Nederland zorgt voor verrassing op Wembley, toch ingetogen vreugde na zwarte week
Het Nederlands elftal heeft dinsdagavond voor een lichtpuntje in donkere interlandtijden gezorgd. Op Wembley was de ploeg van Danny Blind met 1-2 te sterk voor Engeland.
Ook voor de oefeninterland tegen Engeland had Blind weer een aantal verrassingen in petto, want niet Klaas-Jan Huntelaar, maar Vincent Janssen begon in de spits op Wembley, het stadion waar de trefzekere AZ-speler een paar jaar geleden nog een stadiontour kreeg. Ook Riechedly Bazoer maakte zijn basisdebuut in de 4-3-3-formatie van Oranje, waar Blind tegen Frankrijk nog koos voor een systeem met vijf verdedigers.
Alle goede bedoelingen ten spijt, Oranje kon ook tegen Engeland geen moment overtuigen. Na wat speldenprikjes van Joël Veltman, die een penalty had moeten krijgen, en Georginio Wijnaldum was het woord al snel aan het thuisland. Dat vertaalde zich ook in een doelpunt. Op slag van rust belandde de bal voor de voeten van Ross Barkley, die stak op Kyle Walker en de pijlsnelle rechtsback schonk Jamie Vardy een niet te missen kans: 1-0.
In de tweede helft veranderde dat, met Vincent Janssen als katalysator. De spits miste eerst een droomkans op de gelijkmaker, maar kreeg enkele seconden later al de mogelijkheid om die goed te maken, nadat Luciano Narsingh een voorzet op de hand van Danny Rose had gemikt. Janssen eiste de bal meteen op, legde aan en schoot de penalty onberispelijk in de kruising. Het was de eerste interlandgoal van de AZ-speler voor Oranje.
Na de Nederlandse gelijkmaker klopte Engeland een paar keer gevaarlijk op de deur, met een pegel van Vardy als hoogtepunt. Jeroen Zoet was echter op zijn post om het schot knap over de lat te tikken. Maar op het moment een goal van Engeland in de lucht hing, ging Oranje er als een dief in de nacht vandoor met de 1-2. Janssen zette zijn lichaam er ijzersterk in en gaf de bal voor op Luciano Narsingh, die bij de tweede paal afrondde.