'Spelers binnen landsgrenzen huren is minder aantrekkelijk door wetswijziging'
Spelers huren binnen België is duurder door een wetswijziging. Dat kan tot gevolg hebben dat spelers in het buitenland gaan voetballen. Dat schrijft Het Nieuwsblad.
Een wetswijziging eind 2021 in België heeft onbedoelde gevolgen voor voetbalclubs die spelers binnen het land verhuren. Voorheen konden clubs 80% van de bedrijfsvoorheffing recupereren, maar dit is verlaagd naar 75%. Als een speler binnen België wordt uitgeleend, verliest de verhurende club de fiscale korting en moet 100% bedrijfsvoorheffing betalen, waardoor het verhuren van een speler duurder is geworden.
Dit heeft gevolgen voor zowel de verhurende clubs als de hurende clubs. Verhurende clubs moeten nu de volledige bedrijfsvoorheffing betalen, en dit extra bedrag wordt meestal doorgerekend aan de hurende club. Dit maakt het voor kleinere clubs moeilijker om spelers te huren, aangezien ze mogelijk niet in staat zijn om de hogere kosten te dragen.
Voor verhurende clubs wordt het nu aantrekkelijker om spelers naar het buitenland uit te lenen, waar deze fiscale regels niet van toepassing zijn. Dit kan leiden tot minder binnenlandse huurovereenkomsten en een potentieel nadeel voor jonge spelers die binnen België willen spelen. De Pro League heeft geprobeerd het probleem aan te kaarten bij het Grondwettelijk Hof, maar zonder succes. Een wetswijziging lijkt de enige oplossing, maar het is onzeker wanneer dit zal gebeuren.
Toch zijn er nog binnenlandse huurdeals te zien, met als voorbeeld Alexandro Calut die door OH Leuven wordt gehuurd van Standard. Die huur gaat gepaard met een aankoopoptie. Clubs gaan dus toch over stag als ze echt wat in een speler zien.