eigenlijk 40, maar de titels van voor 1935, het jaar van de oprichting van de huidige ‘Primeira Liga’, worden niet meegerekend) en 26-voudig laureaat van de Taça de Portugal is Benfica in beide competities Portugees recordhouder. Niet toevallig luistert de club naar de bijnaam O Glorioso. De prijzenkast oogt alvast glorieuzer dan die van aartsrivalen FC Porto (29 titels, 17 bekers) en Sporting Club de Lisboa (18 titels, 17 bekers).
Dat de meest gelauwerde club van Portugal ook op Europees vlak potten heeft gebroken, is de voetbalminnaar ruimschoots bekend. In de jaren ’60 van de vorige eeuw schaarde Benfica zich zelfs zonder verpinken tot het absolute kruim van het wereldvoetbal. De grote motor achter dat succes was uiteraard de mythische Eusebio. Onder de symfonie van zijn genie veroverde de Portugese trots in ’61 en ’62 twee maal op rij de Europa Cup I, tegen niet de minste tegenstanders bovendien. In de finale moesten achtereenvolgens FC Barcelona (3-2) en Real Madrid (5-3) het onderspit delven. Het Portugese voetbal beleefde hoogdagen als nooit tevoren, met de bronzen medaille op het WK van 1966 als beste bewijs.
Vervloekt
En toch werd in die gouden periode ook de kiem voor heel wat onheil gezaaid. De spil in dat verhaal: de legendarische oud-trainer Béla Guttmann. Met zijn vernieuwende ideeën was hij de architect van het allerbeste Benfica uit de clubhistorie, maar na de tweede ECI-triomf mocht er wel eens wat boter bij de vis, oordeelde de Hongaar. Daar ging het bestuur echter niet in mee. Beide partijen gingen met slaande deuren uit elkaar, waarna Guttmann zijn gal spuwde met fatalistische woorden: “Zonder mij zal Benfica in geen honderd jaar een Europese finale winnen”. ‘De Vloek van Guttmann’ was geboren … en kwam tot leven!
Sinds die noodlottige zomer in 1962 onderneemt Benfica nu al 58 jaar lang verwoede pogingen om de Europese prijzenkast uit te breiden. Helaas, de virtrine bleef al die tijd ongeopend. Mogelijkheden waren er nochtans voldoende. Liefst acht keer (!) gingen de rood-witten kopje onder in een Europese finale, tot vijf maal toe in de ECI bovendien. ‘De Vloek’waart nog steeds rond, daar is iedereen binnen de aanhang heilig van overtuigd. In 1983 mocht Anderlecht daar stiekem van profiteren, toen het over twee wedstrijden te sterk bleek in de finale van de toenmalige UEFA Cup. Zelfs de hervorming in de Europa League mocht niet baten. Vervloekt!
Mikken op Europese heropleving
Tot zover de geschiedenis van Benfica, laten we het accent verleggen naar de toekomst. Wat zijn de concrete doelstellingen en hoe kan de komst van Vertonghen daarbij helpen? Om dat uit te klaren, moeten we eerst … terugblikken op de recente geschiedenis. Het clubbestuur is namelijk niet opgezet met de gang van zaken tijdens de voorbije jaren. Terwijl de resultaten op nationaal vlak eigenlijk uitstekend bleven, met onder meer vijf kampioenenschalen in de laatste zeven edities en in het seizoen 2018-2019 nog 103 (!) gemaakte competitietreffers, is de Europese ster tanende.
In 2013 en 2014 stootte Benfica nog door tot de eindstrijd van de Europa League. Hoewel beide finales verloren gingen (vervloekt, weet u wel), had de Portugese recordkampioen toen nog steeds de naam en faam van een Europese topclub. Die status is geleidelijk aan afgebrokkeld. In 2016 werden de kwartfinales van de Champions League nog bereikt, maar in de jongste drie jaar betekende de poulefase meteen het eindstation. Ook het vangnet van de Europa League bood amper soelaas. Dit voorjaar moest Benfica al in eerste knock-out-ronde haar biezen pakken na een confrontatie met Shakhtar Donetsk.
Niet alleen Shakhtar, maar ook tegenstanders als RB Leipzig, Olympique Lyon of Zenit Sint-Petersburg zorgden het afgelopen seizoen voor kopbrekers. Ronkende namen, dat zeker, maar nu ook weer niet de crème de la crème van het Europese clubvoetbal. Daar behoort Benfica simpelweg niet meer toe. En dat doet pijn. In de bestuurskamers is de ambitie gerezen om zo snel mogelijk weer op te klimmen op de Europese ladder. Dat kan de verhoudingen in eigen land enkel deugd doen, want zowel in de Primeira Liga als in de finale van de Taça was de vijand uit Porto duidelijk te sterk.
Succesformule van weleer
Om die doelstelling hard te maken, grijpt de Benfica-top terug naar de succesformule van vroeger. In een oude ‘casserolle’ maak je immers nog steeds de lekkerste soep. De eerste, belangrijke stap in die ‘renaissance’ is de terugkeer van Jorge Jesus, die overkomt van het Braziliaanse Flamengo. Tussen 2009 en 2015 deed de nu 66-jarige succescoach zijn familienaam alle eer aan: dankzij zijn geweldige prestaties in Lissabon groeide hij uit tot halfgod voor het rood-witte gedeelte van de bevolking. Vorige maand vierde de heiland zijn herinterede, tot grote vreugde van het supporterslegioen. Dat Jesus na zijn vertrek in 2015 voor aartsrivaal Sporting ging werken, heeft iedereen al met de glimlach verdrongen.
