Zeven weetjes over Fiorentina: per ongeluk 'La Viola' en de haat richting Juventus
Club Brugge kijkt Fiorentina in de ogen, met als inzet een plek in de finale van de Conference League. De trots van Firenze behoort al decennialang tot de meest spraakmakende Italiaanse teams, zonder daar een uitpuilende erelijst aan te koppelen. VoetbalPrimeur.be laat je wat dieper kennis maken aan de hand van zeven uitgekiende weetjes.
La Viola
Wie aan Fiorentina denkt, ziet ongetwijfeld meteen een paarse waas voor de ogen opdoemen. Die kleur is immers eerder uitzonderlijk in voetballand, vraag dat maar aan RSC Anderlecht en Beerschot. De fans van La Viola zijn er ongetwijfeld trots op, maar een bewuste keuze was het eigenlijk niet. Gek genoeg kwam het voort uit … een wasongeluk! Oorspronkelijk voetbalde de club namelijk in rood-witte truitjes, een beetje vergelijkbaar met het huidige Feyenoord. Op een dag liep er iets verkeerd tijdens het wassen, waardoor er paarse vlekken op het shirt waren verschenen. De aanhang was meteen verkocht. Of hoe traditie soms in een klein (was)hoekje schuilt.
'Amaro ma sempre'
De lijfspreuk is bijzonder veelzeggend: ‘Bitter, maar altijd’. Het verwijst naar de woelige jaren uit de geschiedenis, die naast enkele triomftochten ook vele dieptepunten kende. Zo zakte de club verscheidene keren naar de Serie B en werd het in 2002 zelfs teruggezet naar het vierde niveau vanwege financiële wantoestanden. De cijfers kleurden toen zó rood dat verschillende bekers ten gelde moesten worden gemaakt. Een bittere smaak blijft echter niet voor eeuwig in de mond achter, beseft men in Firenze maar al te goed. Dankzij twee achtereenvolgende promoties én wat hulp van de bond (die de Serie B uitbreidde naar 24 clubs) vierde Fiorentina in 2004, exact twintig jaar geleden, al haar terugkeer bij de elite. Sindsdien heeft het dat stekje niet meer afgegeven.
Zingen? Even spieken in je truitje
Weinig clubs dragen traditie zo hoog in het vaandel. Ter illustratie: door de jaren heen staat in elke versie van het thuistenue wel ergens een lijn uit het clublied geborduurd. ‘Maglia viola lotta con vigore, per esser di Firenze vanta e gloria’, staat er dan te lezen. Vertaald betekent dat: ‘het paarse truitje strijdt krachtig, om de roem en glorie van Firenze te zijn’. Handig voor nieuwe spelers die nog niet de gehele tekst van het clublied van buiten kennen.
Succesvoller in Europa dan in de laars
Met twee Scudetti in 1956 en 1969 en zes exemplaren van de Coppa Italia (laatste in 2001) in de prijzenkast mag Fiorentina niet klagen. Toch slaagde het er nooit echt in om langere tijd aan de Italiaanse top te blijven. Bij de jongere generaties doen eigenlijk hoofdzakelijk enkele internationale succescampagnes een belletje rinkelen. Sinds 1990 warmden de fans zich aan drie halve finales en twee finales in Europa, met vorig jaar nog de (verloren) eindstrijd in de Conference League. In 1961 veroverden de paarshemden overigens al de Europacup II door Rangers FC te verslaan.
Erg Italiaans getint
In tegenstelling tot sommige grootmachten uit de laars heeft Fiorentina altijd haar Italiaanse karakter behouden. Denk daarbij niet alleen aan de sterspelers uit de clubhistorie (Giancarlo Antognoni, Francesco Toldo, Roberto Baggio …), maar ook aan de mannen in de dug-out. Slechts vijf trainers vanaf de jaren ’70 hadden geen Italiaans paspoort. Onder hen zaten illustere namen als Sven Göran Eriksson, Fatih Terim en de inmiddels betreurde Sinisa Mihajlovic. Geen wonder dat het bestuur midden 2021 koos voor de aanstelling van Vincenzo Italiano … Symbolischer kan een naam moeilijk zijn, toch?
Rivaal uit Juventus
De die-hard-fans kunnen het bloed van Juve wel drinken. De rivaliteit die tussen beide clubs heerst, is vrij uniek, aangezien ze niet gebaseerd is op geografie en Fiorentina evenmin in dezelfde gewichtsklasse bokst. Er zit wel zeker een historische component in verweven, maar in Firenze is de haat voor Turijn vooral in de jaren ’80 en ’90 opgeborreld. Zowel de titelstrijd in 1982 als de UEFA-Cup-finale van 1990 verliep erg gespannen, telkens omgeven door een geur van corruptie. Het kookpunt werd echter bereikt met de toenmalige recordtransfer van Roberto Baggio. De chouchou van de Florentijnen trok naar Juve, mede om de noodlijdende clubkas te spijzen. Het dreef de fans tot razernij, met straatgevechten en een bestorming van de kantoren in het stadion tot gevolg. In recentere tijden kregen ook Federico Chiesa en Dusan Vlahovic het etiket van ‘verraders’ opgekleefd.
Batigol
Bij de naam van Baggio keren sommige magen nog steeds om. De fakkel van eeuwige publiekslieveling heeft hij daarom moeten doorgeven aan Gabriel Batistuta. De legendarische Argentijn kwam gedurende zowat de volledige jaren ’90 uit voor Fiorentina. Een afgetraind lichaam had hij niet bepaald, maar in de zestien meter kende Batigol zijn gelijke niet. In 269 wedstrijden voor La Viola trof hij liefst 168 keer raak. Enige smet op die wonderjaren: eremetaal leverde het de club niet op. Ergens deed het dan ook pijn dat Batistuta een jaar na zijn transfer naar AS Roma al mocht zwaaien met de Scudetto … Het leven van een Fiorentina-fan kan nu eenmaal bitter smaken!