VP’s Elf v/d Heenronde, spits: Doelpuntenmakers, sterke beren en aalvlugge flyers

22 november 2022 om 21:00
Laatste update: 23 november 2022 om 11:16

De lokroep van het WK heeft een einde gemaakt aan de heenronde van de Jupiler Pro League. Vroeger dan ooit heeft die haar poorten gesloten voor een voorbarige winterstop. Dit jaar deelt VoetbalPrimeur.be dus geen elf kerstpakjes, maar Sinterklaas-geschenken uit! Tijd voor VP’s Elf van de Heenronde, met in deze aflevering de zoektocht naar de beste spits.

De technische staf van VP.be stuurt haar elf klasbakken in een 4-3-3-formatie de wei in. Elke aflevering stellen we een selectie voor van beste kandidaten per positie. Daarna is het aan jou, lezer van VP, om (deels) de knoop te helpen doorhakken. Dat doe je door onderaan te stemmen via de poll. Op het einde van de rit worden de beste elf gekozen op basis van de stemmen van de redactie (50%) en de stemmen van de lezers (50%).

Victor Boniface (Union Saint-Gilloise)
Alweer zo’n nieuwkomer waardoor je moet zeggen: hoed af voor de sportieve cel van Union. Al gauw na zijn komst werd duidelijk dat Boniface de nieuwe kapstok zou worden voor het aanvalsspel van de vicekampioen. Net als voorganger Deniz Undav houdt de Nigeriaan de bal ontzettend makkelijk vast, met dank aan zijn kathedraal van een lichaam. Ook in de versnelling in de diepte is hij in staat om zijn man uit te schakelen. Om Undav helemaal te doen vergeten, zou Boniface enkel nog wat vaker moeten scoren.

Hugo Cuypers (KAA Gent)
De Buffalo’s durven wel vaker binnenlandse transfers aan te gaan, met wisselend succes. In het geval van Cuypers mag je nu echter al spreken van een voltreffer. Onze tweetalige landgenoot heeft zijn troeven van bij KV Mechelen perfect uitgespeeld binnen de spelregels van Hein Vanhaezebrouck. Zijn leergierigheid is enorm, zijn trainingsarbeid overweldigend, zijn aantal sprints ontelbaar. Cuypers voegt daar (niet onbelangrijk) nog een bovenmatig ontwikkelde neus voor doelpunten aan toe. Een waardige, misschien wel betere vervanger voor ouderdomsdeken Laurent Depoitre.

Fábio Silva (RSC Anderlecht)
Als een pijl uit een boog schoot de Portugees het Belgische voetbal binnen. Geheel logisch lagen de verwachtingen torenhoog, in het Astridpark en ver daarbuiten. Het prijskaartje van 40 miljoen dat Wolverhampton Wanderers aan zijn nek had gehangen, was daar niet vreemd aan. De huurling vulde die initieel dus ook in, maar kon nadien niet verbergen toch ook nog een heleboel werkpunten te hebben. Dreigend is het vaak, vol overgave altijd, maar af en toe mist Silva het nodige overzicht.

Lyle Foster (KVC Westerlo)
Er stond al enige JPL-ervaring op zijn cv, maar pas nu lijkt Foster volgroeid om ook daadwerkelijk een rol van betekenis te kunnen spelen. Jonas De Roeck weet althans perfect wat hij aan zijn spits heeft: vliegensvlugge benen in combinatie met een degelijke afwerker. Met die kwaliteiten slaagt Foster erin om zelfs de grotere Belgische clubs in verlegenheid te brengen. Binnen het spektakelvoetbal van Westerlo is hij van goudwaarde: bliksemafleider en bliksemschicht in één en dezelfde  persoon.

Mario Gonzalez (OH Leuven)
Spontane vaststelling: Spaanse aanvallers doen het vaak goed in de JPL. In de voetsporen van Javier Portillo of Victor Vazquez timmert ook deze Gonzalez hard aan de weg. Tijdens de openingsweken van het seizoen moest hij Marc Brys nog overtuigen. Hoe kan een goalgetter dat efficiënter doen dan door de netten te laten trillen? Met een dozijn doelpunten staat Gonzalez momenteel tweede in de strijd om de Gouden Stier. De zuiverheid van zijn afwerking vormt daarin de rode draad.

Vincent Janssen (Royal Antwerp FC)
Alle begin is moeilijk, ook in Nederland is dat een gekend spreekwoord. Janssen zal het in ieder geval beamen. Toen onze noorderbuur zich voor het eerst meldde op de Bosuil, zeulde hij nog wat te veel gewicht mee en moest hij bovendien optornen tegen publiekslieveling Michael Frey. De koe werd evenwel bij de hoorns gevat. Janssen krikte zijn niveau op, lukte enkele belangrijke doelpunten en was in oktober en november zelfs de beste Antwerpenaar, vooral door de bal uitstekend bij te houden tegen lastige verdedigers.

Ferran Jutglá (Club Brugge)
Zijn curve verloopt enigszins omgekeerd aan die van Janssen. Vooral in de eerste maanden van deze JPL-campagne maakte Jutglá namelijk grote sier. Spaanse spitsen in België, weet je wel … Het product van La Masia staat stevig op zijn benen, richt zich steeds op het vijandelijke doel en werkt bijzonder proper af. Nadat hij tot twee keer toe verkozen werd tot ‘Man van de Match’ in de Champions League, minderde de scherpte een beetje. Niet meer dan begrijpelijk.

Paul Onuachu (KRC Genk)
Het voelt ongetwijfeld vertrouwd aan, maar dat maakt de trots vanwege die Gouden Stier op de rug niet minder groot. Ook onder Wouter Vrancken doet Onuachu lustig waar hij het beste in is: scoren, liefst van al nog met het hoofd. Bijzonder opmerkelijk daarbij is dat de Nigeriaan pas begin oktober zijn eerste roos van de huidige jaargang lukte. Anderhalve maand later staat de teller op … veertien! Dat waanzinnige gemiddelde aanhouden is geen realistische doelstelling, maar een tweede topschutterstitel moet zeker kunnen.

Dante Vanzeir (Union Saint-Gilloise)
Nog eentje bij wie de motor even warm moest draaien. Toen dat eenmaal het geval was, demonstreerde Vanzeir opnieuw waarom hij tot de gevaarlijkste heerschappen van het vorige seizoen behoorde. Het succesrecept is stilaan gekend: diepgaan, de tegenstander op enkele lengtes lopen en dan toeslaan; Het samenspel met Boniface verloopt nog net wat minder vloeiend dan voordien met Undav, maar als ook dié relatie ontbolstert, wordt Union pas echt om in de gaten te houden.