Zomerse buitenkansjes voor Belgische clubs na corona: transfervrije spitsen

11 juni 2020 om 10:00
Laatste update: 11 juni 2020 om 10:00

Nu de zwaarste coronaperiode achter de rug is, richt de mensheid het vizier weer op de toekomst. Net als in zowat alle sectoren zal ook in de (Belgische) voetbalwereld de tering naar de nering gezet moeten worden. Zo wordt het voor de grote meerderheid van de Jupiler Pro League uit den boze om al te hoge transfersommen op tafel te leggen. Gelukkig valt ook op transfervrije basis heel wat kwaliteit aan te trekken. VoetbalPrimeur.be schiet graag ter hulp en lijst enkele zomerse buitenkansjes op. In deze achtste en laatste aflevering: transfervrije spitsen.

Omdat het aanbod aan voetballers zonder contract zowat eindeloos is, heeft onze redactie een aantal filters toegepast. Enkel Belgische spelers of buitenlanders met een (recent) verleden in de Jupiler Pro League krijgen een plekje in dit artikel. Hun kwaliteiten zijn immers genoegzaam bekend, waardoor hun komst een minder groot risico zou moeten inhouden. Daarnaast komen enkel voetballers in aanmerking die de voorbije maanden wel degelijk onder contract lagen bij een club en dus bewezen hebben dat ze fysiek in orde zijn.

Jonathan Benteke (Alemannia Aachen – 25)
Na een resem omzwervingen leek de jongere broer van Rode Duivel Christian in het najaar van 2019 eindelijk houvast gevonden te hebben. Met drie doelpunten in enkele weken tijd zette Benteke junior zich enigszins op de kaart bij Aachen, dat in de Duitse Regionalliga uitkomt. Mede door het coronavirus kreeg die opmars echter geen vervolg. En dus mag de 25-jarige aanvaller uitkijken naar wat alweer de zevende club uit zijn professionele loopbaan zal worden.

Dylan De Belder (Cercle Brugge – 28)
De heenronde ging aan zijn neus voorbij vanwege een zware blessure, maar de terugkeer van De Belder viel samen met de memorabele heropstanding van Cercle. Toeval of niet? Feit is in ieder geval dat de aanvaller op het veld van Royal Excel Moeskroen een cruciale driepunter veiligstelde (0-1) met zijn enige treffer van het seizoen. Bovendien drukt De Belder als aanvoerder ook mentaal zijn stempel op de Brugse spelersgroep. De Vereniging liet in februari al weten dat het hem graag wil behouden, maar tot op heden kwam er nog geen schot in de zaak.

Tony Djim (FC Porto – 23)
Nadat hij op tweejarige leeftijd vanuit de Centraal-Afrikaanse Republiek naar ons land verhuisde, leerde de jonge Djim voetballen op Sclessin, tot Porto in 2014 op de proppen kwam. De pocketaanvaller ging gretig in op de Portugese avançes. Na al die jaren zal hij er echter vertrekken zonder ook maar één speelminuut voor het A-elftal. Bij Porto II, dat aantreedt in de Segunda Liga, wist Djim het afgelopen jaar drie keer de netten bol te zetten.

Marton Eppel (Cercle Brugge – 28)
Eén van de witte raven die een doodsbenauwd Cercle hoopte te strikken tijdens de wintermercato. De Hongaarse spits een revelatie noemen zou een brug te ver zijn, maar hij bewees wel zijn waarde voor Groen-Zwart. Straffe statistiek: bij zijn vijf basisplaatsen wist Cercle slechts één keer niét te winnen, tegen grote broer Club. Een talisman, dus. Mogelijk klinkt dat een andere JPL-club als muziek in de oren. Voordien voetbalde Eppel haast uitsluitend in zijn thuisland en Kazakhstan.

