Tendens blijft: meer buitenlanders dan Belgen, KVM-Anderlecht uitzondering
We hebben er langer op moeten wachten dan gewoonlijk, maar speeldag één van de Jupiler Pro League is alweer achter de kiezen. Het openingsweekend stond meteen bol van de verrassingen, dankzij enkele opmerkelijke resultaten. Wat daarentegen niet veranderd lijkt, is de verhouding tussen het aantal Belgische en buitenlandse werkkrachten. VoetbalPrimeur.be nam de nationaliteiten uit de eerste speelronde onder de loep.
Het Belgische profvoetbal is nu al jaren een toevluchtsoord geworden voor een hele waaier aan exoten, die hun carrière hopen uit te bouwen in onze vaderlandse competities. Jazeker, de meervoudsvorm is op haar plaats, want ook Eerste Klasse B wordt stilaan overspoeld door buitenlandse lieden. Onze focus gaat echter uit naar de verdeling in Eerste Klasse A. In de eerste negen wedstrijden van de kersverse jaargang steunde het meerendeel van de clubs voornamelijk op inbreng van buiten onze landsgrenzen. Een overzicht:
Van alle spelers die de loden hitte als basiskracht trotseerden tijdens het afgelopen weekend, beschikte 43,4 procent over een Belgisch paspoort. De invallers erbij rekenen wijzigt die verhouding slechts lichtjes naar boven toe. Opvallend: buitenlanders boven Belgen verkiezen blijkt de norm. Slechts vijf ploegen traden aan met overwegend jongens van eigen bodem. Bij Beerschot en Kortrijk heerste er min of meer een evenwicht, enkel het duel KV Mechelen – Anderlecht kleurde hoofdzakelijk Belgisch. Ook het verguisde Waasland-Beveren verdient een pluim vanwege de mogelijkheden die het biedt aan youngsters uit eigen gouw.
De overige 1A-clubs legden hun lot voornamelijk in buitenlandse handen, met de twee Limburgse vertegenwoordigers als koplopers. Is dat een globaal fenomeen, of schuilen er verschillen tussen de topploegen en de mindere goden? Het antwoordt neigt naar de eerste denkpiste. Als we enkel de traditionele G5 in rekening brengen, tikt het percentage Belgische startspelers aan op 41,8 procent. Ietsje lager, maar geen significant verschil dus. Gunnen we ook vaste outsiders Antwerp en Charleroi hun plekje in de zon, daalt dat aandeel lichtjes verder naar 39 procent. Ongeacht het niveau van de club is het blijkbaar verleidelijk om in andere landen naar versterking te speuren. Daar zit het fiscale voordeel natuurlijk veel voor tussen.
Onder onze buurlanden
Dat het bij ons goedkoper is om een buitenlandse kracht in dienst te nemen dan een Belgische, is inmiddels genoegzaam bekend. In andere landen ligt het minimumloon voor inwijkelingen hoger, waardoor het niet per se financieel interessanter is om daarop in te zetten. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de percentages in de omringende competities afwijken van de onze. Terwijl in de Jupiler Pro League slechts een dikke veertig procent de nationaliteit van het land in kwestie bezit, lag dat cijfer in de Nederlandse Eredivisie vorig seizoen bijvoorbeeld op 58,6 procent.
Voor een kampioenschap dat in zekere mate vergelijkbaar is aan het onze, is dat een teken aan de wand. Zelfs de Bundesliga (47,8%) en de Ligue 1 (52,1%), die sportief een trapje hoger staan, zetten meer in op home-grown talent. Ondanks de hogere budgetten en aantrekkelijkheid over de hele aardbol strijken daar dus jaarlijks minder vreemde vogels neer. Dat de Premier League lager scoort (37,1%) verbaast niet, maar de vergelijking met de meest gemediatiseerde competitie ter wereld loopt natuurlijk spaak. Of het ook een doelstelling moet zijn om dat percentage in de JPL naar boven te trekken, is dan weer een open vraag.
Andere competities (bron: transfermarkt.nl)
Premier League: 217/585 = 37,1 %
Bundesliga: 271/567 = 47,8 %
Ligue 1: 304/583 = 52,1 %
Eredivisie: 243/415 = 58,6 %
Flatten the curve
Enkele jaren geleden oordeelde de bestuurstop van ons voetbal alvast dat er paal en perk gesteld moest worden aan de vloedgolf van buitenlandse voetballers. Het riep daarom een quotum in het leven. Op het wedstrijdblad van een ploeg moeten minstens zes van de maximaal achttien namen een Belgisch paspoort kunnen voorleggen. Die ingreep had voor ogen om de dalende inbreng van eigen talent om te keren. In het seizoen 2018-2019 bereikte ons voetbal een dieptepunt: over de hele jaargang bekeken hadden gemiddeld slechts 3,5 van de elf basisspelers een Belgische achtergrond.
In het voorbije, vervroegd onderbroken seizoen kwam daar al een kentering in. Het gemiddelde steeg van 3,5 naar zo’n 4,5. Op de eerste speeldag van de kersverse competitie werd dat aantal bevestigd: 4,78 van de elf basisspelers waren Belg. De Pro League en de KBVB zijn er met andere woorden in geslaagd om de dalende trend af te vlakken en weer om te buigen. Zonder bijkomende maatregelen lijkt het er echter niet op dat een verdere stijging realistisch is. Nogmaals luidt de vraag: hoeft dat wel? Contradictorisch genoeg scheerden de Rode Duivels, toch de grootste belanghebbenden bij de doorbraak van Belgische spelers, nooit hogere toppen dan het voorbije decennium. Kwaliteit is nog steeds een belangrijkere norm dan kwantiteit.
