Hoe kan Club Brugge van KRC Genk winnen? De zwaktes van de nummer twee
Zondag staat de topper tussen Club Brugge en KRC Genk op het programma. Eerder nam huisanalist en PEC Zwolle-scout Kristof De Croock al de kwetsbaarheden van de leider onder de loep en nu is het de beurt aan de nummer twee. Wat zijn de zwaktes van KRC Genk en hoe kan Philippe Clement John van den Brom en consorten pijn doen?
In de periode dat Genk switchte van de vier naar vijfmansverdediging hadden de spelers hier wel moeite mee in de laatste linie. Een ideale zoneverdediging van vier mensen is ongeveer 30 meter breed, max tien meter per speler. In de wedstrijd tegen Kortrijk werden de onderlinge afstanden niet altijd evengoed gerespecteerd.
Uronen staat hier te ver naar de buitenkant (hij verdedigt mangericht), in een 5-mansverdediging zou zijn positie goed geweest zijn. Lucumi kan niet uitstappen omdat Gueye hem pint. De Sart kopt goed door en Gueye werkt af.
De drie Colombianen hebben ieder hun kwaliteiten. Wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat ze zowel in het duel kunnen spelen als grote ruimtes verdedigen met hun snelheid. Een minpunt dat ze ook gemeen hebben is 90 minuten de concentratie behouden. Vooral de timing om de diepte eruit te halen is met momenten zeer matig.
Tegen Moeskroen zagen we Lucumi in de fout gaan op een lange bal door deze verkeerd in te schatten, maar er waren nog andere wedstrijden waar ze moeite hadden om “in één lijn” de diepte eruit te halen, ook bij de omschakelmomenten komt hun te vaak voor dat ze niet gezamenlijk opschuiven waardoor ze in de omschakeling naar balverlies nooit op één lijn staan.
Dit is net na balverlies van Onuachu, die blijft staan na balverlies. De laatste linie is compleet uit balans doordat Lucumi veel te laat is opgeschoven. Indien Frey hier dwingender doormiddel van een horizontale loopactie zat hier veel meer in.
Lucumi speelt op buitenspel terwijl Cuesta al op zijn eigen veld aan het anticiperen is op de loopactie van Gueye. Lucumi kan hier beter kiezen om met zijn snelheid de diepte eruit te halen en alvast te anticiperen op een mogelijke pas naar Selemaini (onderin beeld). Als een tegenster vrij is aan de bal moet men er altijd de diepte uithalen zoals in dit geval.
Vervolg, Cuesta zit te ver achter zijn verdediging waardoor hij de buitenspelval opheft voor Selemaini. Er is nog altijd geen druk op de bal en Lucumi staat nog altijd op dezelfde positie, waardoor de pass voor De Sart (?) zeer eenvoudig is op Selemaini.
Mocht ik Clement zijn, ik zou de middenvelders ver uit elkaar zetten in balbezit (Vormer – Vanaken normaal) en ze hoog positie laten kiezen. Op die manier is de kans groot dat er een van de buitenste centrale verdedigers zal doordekken op de middenvelders waardoor er ruimte ontstaat in de laatste linie van Genk. Vooral Munoz is hier heel impulsief in. Voor de pass gespeeld is en de tegenstander de bal dus onder controle heeft, zal Munoz al licht anticiperen om te kunnen uitstappen.
Munoz anticipeert al op de vrije middenvelder (heel licht maar wel voldoende om Frey in een positioneel voordeel te brengen). Bertrone steekt Weigel in de rug weg van Artaega en brengt zwak voor. Met alle respect voor Waasland-Beveren, maar als dit gebeurt met Lang en Dost is dit veel gevaarlijker. Dost weet dit soort minimale ruimte optimaal te benutten.
De hoge positie van Koita, die in de bal komt trekt Munoz met zich mee. Omdat hij de ruimte minimaal wil maken en zoveel mogelijk druk wil ontwikkelen op Koita komt er ruimte in de laatste linie. Waar de lopende spits kan van profiteren, mocht de spits dan in de hoek lopen, kan hij eventueel de contrawinger vrijlopen.
De rode kaart van Cuesta valt op een gelijkaardige manier.
Genk komt een numeriek ondertal van 4 vs 2 (Bukari zakt in voor een groot overtal). Omdat Genk “maar” met twee pure centrale middenvelders speelt dreigt de kans dat het in ondertal komt in de as van het veld indien de aanvallers zwakke negatieve pressing geven. Hier staat Munoz nog bij Yaremchuk.
Munoz stapt onnodig uit op Dorsch, Dorsch krijgt negatieve pressing dus Munoz moet de diepte eruit halen (anticiperen op Yaremchuk). De Colombiaan probeert nog te herstellen maar schampt de bal waardoor deze perfect in de loop komt van Yaremchuk.
Conclusie voor zondag
Club Brugge heeft nogal een directe stijl. Tegen Oostende zocht het snel lang (mede door de hoge druk) en speelde het vooral vanuit de tweede bal. Mocht ik Genk zijn, zou ik de laatste linie zou hoog mogelijk zetten, in dat geval zijn de tweede ballen ver genoeg van doel. Je houdt zo als tegenstander ook Dost verder weg van doel en de Colombianen kunnen met hun snelheid dan veel goed maken. Cruciaal zal zijn dat ze hun compact blijven gedurende 90 minuten want anders zal Dost waarschijnlijk weer toeslagen. Hopelijk wordt zondag een referentiewedstrijd voor het Belgisch voetbal tussen de “op papier” twee beste ploegen.
Auteur: Kristof de Croock, huisanalist van VoetbalPrimeur.be en scout van PEC Zwolle
Welke speler of club wil jij een volledig geanalyseerd zien? Laat het ons weten in de reacties.