De Ketelaere blijft dezelfde: "Met posters van Vleminckx in mijn slaapkamer"

19 december 2020 om 22:44

Het gaat Charles De Ketelaere de laatste maanden stevig voor de wind. De middenvelder is bezig aan zijn grote doorbraak bij Club Brugge en werd onlangs nog verkozen tot de Jonge Sportbelofte van het Jaar. Al blijft De Ketelaere naar eigen zeggen gewoon nog dezelfde Charles.

"Mats Rits zegt soms wel eens: hey, golden boy. Om te lachen, natuurlijk. Mijn leven is dit jaar niet veranderd. Ik woon nog altijd thuis bij mama", vertelt de negentienjarige De Ketelaere in Het Belang van Limburg.

"Plannen om alleen te gaan wonen, zijn er nog niet. Ik slaap dus nog altijd tussen al mijn posters van vroeger. Zoals een poster van Björn Vleminckx die inwerpt", lacht hij. "Heel mijn kamer hangt vol. Het is toch niet omdat ik een bekende voetballer ben, dat ik die posters eraf moet halen? Dat is mijn kamer", geeft hij aan.

Al beseft De Ketelaere ook dat hij een stuk bekender is geworden. "In Brugge is een graffitimuur met mijn naam gemaakt. Knap, maar ik denk dan niet dat ik dat per se verdien. Ik word daar zelfs wat beschaamd van", lacht De Ketelaere.

Idolen
Intussen speelt De Ketelaere wel bij de grote jongens. En dan soms tegen zijn grote jeugdidolen. "Mocht je mij als kind gezegd hebben dat ik nu tegen Refaelov of Odjidja zou spelen, dan zou ik dat ongelooflijk gevonden hebben. Dat waren mijn idolen", vertelt De Ketelaere.

"Mijn broer en ik kochten ook elk jaar een shirt. Van Sterchele, Vargas, zelfs van Marcos Camozzato. Herinner je je nog die bruine uittenues die ze hadden? Zo had ik er ook een, van Akpala. Waarom eigenlijk? Dat bruin was zo lelijk", lacht hij.

Zondag staat De Ketelaere ook tegenover een idool: Odjidja. "Ik was supporter, ballenjongen, ik liep ook vaak mee op. Met Vadis Odjidja bijvoorbeeld. Vroeger wilde ik zelfs het rugnummer 32, omdat Odjidja dat bij Club had. Ik denk niet dat ik nog verander. Ook al kreeg ik dat vorig seizoen zomaar toegewezen, ik vind die 90 nu wel speciaal", besluit De Ketelaere.