Schaars goed: clubs uit Jupiler Pro League naarstig op zoek naar (voetbal-)Belgen
Nu de clubs uit de Jupiler Pro League volop in de weer zijn om hun spelerskern voor het komende seizoen te stofferen, wordt er weer druk gespeurd op de transfermarkt. Daarbij houdt iedereen een extra oogje open voor Belgische buitenkansjes. Het is namelijk belangrijk om een minimum aantal Belgen in de kern te hebben. VoetbalPrimeur.be maakt een voorlopige stand van zaken op.
Aan het begin van het seizoen 2018-2019 kwam de Pro League met een nieuwe regel op de proppen: op het wedstrijdblad van een club uit Eerste Klasse A moesten vanaf dan minstens zes Belgen (of ‘voetbal-Belgen’, jongens die al lang genoeg in ons land spelen om die stempel te verdienen) prijken. Op die manier hoopte men de ploegen ertoe aan te zetten om te blijven investeren in talent van eigen bodem. Hoewel dat doel niet helemaal bereikt werd, is de regel twee jaar na datum nog steeds van kracht.
Sinds de invoering dook almaar vaker de - pejoratieve - term ‘excuus-Belg’ op. Cru gezegd is dat een Belgische voetballer die bij een bepaalde club zit die voor zijn kwaliteiten eigenlijk te hoog gegrepen is, maar daar dienst doet als ‘opvulling’ om aan het beoogde aantal landgenoten te komen. Zeker bij clubs waar het talent uit de eigen opleiding niet als paddestoelen uit de grond schiet, is die strategie aanlokkelijk (en zelfs noodzakelijk!). Hoe zit het met de verhouding Belgen versus buitenlanders bij de zestien teams uit 1A? Eerst kijken we naar de stand van zaken aan het eind van het voorbije seizoen, nadien werpen we een blik op de recente transferactiviteit.
Aantal Belgen per club
De balans van het percentage Belgische voetballers in de spelerskernen op het moment dat de competitie 2019-2020 werd afgerond, oogt simpelweg dramatisch. Amper drie van de zestien 1A-clubs heeft meer Belgen dan buitenlanders in de selectie! KV Mechelen mag zich het lichtende voorbeeld noemen met een knappe 70 procent. Ook RSC Anderlecht (61 procent) en rode lantaarn Waasland-Beveren (55 procent) gaven onze landgenoten uitvoerig kansen. De overige dertien clubs zijn gebuisd, zij het vaak nipt.
KAS Eupen is in dat opzicht het lelijke eendje van ons voetbal. Amper 28 procent van de Panda’s heeft de Belgische nationaliteit. Andere ploegen die slecht scoren zijn Cercle Brugge (30 procent), Royal Excel Moeskroen (34 procent), Sporting Charleroi (35 procent) en KV Kortrijk (36 procent). Vooral in Wallonië blijkt de Belgische vijver dus systematisch te klein te zijn. Van de topclubs doet KRC Genk het het minst goed, met slechts 39 procent input uit eigen land.
Hoe dan ook lijkt het gebrek aan vertrouwen in spelers van eigen bodem een globaal probleem in de Jupiler Pro League. Wanneer we de verhoudingen van alle zestien clubs samentellen, komen we uit op een gemiddeld percentage van 41,6 procent. Dat betekent met andere woorden dat ruim de helft van alle voetballers die actief zijn op de Belgische velden, buitenlanders zijn. Dat hoeft op zich geen drama te zijn. Een heleboel van die ‘inwijkelingen’ voegt immers een surplus aan talent toe aan onze competitie. Kwaliteit primeert boven nationaliteit.
Daarentegen blijven Belgische clubs graag gokken op die ene witte merel uit het buitenland. Als we de opstellingen uit de acht wedstrijden van de 29e en laatste speeldag onder de loep nemen, tellen we 69 basisklanten met een Belgisch paspoort. Op een totaal van 176 starters geeft dat een gemiddelde van 39,2 procent. Dat ligt in de lijn met het resultaat over de gehele kernen bekeken. Conclusie: in ons land vallen zowel goede ‘homegrown’ spelers als aantrekkelijke buitenlanders te spotten. Die houden elkaar zowat in evenwicht. Als de Pro League de dalende algemene tendensen weer wil ombuigen, lijkt het vooral zaak om in de breedte voorrang te geven aan eigen kweek ten opzichte van vreemde, vaak goedkopere lieden.