Harlem Gnohéré (FCSB – 32)
Na achttien rozen in de toenmalige Tweede Klasse waagde Gnohéré zich in 2012, net als werkgever Sporting Charleroi, aan het hoogste niveau. Die promotie beviel hem niet al te best. Via Westerlo, Moeskroen en Mons kwam de krachtpatser (94 kilogram droog aan de haak) in Boekarest terecht. Daar vond hij zijn neus voor goals terug, eerst bij Dinamo, later bij rivaal FCSB, het vroegere Steaua. In 2018 kroonde Gnohéré zich zelfs tot (gedeeld) Roemeens topschutter. Die knappe prestaties kunnen hem het voordeel van de twijfel geven voor een herkansing in Eerste Klasse A.

Viktor Klonaridis (AEK Athene – 27)
Met amper 242 minuten in het Belgische profvoetbal achter zijn naam zou geen kat vermoeden dat deze Klonaridis geboren werd in … Seraing. De roots van zijn vader lokten hem al vroeg in zijn jeugd terug naar Griekenland. Daar brak de schaduwspits door bij AEK, waar hij momenteel nog steeds voetbalt, weliswaar nauwelijks als basisklant. Pittig detail: tussendoor beproefde Klonaridis zijn geluk even bij aartsrivaal Panathinaikos. Momenteel zijn de Play-Offs in Griekenland volop aan de gang, maar nadien mag onze landgenoot gaan en staan waar hij wil.

Dieumerci Mbokani (Royal Antwerp FC – 34)
Zonder enige twijfel de meest gelauwerde naam uit dit lijstje. Na twee overweldigende jaren bij The Great Old, recent bekroond met de Gouden Stier én de Ebbenhouten Schoen, staat een toekomst op de Bosuil op losse schroeven. Prijsschutter Mbokani eist een langdurige overeenkomst, terwijl Antwerp daar niet bepaald tuk op is. De Congolees zette de deur voor de andere topclubs uit ons land alvast zélf wagenwijd open. Toch hoeft niemand verbaasd te zijn als Stamnummer Eén straks alsnog overstag gaat.

Jens Naessens (KSV Roeselare – 29)
Als doorgestroomde belofte legde de jonge Naessens bij Zulte Waregem prestaties op de mat die een lange loopbaan in de JPL deden vermoeden. Stapsgewijs nam het licht van zijn rijzende ster echter af. Na een mindere periode bij KV Mechelen zocht de aanvaller vanaf 2017 zijn heil in Eerste Klasse B. Ondanks achttien competitietreffers liet Westerlo Naessens in augustus vorig jaar transfervrij naar Roeselare verkassen. De Deinzenaar deed er zijn stinkende best (vijf treffers), maar moet door de geweigerde licentie weer op zoek naar een nieuwe werkgever.

William Owusu (Ajman Club – 30)
Stel je voor dat Antwerp de cirkel rond maakt: als de wegen met Mbokani scheiden, kan de oudste club van het land altijd Owusu naar de Bosuil terughalen, nota bene de voorganger van Mbokani. Tussen 2014 en 2019 deed de Ghanees het publiek in Deurne-Noord 44 keer opveren. Lange tijd leverde hem dat (te) weinig erkenning op. Misschien koos Owusu daarom wel voor een vlucht naar de Verenigde Arabische Emiraten. Ook daar wist de spits het doel staan, getuige zijn acht goals.

Cyril Théréau (Fiorentina – 37)
Een naam uit een verder verleden, wat gezien zijn leeftijd niet hoeft te verwonderen. Zo’n vijftien jaar terug lanceerde Théréau zijn carrière bij Sporting Charleroi. De lange, wat slungelige aanvaller toonde er zijn doelgerichtheid. Die liet hem in de steek in een korte termijn bij Anderlecht, maar in de Serie A lukte het wél. Zijn topjaren beleefde de Fransman bij Udinese, waar hij drie maal op rij boven de tien doelpunten aftikte. Sinds hij voor Fiorentina uitkomt, gaat het snel bergaf. Met zijn 37 lentes is Théréau alvast een enorme gok om aan te trekken. Of hangt onze zuiderbuur simpelweg de schoenen aan de haak?