Debuteren bij Genk: tijd voor een nieuwe golf aan overweldigend toptalent

24 juni 2020 om 14:00
Laatste update: 24 juni 2020 om 14:00

Met Roméo Lavia zag RSC Anderlecht vorige week een grote belofte zwichten voor de uitstraling van Manchester City. Hij is lang niet de eerste jeugdspeler van een Belgische topclub die nog voor zijn debuut de sprong waagt. Dat draait vaak verkeerd uit, kijk maar naar Ismaïl Azzaoui of Charly Musonda Junior. Maar biedt geduld tonen en debuteren in de Jupiler Pro League een grotere garantie op een succesvolle loopbaan? VoetbalPrimeur.be zoekt het uit. Aflevering twee: recente debutanten bij KRC Genk.

In deze reeks bestuderen we de youngsters die de voorbije vijf jaar hun profdebuut hebben gemaakt bij een Belgische topclub. Hebben zij de verwachtingen kunnen inlossen? Om een overzicht te bieden, gebruiken we een codesysteem. In totaal zijn er vier categorieën:

- 🙋‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en nu elders belangrijk, op een even hoog of nog hoger niveau;
- 🙆‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en daar nu belangrijk;
- 🤷‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar daar nog niet echt zijn stempel kunnen drukken;
- 🙅‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar elders een stap terug moeten zetten.

In categorieën één en twee krijgen de jongelingen het etiket ‘geslaagd’. Aan het einde van het artikel maken we de balans op. Hoeveel procent van de debutanten van de voorbije vijf jaar mag zich ‘geslaagd’ noemen?

2015-2016

Leon Bailey (Leverkusen, 22 – 56 keer)* 🙋‍♂️
Bij de allereerste naam uit onze lijst worden onze spelregels al meteen buigzaam geïnterpreteerd. Bailey maakte weliswaar zijn profdebuut bij de Limburgers; voor de jeugdcategorieën van de club kwam hij nooit uit. In augustus 2015 plukte Genk het Jamaicaanse raspaardje weg bij AS Trencin. Een gouden investering, zo bleek, want vanaf zijn eerste minuten in blauw-en-wit excelleerde hij. Na twee boerenjaren legde Bayer Leverkusen een slordige 13,5 miljoen euro op tafel om de sneltrein over te nemen. Nu ook de Bundesliga stilaan te klein wordt, lonkt een overstap naar een Engelse grootmacht.

Bryan Heynen (Genk, 23 – 102 keer) 🙆‍♂️
Wie een handleiding ‘Gestaag doorgroeien aan de Belgische top’ op de kop wil tikken, kan best eens aankloppen bij Heynen. Een kleine vijf jaar geleden zette de centrale middenvelder zijn eerste pasjes bij de grote jongens. Sindsdien heeft hij zich stapsgewijs opgewerkt tot een gerespecteerde kracht in de Genkse machine. Na het vertrek van enkele kampioenenmakers kreeg Heynen afgelopen seizoen een grotere verantwoordelijkheid op de schouders. Die droeg hij met verve, tot een erg zware knieblessure op Le Canonnier een abrupt kruis zette door de verdere ambities.

Dries Wouters (Genk, 23 – 45 keer) 🙆‍♂️
Een generatiegenoot van Heynen die dezelfde portie geduld aan de dag brengt. Als rijzige linkspoot oogt Wouters op het eerste zicht wat statisch aan de bal, maar vaker dan je zou vermoeden vindt de geboren Limburger toch de voetballende oplossing. Wat hem extra in de kaart speelt, is dat het jeugdproduct zowel achterin als op de middenstrook inzetbaar is. In het moderne voetbal is die polyvalentie waardevoller dan ooit. Stilaan wordt het wel eens tijd om zich écht incontournable te maken bij zijn grote liefde.

2016-2017

Nordin Jackers (Waasland-Beveren, 22 – 9 keer) 🙅‍♂️
Wie ‘Genk’ zegt, zegt ‘uitstekende doelmannen’. Eén van de vele talentjes die de voorbije jaren uit de vakkundige handen van keeperstrainer Guy Martens zijn doorgestroomd, is deze Jackers. Verspreid over een drietal seizoenen kreeg de jongeling negen keer de kans om de Genkse sportieve cel te overtuigen. Dat lukte niet volledig, waarop beide partijen meenden dat een uitleenbeurt soelaas kon bieden. Bij laagvlieger Waasland-Beveren werd Jackers in no time nummer één, al wisselde hij betere prestaties af met enkele foutjes. Genk liet al verstaan dat het geen (nabije) toekomst meer ziet voor de goalie bij de club van zijn jeugd.

