Het krijtbord: hand van Montanier valt al te zien in spel van Standard

21 augustus 2020 om 12:08
Laatste update: 21 augustus 2020 om 12:08

Nu de Jupiler Pro League weer op volle toeren draait, vliegen de voor- en nabeschouwing de Belgische voetbalfan om de oren. VoetbalPrimeur.be wil daar een kwaliteitsvolle aanvulling op zijn. Daarom start onze redactie met de rubriek 'Het krijtbord', waarin tactische analyses rond de clubs uit onze hoogste klasse aan bod komen. In deze aflevering bestudeert huisanalist Kristof De Croock, scout bij het Nederlandse PEC Zwolle, het nieuwe Standard Luik onder Philippe Montanier.

Hoe bouwt Standard op?
Bij de opbouw van Standard zagen we de voorbije wedstrijden deze flexibele ruiten terug. Het voordeel van deze ruit is dat de centrale verdediger minstens drie
afspeelmogelijkheden heeft naar voren toen. Als er verticaal gespeeld moet worden, zijn er telkens twee opties voor de kaatser. Er zit heel wat variatie en dynamiek in zo'n ruitvorm, op voorwaarde dat die goed wordt uitgevoerd, uiteraard. Ik heb Cimirot in de opstelling gezet, omdat ik verwacht dat Montanier Raskin hoger zal opstellen en Shamir op de bank terecht zal komen. Dat kan ook Boljevic worden, dan schuift Amallah mee op het middenveld.

Hoe ontstaat die ruit nu net? Wel, de centrale verdediger begint met de bal in de halfspace. De flankspeler neemt positie achter de middenveldlinie en in de ruimte voor de vleugelback. Hierdoor kan onze vleugelverdediger doorschuiven op zijn flank. De centrale middenvelder heeft een meer vrije rol, afhankelijk van de andere posities.

De centrumspits probeert positie in te nemen tussen de twee centrale verdedigers en ‘pint’ hen als het ware vast,  waardoor ze niet kunnen uitstappen. Om meer ruimte te maken tussen de laatste linie en de middenveldlinie kan de spits eventueel loopacties maken in de rug van de vijandelijke verdediging.



Hier zie je de ruit van Standard over rechts (eigenlijk ook links),  met Avenatti (vierkant) die slim positie kiest tussen de twee mandekkers, waardoor de linker centrale verdediger niet uit de laatste lijn kan stappen. De linksback van Cercle staat hierdoor voor een lastige keuze: doordekken op Lestienne of doordekken op Gavory? Als hij te veel anticipeert op Gavory, komt Lestienne vrij tussen de linies. Stapt hij uit op Lestienne, dan komt Gavory alleen te staan op de flank. Zo kan hij
meters maken of de ruimte in de rug van de verdediging aanvallen zonder bal.

Montanier maakt soms ook gebruik van een andere ruit-variant. In dat systeem komt de flank (Lestienne) in de bal (Fai), waarop de linksback van Waasland-Beveren doordekt en ruimte weggeeft in de halfspace. Bastien herkent die situatie uitstekend en duikt de ruimte in. Dat zijn twee mogelijke voorbeelden van de dynamische ruit. Een ander ‘wapen’ in de opbouw is Avenatti. Als Standard hoog vastgezet wordt, kan het nog altijd haar Uruguayaanse spits gebruiken als kaatser op een van de twee flanken die naar binnen geknepen is.

Hoe zet Standard druk ?
Standard zette de voorbije twee wedstrijden druk vanuit een 4-3-3 met backs die half/half stonden ten opzichte van de backs van de tegenstander. Zakken de backs van de tegenstander laag in, dan zetten de flanken van Standard negatieve pressing als ze uitgespeeld zijn. Als de backs van de tegenstander hoog staan,
dan spelen de Rouches back op back (als er geen gevaar dreigt).

Doorgaans trekken de backs gewoon terug in de laatste linie, die daardoor vrij compact komt te staan. Vervolgens stapt een middenvelder uit om de back op te vangen. De flankspeler van Standard neemt de losgelaten speler over van zijn middenvelder. Centraal op het middenveld houdt Standard ervan om kort op de tegenstander te spelen.



Op het screenshot hierboven zie je een voorbeeld van de 4-3-3-verdediging bij Standard. De flanken staan goed half/half, Avenatti neemt de zes van de tegenstander voor zijn rekening en zal dan druk zetten op de keeper. Daarbij maakt hij handig gebruik van zijn rugschaduw om te voorkomen dat Omolo aanspeelbaar wordt. De keeper van Cercle heeft geen andere mogelijkheid dan lang te spelen. De overige middenvelders plakken altijd op de huid van hun man.

Standard had daar wel problemen mee tegen de 5-3-2 van Waasland-Beveren. Toen zat de negatieve pressing van de flanken niet altijd goed, waardoor een van de twee spitsen de bal makkelijk kon terugleggen op een van de wingbacks. Standard speelt vaak met de laatste linie compact, waardoor Waasland-Beveren nu zelf de vrije man kon vinden op de contraflank. Het nadeel van die ‘mandekking’ op het middenveld is dat de Standard-middenvelders hun tegenstander ‘blindelings’ volgen. Dat heeft tot gevolg dat de middenvelders van Waasland-Beveren de passlijnen openen naar hun aanvallers.

