De staart des Duivels: waarom de Nations League voor Tedesco wél van belang is
De wat? De Nations League? De kans is reëel dat je vrienden die net wat minder voetbalminded zijn, niet meteen begrijpen waarom jij vrijdagavond liever thuis voor de buis blijft zitten. Toegegeven, zelfs de meest verstokte fans van de Rode Duivels lopen niet meteen warm voor het toernooi. En toch kan deze Nations League voor onze nationale ploeg van onschatbare waarde zijn. In deze ‘Staart des Duivels’ legt VoetbalPrimeur.be uit waarom.
De spons erover (?)
Na jaren vol hoogtepunten, feestvieringen en een occasionele ontgoocheling is de teneur rondom de Rode Duivels flink gekeerd. Sinds het WK in Qatar heeft het onverbreidelde optimisme plaatsgeruimd voor een steeds vaker terugkerend negativisme. Deed de intrede van Domenico Tedesco in eerste instantie nog een frisse wind waaien, ook daar is op Euro 2024 een geurtje aan komen hangen. Of zeg maar: een flinke walm. Ongeïnspireerd, arrogant, lui, geen vaderlandsliefde … Het zijn slechts enkele etiketten die de spelers opgekleefd kregen.
Het EK in Duitsland is faliekant verlopen, dat durft niemand te weerleggen. Zelfs de bondscoach zelf is tot die vaststelling gekomen. Op zijn meest recente persconferentie nam hij uitgebreid de tijd om een mea culpa te slaan over dat toernooi. Zand erover? Daarvoor is het misschien nog wat vroeg. Zoals overal in de topsportwereld bestaat er slechts één wondermiddel tegen aanzwellende kritiek: prestaties leveren. Als de Rode Duivels zich weer willen verzoenen met het Belgische volk, zijn resultaten vereist, liefst zo snel mogelijk. Tegen Israël en vooral Frankrijk krijgen Kevin De Bruyne en co twee kansen om hun blazoen op te poetsen.
Job op het spel
Meer dan voor eender wie is de nakende Nations-League-campagne van belang voor Tedesco. Zijn anderhalf jaar aan het roer is het perfecte bewijs van de realiteit van het bondscoachschap. Voorrondes en oefenpartijen, allemaal goed en wel, maar het is op de eindtoernooien dat reputaties gemaakt of gekraakt worden. In het geval van de Duitser is het, helaas, dat laatste geworden. Op het EK in zijn thuisland ontbeerde Tedesco plots alle eigenschappen die zijn intrede zo veelbelovend hadden getekend. Van zijn heldere communicatie, tactisch inzicht en geloof in de jeugd bleef in het heetst van de strijd niets meer over …
Maar goed, iedereen verdient een tweede kans, toch? Uit de (vele) reacties na de uitschakeling blijkt dat niet zozeer waar te zijn. De modale man en vrouw in de straat zag Tedesco eigenlijk liefst van al ophoepelen. Makkelijker gezegd dan gedaan, aangezien hij vóór het EK al een contractverlenging had mogen ondertekenen. Een zoveelste blunder van de bond, volgens de criticasters. Hoe dan ook viel Tedesco eigenlijk niet te ontslaan, zelfs niet na de storm die over hem heen raasde. Zijn stoel blijft evenwel bijzonder wankel staan. Als de Rode Duivels ook in de Nations League op hun doos krijgen, zal de druk vroeg of laat onhoudbaar worden. En eerder vroeg dan laat.
De generatiewissel, deel 2
Eerlijk is eerlijk: onder Tedesco is al een lenteschoonmaak in de kern doorgevoerd, mede door het afscheid van enkele tenoren uit de topjaren. Voor deze twee afspraken in september haalde de selectieheer nogmaals zijn bezemsteel boven. Geen Yannick Carrasco, geen Axel Witsel, zelfs geen Leandro Trossard en ook geen Romelu Lukaku, zij het in onderling overleg. Meer dan ooit is de generatiewissel op til. Van de opgeroepen Duivels reisde enkel Kevin De Bruyne in 2014 mee af voor de ontdekkingstocht doorheen Brazilië.
Met Julien Duranville en Arne Engels zijn twee debutanten neergestreken in Tubeke, al zullen de ogen (nog) niet noodzakelijk op hen gericht zijn. Nee, die eer is weggelegd voor jongens als Johan Bakayoko, Maxim De Cuyper, Charles De Ketelaere, Loïs Openda en Arthur Vermeeren. Zij krijgen een uitgelezen kans om zichzelf in het elftal te knokken, daarbij hun kandidatuur te stellen voor het WK in Noord-Amerika en vooral de Belgische supporter opnieuw te doen dromen.
Niet neerkijken
Dromen van glansrollen op Europese en wereldkampioenschappen, maar evenzeer in … de Nations League zelf. Als de voorbije tien jaar iets hebben aangetoond, is het dat het aartsmoeilijk is om prijzen te pakken in het interlandvoetbal, zelfs wanneer je over een generatie beschikt die in een ketel vol talent gevallen is. Waarom niet eens beginnen met deze Nations League? Uiteraard heeft die nog niet de allure van EK’s en WK’s, maar met Portugal, Frankrijk en Spanje als laureaten oogt het (beperkte) palmares toch fraai. Als die grootmachten hun neus niet ophalen, waarom zouden wij Belgen dat dan wel doen? Binnen pakweg 30 jaar staat zou de waarde van zo'n triomf wel eens flink gestegen kunnen zijn.
Laat ons eerst al eens proberen om de Final Four van de Nations League te halen. In een poule met ook nog Italië lijkt dat een uitdagende doelstelling. Met de huidige selectie valt dat toernooi helemaal niet te versmaden, wel integendeel. De Nations League vormt het ideale toneel om een trampoline te bouwen richting het échte grote werk. De Bronzen Generatie van weleer legde ooit de basis op de Olympische Spelen. Laat de Nations League dezelfde rol vervullen met dit verse blik aan Duivelse klasse!