Paolo Sabak (Forge, 21 – 3 keer) 🙅‍♂️
Een eerder vergeten naam uit de Genkse academie. Nochtans mocht Sabak in zijn prille carrière drie keer opdraven bij de grote jongens, zij het twee maal in de schaduw van Play-Off 2. Nadien kwam er geen vervolg, helaas. Het Nederlandse NEC bood een uitweg, maar ook in de Keuken Kampioen Divisie kwam de kleine middenvelder niet volledig uit de verf. Momenteel probeert Sabak het waar te maken over de plas, in Canada zowaar. Het avontuur bij Forge FC mag dan evenmin een sportieve hoogvlieger zijn, een levenservaring is het ongetwijfeld wél.

Rubin Seigers (Beerschot, 22 – 6 keer) 🙅‍♂️
De lange mandekker behoort nu al enkele jaren tot de vaste A-kern van Genk. In die tijd bleef Seigers echter steken op zes optredens. Het beproefde recept in de mijnstad is dan om de jongens uit eigen kweek de kans te bieden om zich een trapje lager te ontwikkelen. Promotiekandidaat Beerschot was wel gecharmeerd door het profiel van onze landgenoot. Op het Kiel werd Seigers vooral achtervolgd door pech: eerst de enkel, dan de mediale band van de knie. Tussendoor startte hij er wel zes keer in de basis. In Genk rekent men niet meer op de verdediger, benieuwd of Beerschot zal toeslaan.

Holly Tshimanga (Patro Eisden, 23 – 1 keer) 🙅‍♂️
De jongere broer van Derrick, die jarenlang de linksback in Genk voor zijn rekening nam, kende minder succes in de Luminus Arena. Zijn moment de gloire werd uiteindelijk … een invalbeurt van vier schamele minuten. In de zomer van 2017 werd Tshimanga al afgeserveerd, waarop hij zijn conclusies trok en het op een lager niveau ging zoeken. Dat bleek tevergeefs, want bij Austria Klagenfurt (een Oostenrijkse tweedeklasser), ASV Geel en Patro Eisden verzamelde de flankspeler in de volgende jaren de ronde som van 96 speelminuten.

Dante Vanzeir (KV Mechelen, 22 – 6 keer) 🙅‍♂️
Van alle jongens die in het seizoen 2016-2017 hun neus aan het venster staken, lag het verwachtingspatroon het hoogst bij Vanzeir. Dankzij zijn versnelling, dribbelvermogen en doelgerichtheid kondigde de aanvaller zich aan als een evenwaardige versie van voorganger Siebe Schrijvers. Doorbreken in Genk lukte evenwel niet, al moet zeker gezegd dat hij niet bepaald enorm veel kansen kreeg. Een tijdelijke overstap naar het toenmalige Beerschot–Wilrijk werd een schot in de roos. In de vorige campagne van de Ratten totaliseerde Vanzeir vijftien treffers. Het frisse voetbal van Wouter Vrancken bij KV Mechelen moest hem verder kneden, maar de balans in het AFAS Stadion oogt matig: tien basisplaatsen, drie goals. Nu dreigt een exit uit Genk.

2017-2018

Amine Khammas (Lommel, 21 – 13 keer) 🙅‍♂️
Twee jaar terug depanneerde de jonge Khammas een tijdje uitstekend op de linksachter. Niettemin vond Genk hem te groen achter de oren om al van waarde te zijn voor het grote werk. Na een overtuigend jaartje Den Bosch (Nederland) streek de Rumstenaar met Marokkaanse roots weer neer in Limburg, meer bepaald in Lommel. Daar was de huurling in het afgelopen seizoen onder leiding van Peter Maes een vaste waarde. Nu Manchester City de immer rustige regio danig op haar kop heeft gezet, rijst de vraag of Khammas in de ambitieuze plannen van de kersverse eigenaar voorkomt. In Genk is zijn liedje alvast uit.

Edon Zhegrova (FC Basel, 21 – 20 keer) 🙋‍♂️
Nog maar 21, en toch lijkt Zhegrova nu al een eeuwig dilemma. Voetballen kan de sierlijke linkspoot als de beste, dat kon zelfs de grootste leek afleiden uit zijn twintig optredens van 2017 tot 2019. De Kosovaar heeft echter ook de reputatie van een ongeduldig, verwaand haantje. Dat Zhegrova in zijn jeugdjaren al bij Standard Luik en Sint-Truiden passeerde, is daar onrechtstreeks een bewijs van. Die attitude strookt hoegenaamd niet met de down-to-earth-mentaliteit van de doorsnee Limburger. Genk liet haar ongeduldige rastalent dan ook naar FC Basel vertrekken. In Zwitserland is Zhegrova na anderhalf jaar nog niet het statuut van supersub ontgroeid. In de voorbereiding zal de stilist een kans krijgen van trainer Hannes Wolf.

