Club Brugge slaat gouden pagina's om: 356 keer Vormer leverde tien trofeeën op

5 januari 2023 om 13:15
Laatste update: 5 januari 2023 om 13:15

Club Brugge is aan het einde van een tijdperk gekomen. Na 8,5 jaar behoort Ruud Vormer niet meer tot de kern van de West-Vlamingen. Het boegbeeld heeft ervoor gekozen om zijn loopbaan te vervolgen bij SV Zulte Waregem, waarmee er een symbolisch punt komt te staan achter één van de meest succesvolle periodes van Club. Mét een glansrol voor architect Vormer, gereconstrueerd door VoetbalPrimeur.be.

Een blik op zijn statistieken volstaat ruimschoots om het belang van zijn Brugse passage te duiden: 356 wedstrijden in blauw-en-zwart, gekruid met 63 doelpunten en liefst 95 assists. Belangrijke kracht in vijf  Champions-League-campagnes. En daarbovenop nog een prijzenkast om u tegen te zeggen. In 10 van de 46 trofeeën die Club Brugge in haar roemrijke geschiedenis verzameld heeft, had Vormer een aandeel. Uiteindelijk is zijn persoonlijke teller gestopt bij vijf landstitels, één beker en vier Supercups. Amen.

De invloed van Vormer louter herleiden tot prijzengewin zou zijn nalatenschap echter onrecht aandoen. Om veel meer redenen was de karakterkop een onmisbare sleutelfiguur in de (her)opbouw van Club. Als Blauw-Zwart vandaag de dag een dominante op de troon van het Belgische voetbal zit, kan het aandeel van Vormer daar onmogelijk in ontkracht worden. In de eerste plaats pompte hij jarenlang een noodzakelijke dosis over-ons-lijk-mentaliteit in zichzelf en zijn ploeggenoten. Dankzij een gezonde cocktail van grinta en geloof in eigen kunnen, af en toe overgoten met een vleugje cynisme, zette Club stapje voor stapje voorwaarts. Of hoe een winnaarscultuur wel degelijk kneedbaar is.

Geliefd in Brugge, gehaat erbuiten
No sweat, no glory, weet je wel. Niet toevallig ontstond die leuze onder het aanvoerderschap van Vormer. Terwijl Vincent Mannaert, Bart Verhaeghe en  (eerst nog) Michel Preud’homme die Brugse waarden dagelijks implementeerden buiten het terrein, speelde de Nederlander voor verlengstuk binnen de groene rechthoek. Zijn positie als nummer acht paste daarbij als gegoten: in zijn beste dagen leek Vormer werkelijk overal tegenstanders op te jagen en met passes te strooien. Best opmerkelijk, aangezien hij in de Eredivisie eerder werd uitgespeeld als controlerende middenvelder met veel minder bewegingsvrijheid. Preud’homme had echter toen al opgemerkt dat er een beest in hem schuilde. Zijn kooi afbreken volstond om dat beest los te laten ...

Acht jaar lang draafde Vormer over de Belgische velden heen. Gezegend door een uitstekende passing en scherp spelinzicht, maar evenzeer niet te beroerd om te beuken, tackelen of zweten. En af en toe zijn scherpe tong eens te laten spreken. Zoals het een Hollander betaamt nam hij zelden een blad voor de mond in interviews, zeker niet na afloop van een wedstrijd, wanneer de adrenaline nog door de keel gierde. Bij menig tegenstander groeide Vormer dan ook al snel uit tot schietschijf bij uitstek. Op verplaatsing kon je ervanop aan dat hij telkens als eerste weinig verheffende spreekkoren over zich heen zou krijgen. En Vormer zelf? Die vond dat geweldig, getuige zijn immer guitige grijns.

Gouden randje
Door al die tomeloze inzet en externe haatgevoelens heen zag de kenner evenwel steeds helderder dat er een puike voetballer in dat lichaam schuilde. Toen de assists als rijpe appels uit de boom vielen, was het moment gekomen om Vormer de grootste individuele onderscheiding uit het Belgische voetbal uit te reiken. Met de Gouden Schoen 2017 op de schouw (als eerste noorderbuur sinds de mythische Rob Rensenbrink in 1976) schitterde de blonde middenvelder wat opvallender, maar dat veranderde geen sikkepit aan zijn stijl op het veld. Het Brugse legioen bleef week in week uit genieten van de oeverloze inspanningen van haar kapitein.

Nu de herfst van zijn carrière is genaderd, heeft Vormer echter moeten inboeten aan fysieke scherpte. Die hebben geleidelijk een negatieve impact uitgeoefend op zijn speelminuten. Dat proces werd vorig seizoen al ingezet, zelfs met Philippe Clement nog aan het roer. Een wederopstanding onder Alfred Schreuder bleek van korte duur, waarna Carl Hoefkens hem radicaal aan de kant schoof. Zelfs zijn kersverse trainer, Mbaye Leye, plaatste al openlijk vraagtekens bij de lichamelijke paraatheid van Vormer. Hem kennende zal de Nederlander er verschrikkelijk op gebrand zijn om die woorden te logenstraffen. De gouden hoofdstukken van bij Club Brugge liggen nu voor altijd achter hem, maar in tweeënhalf jaar aan de Gaverbeek zullen zich nog voldoende kansen aandienen om zijn Belgische boek op waardige wijze af te sluiten.