Bem-vindo, JJ!
— SL Benfica (@SLBenfica) July 17, 2020
Het staat in de sterren geschreven dat Jesus zijn vertrouwde tactische principes verscheept richting Lissabon, zoals hij die ook bij Flamengo predikte. Traditioneel kiest de ervaren oefenmeester voor een 4-4-2-systeem, met voldoende aandacht voor defensieve stabiliteit. Voorin is een combinatie van een rijzige, balvaste spits met een beweeglijke bliksemafleider zijn beproefde recept. Zij spannen zich in om het blok van de tegenstander te ontwrichten, samen met de twee vleugelmiddenvelders, die behoorlijk wat tactische vrijheid krijgen. De vleugelverdedigers zijn er in de eerste plaats om dekking te geven aan die creatievelingen voor hun neus.
Bij de (nakende) transfer van Vertonghen doet dat meteen een lichtje knipperen. Onze landgenoot kan namelijk zowel centraal als links uit de voeten. Dat is ook het lokale A Bola niet ontgaan. Het dagblad omschrijft zijn overstap als ‘twee transfers in één’. Omdat van flankverdedigers in de filosofie van Jesus niet uitermate veel loopwerk geëist wordt (zoals dat bij een Pep Guardiola of Hansi Flick wél het geval is), is Vertonghen wel degelijk een kandidaat op de linksback. Niettemin ligt zijn toekomst hoogstwaarschijnlijk in de as. Daar moet hij de 34-jarige Jardel vervangen, die stilaan het keren van de jaren begint te voelen.
Vaderfiguur
De voetballende kwaliteiten van Vertonghen staan uiteraard buiten kijf en moeten perfect tot hun recht komen bij een dominant elftal als Benfica. Waar het bij Tottenham Hotspur de laatste tijd misschien fysiek wat minder liep, hoeft ook dat geen obstakel te zijn bij zijn toekomstige club. Het tempo in de Primeira Liga ligt een versnellinkje lager dan in de soms verschroeiende Premier League. Los daarvan heeft Benfica echter nóg een hoofdreden om Vertonghen in te lijven: zijn karrenvracht aan ervaring. Met zijn leiderschap en sociale vaardigheden moet de 33-jarige Sint-Niklazenaar de nieuwe patron worden in de achterhoede.
Vanuit die rol krijgt Vertonghen de taak om de jonge talenten van de club onder zijn vleugels te nemen. Benfica heeft altijd al de reputatie gehad van een opleidingsclub, misschien in iets mindere mate dan stadsgenoot Sporting, maar alvast meer dan handelshuis Porto. Ook onder het eerste bewind van Jesus sprongen de beloftes als paddenstoelen uit de grond. Het voorbije decennium braken onder meer Nicolas Gaitán, Gonçalo Guedes, Lazar Markovic, Rodrigo, Renato Sanches en onze eigenste Axel Witsel door in het Estadio da Luz. Geen misselijk lijstje. Als kroonjuweel voegde Benfica daar recent Joao Félix aan toe.
De terugkeer van Jesus gaat gepaard met een heropwaardering van die doorstroming uit de eigen jeugdrangen. Daar moet de ervaren Vertonghen een cruciaal handje bij helpen. Het is geen toeval dat de meest veelbelovende diamantjes in de verdediging rondlopen. A Bola noemt in de eerste plaats Rúben Dias. Een klasbak, dat zeker, maar wel een ietwat vreemde verwijzing, aangezien hij inmiddels toch al 23 is en zich al drie seizoenen vaste waarde mag noemen. Waarschijnlijk kunnen youngsters Tomás Tavares (19) en Nuno Tavares (20, geen familie overigens) de goede raad van Vertonghen beter gebruiken. Zij staken in de voorbije jaargang hun neus aan het venster.
Overigens stopt het voor Benfica niet bij de aanwerving van Vertonghen. In elke linie mikt het bewind op een versterking met een naam als een klok. Op de middenstrook werd de bij Real Madrid overbodige James Rodriguez al gelinkt aan een transfer, terwijl voorin Edinson Cavani op het punt staat om te tekenen. De Uruguyaanse sluipschutter brengt jarenlange bagage aan de top van het Europese voetbal mee. Hij zal zich dan weer moeten ontfermen over Florentino Luis en vooral Jota, lijkt het. Die laatste is erg veelbelovend. Het jeugdproduct van Benfica heeft een puntgave techniek, maar mist nog volume en efficiëntie. Wie kan hem dat beter aanbrengen dan de 33-jarige Cavani?
Uitstekende gevoelskeuze
Warme mensen, verrukkelijk eten, zonnig klimaat en een verleidelijk sportief project: de keuze van Vertonghen zou wel eens wonderwel kunnen uitpakken. Als leidsman voor het jonge geweld lijkt ook Benfica de perfecte zaak gedaan te hebben. Meer dan in de Serie A, waar de concurrentie in de breedte toch een stuk uitdagender is, zal de Rode Duivel voldoende ruimte krijgen om uit te blinken in de (Europese) topwedstrijden. Op zijn leeftijd kan zijn lichaam daar enkel wel bij varen. En dat is dan weer een opsteker voor onze nationale ploeg.