Speuren naar Belgen op de transfermarkt
De primussen van de klas kunnen de komende weken op beide oren slapen. Zij zullen niet al te snel administratief in de problemen komen met de indeling van hun spelerskern. Het voorgaande lijstje maakt echter duidelijk dat er bij heel wat clubs werk op de plank ligt. Zeker wanneer blijkt dat enkele Belgische getrouwen de deur achter zich dicht trekken, zal code rood snel in gang treden. De meerderheid van de clubs kan het zich simpelweg niet veroorloven om nog landgenoten te laten verkassen, althans niet zonder hen te vervangen.
Voor zowat elke vertrokken Belg zal er dan ook één in de plaats moeten komen. Zo wordt de Belgische nationaliteit meer dan ooit een troef op de transfermarkt. Bij KAA Gent hebben ze dat bijvoorbeeld goed begrepen. De Buffalo’s versterkten hun rangen al met vier Belgen: Dino Arslanagic, Alexandre De Bruyn (die normaal snel zijn handtekening zet), Mathéo Parmentier en Davy Roef. Ook Royal Antwerp FC zal in dat opzicht stevig aan de bak moeten. Op de Bosuil maakten al vijf landgenoten hun kastje leeg. The Great Old is wel volop aan de bak om dat verlies op te vangen. Een overzicht van de voorlopige transferactiviteit van de zestien 1A-clubs rond Belgische voetballers:
Wie is ‘verbelgischt’?
Het eerder vernoemde Gent is tot op heden de koning van operatie ‘Verbelgischen’. Ivan De Witte en Michel Louwagie wisten al (bijna) vier buitenkansjes te overtuigen. Dat zou wel eens een weloverwogen strategie kunnen zijn. Sporting Charleroi houdt zich nog steeds vrij afzijdig, maar sleepte wel Amine Benchaib al in de wacht. Het Lokerse diamantje geeft de Zebra’s wat extra ademruimte voor de ‘Belgen-regel’. Zij zijn de enige twee teams die goede zaken deden.
Wie blijft in balans?
Club Brugge, KRC Genk en Royal Excel Moeskroen sloten vooralsnog geen enkele deal met een Belg, inkomend noch uitgaand. Hun tellers blijven dus onaangeroerd. In Eupen werd het vertrek van Mégan Laurent, die einde contract was, opgevangen door de komst van doelman Théo Defourny. Die is weliswaar geboren in Frankrijk, maar heeft wel degelijk een Belgische identiteit. Hopelijk voor de Oostkantonners is dat slechts een eerste stap in de goede richting.
Wie ‘verbelgischt’ best wat meer?
Voor Anderlecht, Standard, Zulte Waregem, Kortrijk en Cercle Brugge valt de schade mee. Zij zagen hun bestand aan Belgische spelers met eentje afnemen. Gezien hun povere cijfers van vorig seizoen moet dat voor KVK en Cercle toch al een waarschuwing zijn. Tot slot zijn er nog vijf clubs die al twee Belgen meer zagen vertrekken dan er bij kwamen: Antwerp, KV Mechelen, Sint-Truiden, Oostende en Waasland-Beveren. Verschiet niet wanneer zij in juli en augustus enkele bekende of minder bekende landgenoten aan hun selectie toevoegen. Vooral bij de Kanaries wordt de situatie stilaan precair, met ook nog de dossiers van De Bruyn (Gent) en Thibault De Smet (Stade Reims) op tafel.
- Anderlecht (balans : -1):
- IN: Ilias Takidine
- UIT: Nacer Chadli, Davy Roef
- Antwerp (-2):
- IN: Dragan Lausberg, Birger Verstraete, Louis Verstraete
- UIT: Dino Arslanagic, Steven Defour, Zinho Gano, Kevin Mirallas, Jens Teunckens
- Cercle Brugge (-1):
- IN: Alexander Corryn
- UIT: Dylan De Belder, Guillaume Hubert
- KV Kortrijk (-1):
- IN: Michiel Jonckheere
- UIT: Sébastien Bruzzese, Hervé Kagé
- KV Mechelen (-2):
- IN: Gaëtan Coucke
- UIT: Bram Castro, Alexander Corryn, Dante Vanzeir
- KV Oostende (-2):
- IN: /
- UIT: Michiel Jonckheere, Logan Ndenbe
- Sint-Truiden (-2):
- IN: /
- UIT: Steven De Petter, Maxime Wenssens (en Alexandre De Bruyn en Thibault De Smet binnenkort?)
- Standard (-1):
- IN: /
- UIT: Senna Miangue
- Waasland-Beveren (-2):
- IN: Tom Reyners
- UIT: Tuur Dierckx, Xian Emmers, Nordin Jackers
- Zulte Waregem (-1):
- IN: /
- UIT: Davy De fauw