2018-2019

Raar maar waar: uitgerekend in het kampioenenjaar onder Philippe Clement, nochtans een trainer die snel kansen geeft aan de jeugd, maakte geen enkele jonkie zijn debuut bij het A-elftal van Genk.

2019-2020

Gaëtan Coucke (Genk, 21 – 18 keer) 🙆‍♂️/🤷‍♂️
Ook in dit geval worden onze criteria soepel gehanteerd, want in principe maakte Coucke zijn debuut op professioneel niveau bij Lommel, waar hij een sterk seizoen keepte op uitleenbasis. Aangezien de doelman altijd in de plannen van Genk bleef voorkomen en voordien al enkele keren mocht proeven van het wedstrijdblad, verdient hij toch zijn plaatsje. In de zomermaanden moest Coucke sneller dan verwacht invallen na de loodzware blessure van titularis Dany Vukovic. Gesterkt door zijn progressie van in Lommel begon de belofte nog aardig, maar geleidelijk aan zakte hij weg. Dat Wolf hem nadien aan de kant schoof voor een nóg jongere concurrent, is veelzeggend voor zijn toekomst … KV Mechelen biedt Coucke een ontsnappingsroute.

Bryan Limbombe (Genk, 19 – 5 keer) 🤷‍♂️
Onder de vleugels van Wolf kwamen de stroeve Genkenaars stilaan weer in een betere vormcurve terecht. Daar kon youngster Limbombe onbewust zijn voordeel uit halen. Op een allereerste basisplek is het nog steeds wachten, maar het jongste broertje van Anthony en Stallone werd wel al vijf keer de wei ingestuurd. Het hoeft niet te verbazen dat Bryan, in navolging van zijn twee oudere broers, dienst doet als explosieve vleugelaanvaller. Naar verluidt ziet Wolf het wel zitten met hem, dus mag Limbombe zich verwachten aan meer speelminuten in de komende jaargang.

Maarten Vandevoordt (Genk, 18 – 4 keer) 🙆‍♂️
De nagel aan de doodskist van Coucke, met zin voor overdrijving, heet Vandevoordt. Al enkele jaren klinken hoopvolle geluiden uit de keepersopleiding: er zou een nieuwe Thibaut Courtois in de pijplijn zitten. Vriend en vijand keken dan ook reikhalzend uit naar het debuut van het goudhaantje. Ondanks een dikke flater op bezoek bij Napoli en een jammerlijke elleboogblessure liet Vandevoordt meteen vlagen van zijn enorme klasse bewonderen. Hij ontnam Mile Svilar zelfs het record van allerjonste doelman ooit in de Champions League. Dat Vukovic een vette kluif zal hebben aan zijn bijna twintig jaar jongere concullega, staat buiten kijf.

Balans
Wat eerst en vooral opvalt, is dat het aantal debutanten in Genk eigenlijk niet al te hoog ligt. In vijf jaar tijd mochten dertien eigen producten (in feite elf plus Bailey en Zhegrova) proeven van het niveau bij een topclub in België. Ter vergelijking: over diezelfde periode gunde RSC Anderlecht 23 talentjes hun debuut. In Brussel mag ruim de helft van die beginners zich anno 2020 ‘geslaagd’ noemen. Negen onder hen waren in de pre-corona-maanden zelfs van waarde voor paars-wit. Naast de cijfers van de concurrent uit de hoofdstad ogen die van Genk toch ietwat karig.

Slechts vijf beloften konden zich positief laten opmerken in het blauw-witte shirt, met Coucke als twijfelgeval en mogelijke nummer zes. Van dat kwintet zochten Bailey en Zhegrova andere oorden op, al krijgt die laatste eventueel nog een tweede kans. Blijven over: Heynen, Wouters en Vandevoordt. Drie jongens waar Wolf het komende seizoen ongetwijfeld op wil bouwen, maar die Genk op eigen houtje onmogelijk naar nieuwe successen kunnen loodsen. Stilaan wordt het tijd dat de vermaarde academie nog eens wat materiaal à la Courtois of Kevin De Bruyne aflevert.

*tussen haakjes staat steeds de huidige club van de speler, zijn leeftijd en het aantal JPL-wedstrijden dat hij speelde voor Anderlecht, vermeld.