De supersub bestaat nog : Amuzu, Arokodare en Muja brengen vreugde vanop de bank
De Jupiler Pro League is tien speeldagen ver. Tijdens de interlandbreak laten we bij VoetbalPrimeur.be ons licht schijnen op enkele opvallende statistieken. Die leiden ons in deze aflevering naar een deugddoende vaststelling: de supersub bestaan nog!
Het is de natte droom van elke bankzitter (en zijn coach): invallen in een stroeve wedstrijd en het slot van de deur halen. In de lopende JPL mochten een heleboel spelers die sensatie al door het lijf voelen gieren. Eén keer is al fijn, maar stel je voor dat het je meermaals lukt? Elf jongens slaagden er al in om minstens twee keer beslissend te zijn na een invalbeurt, met meer dan één doelpunt en/of assist met andere woorden.
Tip voor de beginnende trainer: wie een Patri(c)k in de dug-out heeft zitten, gunt die best voldoende invaltijd. Zowel Patrik Hrosovsky (KRC Genk) als Patrick Pflücke (KV Mechelen) wisten al twee assists af te leveren nadat ze laattijdig tussen de lijnen werden gebracht. In het geval van die laatste gebeurde dat zelfs in een en dezelfde wedstrijd, op het veld van KVC Westerlo, nota bene bij zijn debuut. Sindsdien rekent Steven Defour zijn Duitse linkspoot toch wat vaker bij de hoofdmacht.
Nog een half dozijn anderen schoten hun ploeg tot twee maal toe te hulp. Daarbij zitten vanzelfsprekend voornamelijk aanvallers, maar dat hoeft niet per se zo te zijn. Jérôme Déom bijvoorbeeld is een centrale middenvelder, maar verheugde De Panda’s al met één goal en één beslissende pass als wisselkracht. Met Rafik Belghali staat er zelfs een onvervalste rechtsachter in het rijtje, naast Pflücke de tweede Kakker. Naar verluidt heeft Defour de geel-rode bank ingesmeerd met chilipoeder …
Drie keer raak
Het zal niet verbazen dat ook de topploegen stevig vertegenwoordigd zijn bij de elf gouden invallers. Hun kern is immers breder dan die van de modale JPL’er, waardoor zij ook vanop de bank duels kunnen doen kantelen of net in een beslissende plooi leggen. Gustaf Nilsson (Union Saint-Gilloiseo) en Antonio Nusa (Club Brugge) gaven al het goede voorbeeld, maar zij kunnen niet tippen aan een triumviraat met drié doorslaggevende acties: Francis Amuzu, Tolu Arokodare en ArbnorMuja.
Vooral Amuzu kreeg de voorbije weken het etiket van ‘supersub’ opgekleefd. Het jeugdproduct van RSC Anderlecht mag ook geregeld het eerste fluitsignaal meemaken, maar met zijn verschroeiende snelheid leunt zijn profiel dicht aan bij de definitie van joker. De statistieken geven Brian Riemer daarin gelijk. Tot drie keer toe scoorde Amuzu al een belangrijke treffer als wisselspeler, bovendien in stijgende lijn van schoonheid. Die fenomenale lob vanop 35 van afgelopen weekend was het (voorlopige?) kroonstuk.
Ook Arokodare en Muja drukten al meermaals hun stempel op hun (soms noodlijdende) ploeg. Beiden leverden al twee doelpunten en één assist af vanuit een invallersstatuut. Wat Arokodare betreft, zou dat wel eens zijn lot voor de komende maanden kunnen zijn, gezien de felle concurrentie van Andi Zeqiri. Mark van Bommel heeft Muja dan weer na aan het hart zitten, vooral dankzij zijn tomeloze inzet en uitstekende wedstrijdmentaliteit. Het blijft het eeuwige lot van de supersub: presteren als invaller, maar zo tegelijk je eigen graf als basisklant graven.
De elf invallers met meer dan één doelpunt/assist tot dusver:
1. Francis Amuzu (Anderlecht) – 3 doelpunten, 0 assists
Tolu Arokodare (Genk) - 2 doelpunten, 1 assist
Arbnor Muja (Antwerp) – 2 doelpunten, 1 assist
4. Rafik Belghali (Mechelen) – 1 doelpunt, 1 assist
Regan Charles-Cook (Eupen) - 1 doelpunt, 1 assist
Jérôme Déom (Eupen) - 1 doelpunt, 1 assist
Patrik Hrosovsky (Genk) – 0 doelpunten, 2 assists
Alan Minda (Cercle Brugge) - 1 doelpunt, 1 assist
Gustaf Nilsson (Union) – 2 doelpunten, 0 assists
Antonio Nusa (Club Brugge) - 1 doelpunt, 1 assist
Patrick Pflücke (Mechelen) – 0 doelpunten, 2 assists