Enkele fun facts voor de statistiek-fetisjisten:
- Ook in het trainersgilde moeten de Belgen het onderspit delven. Slechts zeven landgenoten staan momenteel aan het roer van een 1A-club. Daar kan, gezien het grillige verloop bij heel wat teams, wel snel verandering in komen.
- De Belgen zijn dus in ondertal in de eigen hoogste klasse, maar op speeldag één deden ze verwoede pogingen om het pleit op het scorebord wél in hun voordeel te beslechten. Dat lukte echter niet. Tien van de voorlopig 23 competitiegoals waren van Belgische makelij. Dat verdediger Daan Heymans (Waasland-Beveren) samen met Marius Noubissi de regerende Gouden Stier zou zijn, had werkelijk niemand durven voorspellen.
- De meest vertegenwoordigde nationaliteit na de Belgische is de Franse. Op de openingsspeeldag mochten 22 zuiderburen zich verlekkeren op een plek aan de aftrap. Erg verwonderlijk is dat niet, aangezien er drie Franse trainers actief zijn in 1A (Karim Belhocine, Fernando Da Cruz en Philippe Montanier) én Cercle en Moeskroen zelfs in handen zijn van een Franse club. Andere landen die veel gezanten hebben rondlopen in onze JPL, zijn vooral Japan, Kameroen, Nigeria en Senegal.
- Aan de start van de nieuwe jaargang moesten ook heel wat eenzaten het zien te rooien, spelers die geen enkele landgenoot terugvonden in de eigen rangen of bij andere JPL-ploegen. In totaal ging het om liefst 27 jongens: Saido Berahino (Zulte Waregem, Burundi (ook een Brits paspoort), Djihad Bizimana (Waasland-Beveren, Rwanda), Duje Cop (Standard, Kroatië), Carlos Embalo (Eupen, Guinee-Bisau), Pol Garcia (Sint-Truiden, Spanje), Dino Hotic (Cercle, Bosnië en Herzegovina), Marco Ilaimaharitra (Charleroi, Madagaskar (ook wel Frans)), Adam Jakubech (KV Kortrijk, Slowakije), Darren Keet (KV Kortrijk, Zuid-Afrika), Konstantinos Laifis (Standard, Cyprus), Lee Seung-Woo (Sint-Truiden, Zuid-Korea), Clinton Mata (Club Brugge, Angola), Michael Murillo (RSC Anderlecht, Panama), Knowledge Musona (Eupen, Zimbabwe), Duckens Nazon (Sint-Truiden, Haïti), Shamar Nicholson (Charleroi, Jamaica), Benjamin Nygren (KRC Genk, Zweden), Johanna Omolo (Cercle, Kenia), Euloge Placca (Beerschot, Togo), Fashion Sakala (KV Oostende, Zambia), Faïz Selemani (KV Kortrijk, Comoren (ook Frans paspoort)), Ari Skulason (KV Oostende, IJsland), Bassem Srarfi (Zulte Waregem, Tunesië), Frank Tsadjout (Charleroi, Italië (ook Kameroens paspoort)), Dimitar Velkovski (Cercle, Bulgarije), Mërgim Vojvoda (Standard, Kosovo), Danny Vukovic (KRC Genk, Australië)
- Het voetbal is de nummer-één mondiale sport en daarom strijken ook in ons land patriotten neer uit alle mogelijke windstreken. Van de spelers die hun schoenen mochten dichtknopen op speeldag één, was de verdeling per continent als volgt:
o Afrika: 48
o Azië: 10
o Europa: 170 (van wie dus 108 Belgen)
o Noord- en Midden-Amerika: 4
o Oceanië: 1
o Zuid-Amerika: 10
- Uit de huidige top-20 van de FIFA Ranking konden slechts vier naties voor geen enkele landgenoot juichen tijdens de eerste 90 minuten van het Belgische voetbalseizoen: Mexico (11e), Zwitserland (12e), Chili (17e) en Polen (19e). Kijklustige Mexicanen hebben wel nog hoop, want Omar Govea is normaal een vaste waarde bij Zulte Waregem. Van Zwitsers, Chilenen of Polen ontbreekt in de JPL 2020-2021 elk spoor. Bij die laatste bevolkingsgroep is dat toch een opmerkelijke vaststelling.
- Tot slot is de invloedsfeer in ons voetbal toch hier en daar veranderd. Tien jaar geleden bestond 43,3% van de spelerskernen van de zestien eersteklassers uit Belgen, een gelijkaardig verschijnsel dus. Destijds maakten enkele nationaliteiten echter grote sier, terwijl die nu amper nog in beeld komen. Vooral het verval der Brazilianen is schrikbarend. In het seizoen 2010-2011 verdienden nog 21 Goddelijke Kanaries hun brood in de JPL. Anno 2020 zijn dat er … drie. Eveneens vervaagd, zij het in mindere mate, is de stempel van de Marokkanen (13) en de Serviërs (9) in vergelijking met nu. Daarentegen kan de Belgische voetbalfan zich tegenwoordig vaker verwarmen aan Japanners (nu 7 in totaal, toen 1). Voor het overige zijn er geen bepaalde nationaliteiten in opmars. Het landschap is nu simpelweg nog verder versnipperd als voorheen.