KV Mechelen profiteert het minst van thuisvoordeel, Oostende dankt er behoud aan

Door de coronacrisis zijn we nu verzeild geraakt in een seizoen dat – wellicht – wordt stopgezet na 29 competitiewedstrijden. Hierdoor speelden de helft van de ploegen 14 keer thuis, terwijl de andere helft 15 keer mocht aantreden in het eigen stadion.

Play-off 1
De ploeg met de meeste thuisoverwinningen is, niet geheel verrassend, Club Brugge. Het pakte over de hele lijn vijftien punten meer dan de eerste achtervolger, verloor geen enkele keer op Jan Breydel en moest in die vesting slechts vijf(!) tegendoelpunten incasseren.

Club speelde een heel seizoen op hoog niveau en verloor uiteindelijk slechts een partij. Goede thuisresultaten waren dus vanzelfsprekend. Dan liep het enigszins anders bij KAA Gent, dat op het begin van het seizoen een heus uitcomplex ontwikkelde. Matchen in de Ghelamco Arena werden daarentegen met de vingers in de neus gewonnen. Dit maakt dat de Buffalo’s procentueel meer punten behaalden in thuiswedstrijden dan Blauw-Zwart: 65% tegenover 56%. Ook Sporting Charleroi (59%), Royal Antwerp FC (64%) en Standard Luik (63%) profiteerden van hun thuisvoordeel om hun plaats bij de beste zes veilig te stellen.

Cruciale speeldag
Met nog een speeldag te gaan, dongen drie ploegen mee voor het laatste POI-ticket. KV Mechelen stond samen met KRC Genk op 43 punten, RSC Anderlecht volgde met een punt minder. Paars-wit haalde echter de meeste punten uit thuiswedstrijden van dat drietal, waarbij Genk nog wel een match in eigen stadion te goed had. Ondanks alle malaise en het negatief karakter dat over Anderlecht hing dit seizoen, slaagden maar weinig ploegen erin om de drie punten weg te kapen uit het Lotto Park. Sinds midden september kon enkel Club Brugge dat kunstje klaren. Je kan je afvragen of een 0-0-gelijkspel thuis tegen KV Kortrijk en Waasland Beveren een goed resultaat is voor een ploeg als Anderlecht, al blijft het een straffe statistiek.

Vergelijken we die prestatie met die van Genk, dan zien we toch vijf thuisnederlagen bij de landskampioen. Goede thuiswedstrijden (4-1 tegen Waasland Beveren) werden afgewisseld met minder overtuigende resultaten (0-2 tegen Zulte Waregem). Al bij al verloren de Limburgers glans en kon de Luminus Arena de hoge verwachtingen na vorig seizoen niet meer inlossen.

Ook het AFAS-stadion kon KV Mechelen niet de steun geven waarmee het vorig seizoen de promotie kon afdwingen. Meer nog, het was de enige ploeg waar thuis en uit geen enkel verschil maakte. Slechts 22 punten van de 45 die er te grijpen waren, bleven in Mechelen. Geen enkele ploeg in de top 10 doet slechter. Toch opmerkelijk, want Malinwa is al jaren een van de ploegen met de grootste supporterskernen van ons land. Dit seizoen trokken gemiddeld ruim 15.400 fans naar het stadion in vergelijking met de 11.575 die alle Jupiler Pro League-clubs samen gemiddeld konden bereiken. Zorgde die supportersmassa voor extra pleinvrees bij Igor De Camargo en co?

De kelder
Moest KV Oostende zich redden – en daar ziet het wel naar uit – dan heeft het dat haast volledig aan de sterke thuisreputatie te danken. Uit en thuis was een wereld van verschil voor het voormalig 'weireldploegsje' Aan de kust pakte KVO maar liefst 18 van de in totaal 22 gewonnen punten, oftewel 82 procent. Enkel een 1-2-zege op speeldag 1 bij Anderlecht en een gelijkspel vijf weken later op bezoek bij KV Kortrijk leverden Oostende punten op buitenshuis. Achteraf gezien, hadden de Kustboys dus een hoop geld voor benzine kunnen besparen.

Met nog een speeldag te gaan, leek Waasland-Beveren af te stevenen op degradatie. Al had het wel nog een thuiswedstrijd tegen Gent te goed. Of de redding in extremis tijdens die partij beklonken ging worden, blijft de vraag. Wij hebben alvast onze twijfels na een zicht op de thuisresultaten van WB. Het was met 11 op 42 namelijk ruimschoots de minste thuisploeg. Met thuiswedstrijden voor gemiddeld iets meer dan vierduizend fans was er van een echte heksenketel dan ook zelden sprake op de Freethiel.

Bron toeschouwersaantallen: Transfermarkt.nl