Tegen Cercle liep dat beter. Als de afstand van de middenvelder van Standard tot de back van de Vereniging die in balbezit is, overbrugbaar is, dekt de middenvelder door naar de back en neemt de flankspeler zijn man over. In dit geval is het Shamir die druk zet op de back van Cercle en Lestienne die de man van Shamir overneemt. De middenvelder die het verst verwijderd is van de bal, laat zijn man los en maakt de ruimte in de as kleiner (hier Bastien). Rond de bal blijft de dekking wel erg kort.

Hoe staat Standard in de omschakeling naar balverlies?
Standard kiest bij balverlies voor een lijnenpress. Dat betekent dat één speler doorjaagt, de anderen dekken de tegenstanders die zich het dichtst bij de bal bevinden. De ‘jagende speler’ gebruik zijn rugschaduw om de losgelaten tegenstander te coveren. Zelfs hoog op het veld durven de Luikenaars hier risico in nemen en agressief doorjagen. Lager op het veld kiezen ze eerder om compact te staan en gecontroleerde druk te zetten.

De foto geeft een goed voorbeeld van lijnenpress. Bastien zet druk op de baldrager en gebruikt zijn schaduw om de tegenstander niet aanspeelbaar te maken, Lestienne kan nu de man van Bastien overnemen. Het nadeel van de dynamische ruit werd echter duidelijk tegen Waasland-Beveren. In principe maakt het niet uit wie de zone invult, als dat maar gebeurt. Dat is duidelijk zichtbaar in deze situatie. Fai, die meegekomen was met de aanval, wil druk gaan zetten op Bizimana, Lestienne en Bastien (beide aanvallender ingesteld) kiezen ervoor om ook druk te ontwikkelen. Hier had Bastien de zone moeten nemen van Fai. Met dat soort fases zal Standard moeten opletten in de omschakeling.

Doorgaans worden tegenaanvallen goed opgevangen met een laatste linie van vier die compact blijft. Doordat Fai nu weg is, stapt Vojvoda uit naar de flank en neemt Raskin de positie in de laatste lijn in van Vojvoda. De inlopende Schrijvers komt daardoor vrij en hij kan scoren vanuit een 45’. Uiteraard mag Vojvoda zich niet zo kinderlijk laten uitspelen in de één op één met Albanese.

Nog een nadeel voor Standard is de grote ruimte die het achter laat wanneer ze opbouwen. Aangezien de backs altijd wijd staan, moeten zij een grote afstand overbruggen om terug te zijn bij een mogelijke omschakeling. Centrale verdedigers staan ook wijd uit mekaar in balbezit en durven mee aanvallend mee in te schuiven.

De mannen van Montanier hebben wel een goede discipline in de omschakeling. Vooral de wingback die op de contraflank staat, keert zo snel mogelijk terug in
positie. De restverdediging remt goed af en beschermt goed het centrum. Benieuwd of ze dat tegen topploegen ook kunnen volhouden. Hoe fris zullen de
wingbacks van Standard zijn na 80 minuten als ze de hele flank blijven bestrijken ?

De omschakeling naar balbezit
Standard kiest meestal voor een gestructureerde opbouw na een balverovering. Als ze inzakken, moeten ze een grote afstand overbruggen tot het doel van de tegenstander, wat moeilijk is met een snelle omschakeling. Na de voorsprong tegen Waasland-Beveren toonde Standard dat het ook vanuit een iets lager blok in de
omschakeling durfde spelen. Ondanks enkele pogingen slaagden de Rouches er niet in succes te putten uit een snelle omschakeling.

Omdat Standard haar wingbacks en middenvelders in een lager blok laat spelen, gebeuren de omschakelingen vaak met drie aanvallers. Die krijgen doorgaans minder defensieve taken van zodra hun eerste pressinggolf erop zit. Daardoor liggen er wel kansen, met drie vrij frisse spelers in de omschakeling. Met Lestienne en in mindere mate Amallah heeft Standard wel interessante spelers voor de omschakeling. De eerder trage Avenatti kan eventueel als tussenstation dienen bij een van die snelle uitbraken.

Het voordeel om dat drietal vooraan te houden is uiteraard dat ze fris zijn in de omschakeling en vaak tegen een gelijk aantal of maximum één overtal komen te staan. Met Lestienne, Amallah en eventueel de snelle Boljevic kan dat in de toekomst wel eens wat doelpunten opleveren, zeker gezien hun dribbelvaardigheid. Bastien en Shamir kunnen met hun loopvermogen ook nog bijsluiten als de tegenaanval op de klippen lijkt te lopen.

Conclusie
Montanier staat nog geen twee maanden aan het roer in Luik, maar in die tijd heeft hij al duidelijke accenten gelegd. In tegenstelling tot voorganger Michel Preud'homme kiest de Fransman graag voor een ruit op het middenveld, van waaruit bij momenten hoog druk gezet wordt. Het legde Standard alvast geen windeieren: na de zeges tegen Cercle Brugge (1-0) en Waasland-Beveren (1-2) prijkt het aan kop van de Jupiler Pro League.

Kristof De Croock
(Scout PEC Zwolle)
Gastauteur voor VoetbalPrimeur.be