De impact van Heynen bij KRC Genk: ‘Hij laat de pianisten beter spelen’
KRC Genk is aan een sterke reeks bezig van acht overwinningen op rij. Vrijdagavond staat RSC Anderlecht op het programma. Bryan Heynen is een sleutelspeler van de Limburgers en wordt onder de loep genomen door huisanalist van VoetbalPrimeur.be en PEC Zwolle-scout Kristof De Croock.
Heynen en Hrosovsky vormen een zeer complementair duo op het middenveld. Beide hebben een enorme actieradius waardoor ze hun energie kwijt kunnen. Ze voelen elkaar goed aan en weten wanneer één van de twee mag gaan en de andere controle moet houden in het middenveld.
Heynen heeft veel kwaliteiten en door hem bestempelen als moderne box to box zou ik hem te kort doen want hij verbindt ook aanvallen, houdt controle waar nodig,… Hij is een alleskunner. Enkel zie je wel dat hij nog niet op het niveau is van voor zijn blessure. In zijn omschakelmomenten zeker over langere afstanden dan zie je dat Heynen nog niet op 100 percent zit.
Dit zegt wel iets over zijn kwaliteiten, een speler die op 80-90 percent toch zo een onopvallende impact heeft op het middenveldspel bij KRC Genk. Een fitte Heynen heeft veel meer snedigheid in de omschakeling naar balverlies, hij zal nooit een spurtbom zijn, maar traag ook niet. Zijn eerste meters oogt hij vals traag en eens op snelheid kan hij vrij grote passen pakken. Vorig jaar in de return op Liverpool had Wijnaldum redelijk wat moeite om hem bij te houden op grote afstanden.
KRC Genk had in het begin van het seizoen vooral problemen om via het middenveld vooruit te voetballen. Zeker Kouassi die wel andere kwaliteiten heeft toonde over een zeer matige passing te beschikken. Bij Heynen lijkt dit allemaal heel simpel. Hij heeft veel rust aan de bal en een zeer goede decision-making. Hij kiest altijd voor de logische oplossing maar voert deze met de juiste snelheid uit waardoor de tegenstander hier veel moeite mee heeft.
Hij heeft altijd oog vooruit aan de bal en heeft een zuivere passing met beide benen. Heynen valt niet op door spectaculaire dribbels maar is qua techniek bij de betere in onze competitie. Functionele techniek wel te verstaan, hij blinkt uit om de juiste vorm van techniek te gebruiken die de situatie vraagt op dat moment.
Als hij de oplossing vooruit niet vindt dan zoekt hij een manier om medespelers die hoger staan vrij te krijgen door weg te bewegen van de bal, of even te kaatsen en tegenstanders uit positie te lokken. Zijn pre-assist is een mooi voorbeeld hiervan.
Heynen scant de omgeving 180 graden. Hij ziet dat Onuachu zich gaat komen aanbieden. Hij blijft op zijn positie staan en biedt zich niet aan bij Lucumi. Spelers die minder oriëntatiegevoel hebben zullen zich negen van de tien aanspeelbaar maken voor de pass.
De passlijn blijft open voor Onuachu die onmiddellijk kaatst op Heynen. Hij kijkt in die paar seconden slecht één keer naar de bal. Hij is constant bezig met Ito wanneer die vertrekt, welke snelheid de Japanner heeft, waar en op welke snelheid de pass moet komen.
Heynen is inzichtelijk zeer goed. Hij heeft een zeer goed oriëntatiegevoel zoals hierboven afgebeeld wordt. Hij gebruikt dit gevoel goed om zichzelf aanspeelbaar te maken voor de tweede pass. Hij heeft een goed overzicht aan de bal door veelvuldig de omgeving te scannen heeft hij vaak voor de pass al een oplossing gevonden. Hij kan bijvoorbeeld een pass in de ruimte steken met de juiste timing, zo komt zijn lopende medespeler gelijk aan met de bal en kan deze direct verder spelen of zijn actie dankzij de balsnelheid onmiddellijk maken.
Zijn gevoel voor oriëntatie/ruimte gebruikt hij goed in zijn diepgang zonder bal. Hij loopt vaak diep als hij op de contraflank staat, zo loopt hij weg uit het gezichtsveld van de tegenstander. In zijn loopactie weet hij goed wanneer hij zijn snelheid moet aanpassen om op het juiste moment “aan te komen”. Tegen Antwerp ging hij enkele keren goed vanuit een lagere positie de diepte in wanneer Onuachu afhaakte en hij gevolgd werd door Gelin.
Heynen loopt hier weg van Ito zodat de vinnige Japanner meer ruimte heeft om een actie te maken tegen de niet wendbare Seck. Hoe groter de ruimte hoe eenvoudiger voor Ito om Seck één vs één aan te vallen.
Veel spelers zouden de pass willen controleren met hun rechtervoet om voor de verdediger te komen, of mee te nemen en zo voor de verdediger te komen. Gelin had dan de bal kunnen onderscheppen. Nu draait Heynen eerst zijn lichaam ‘in’ Gelin waardoor deze niet kan happen. Als hij toch hapt is het altijd een fout.
Hier is de fase beter zichtbaar. Gelin wil happen maar houdt zich toch in. Het is niet dat Heylen een krachtpatser. Hij troeft Gelin af op intelligentie, het is zelfs goed verdedigend door de Fransman door niet te happen.
Heynen heeft zich goed doorontwikkeld verdedigend. Ook hierbij gebruikt hij zijn inzichtelijke kwaliteiten. Vooral in de één vs één duels en “passlijnen bespringen” is hij gegroeid. Hij herkent snel passlijnen en door zijn anticiperend vermogen onderschept hij dit seizoen veel passes.
Hij heeft ook een zeer goed inhibitievermogen, tijdens het verdedigen. Het lijkt alsof hij gaat happen maar houdt zich toch op tijd in omdat hij ziet dat hij de bal niet kan veroveren. De aanvaller heeft dan het gevoel los te zijn. Op het moment dat ze dan hun actie willen verderzetten onderschept Heynen vaak de bal of dwingt hij sluit hij de passlijn vooruit af waardoor de tegenstander terug of opzij moet. Hij gebruikt dit vermogen ook zeer goed als de tegenstander van richting is veranderd in zijn dribbel.
Mede dankzij zijn uitstekende behendigheid zeker voor zijn lengte kan hij zelf ook snel van richting veranderen tijdens het verdedigen. Dit maakt hem een zeer lastige tegenstander om één vs één aan te vallen en/of te passeren met een progressieve pass. In het negatief pressen, verdedigt hij goed uit de blinde zijde van de tegenstander. En zet goed zijn lichaam tussen bal en man tijdens het intercepteren van de bal. Zijn kopspel lijkt ook veel verbeterd te zijn dit seizoen.
Conclusie
Als liefhebber van het Belgisch voetbal ben ik blij om Heynen terug te zien spelen na blessure. Toch is het jammer voor Heynen zelf, zonder zijn blessure had hij waarschijnlijk niet meer in België gespeeld… Om met een positieve/filosofische noot te eindigen ga ik eens afsluiten met een prachtige quote van Bill Shankly: Een voetbalploeg is zoals een piano. Acht mensen moeten hem dragen en drie mogen hem bespelen. Heynen draagt niet alleen de piano, hij laat de pianisten ook beter spelen en wanneer nodig kan hij de piano zelf bespelen.
Auteur: Kristof de Croock, huisanalist van VoetbalPrimeur.be en scout van PEC Zwolle
Welke speler of club wil jij een volledig geanalyseerd zien? Laat het ons weten in de reacties.