De top-50 van de beste spelers uit de Jupiler Pro League 2019-2020: 40 tot 31

15 april 2020 om 08:30
Laatste update: 15 april 2020 om 08:30

Door het coronavirus lijkt de Jupiler Pro League niet meer hervat te zullen worden en krijgen we geen Profvoetballer van het Jaar, maar bij VoetbalPrimeur.be zien we geen reden om onze jaarlijkse top-50 af te blazen. De komende dagen gaan we dan ook naarstig op zoek naar de 50 beste spelers uit de voorbije maanden in ons vaderlandse voetbal. Wie tilde zijn ploeg eigenhandig naar een hoger niveau? In deze tweede aflevering: nummers 40 tot en met 31.

Om onze rangschikking op te stellen, werd aan elke redacteur van VoetbalPrimeur.be gevraagd om een persoonlijke top-twintig door te geven, waarbij de eerste in het lijstje twintig punten kreeg toebedeeld, de tweede negentien, enzoverder. De twintigste speler van elke redacteur mocht dus nog één puntje achter zijn naam schrijven. Nadien werden alle scores samen opgeteld tot één eindstand. Tussen haakjes ziet u telkens hoeveel punten de speler in kwestie gekregen heeft van onze redactie. Het maximum aantal is 160.

40. Julien De Sart (KV Kortrijk, 6)
Beter kan je het seizoen niet aftrappen: De Sart kroonde zich op de openingsspeeldag tot de allereerste doelpuntenmaker van de JPL 2019-2020. Die droomstart trok de middenvelder van KVK door in zijn verdere prestaties. Op zijn 26e beschikt de Luikenaar stilaan over de nodige ervaring en bagage om het spel te dirigeren. Klaar voor een tweede kans aan de top?

39. Brandon Mechele (Club Brugge, 8)
De aandacht naar zich toe zuigen, nee, dat zal nooit een karaktertrek van Mechele worden. En toch zette het jeugdproduct de voorbije maanden weer een stap vooruit. Op puur verdedigend vlak hoeft de West-Vlaming voor niemand onder te doen in ons vaderlandse voetbal. Dankzij zijn haast perfecte positiespel wordt de immer betrouwbare Mechele zelden in verlegenheid gebracht.

38. Konstantinos Laifis (Standard Luik, 8)
Métier in de achterhoede, ook voor Michel Preud’homme is dat onmisbaar. De lange Laifis bezorgt die in overvloed. Op het veld zou je vermoeden dat de Cyprioot een rijpe dertiger is (zijn woeste baard speelt daar ongetwijfeld een rol in), maar in werkelijkheid is de verdediger er pas 26. Beenhard in de duels, met daarbovenop een zuivere linker die Standard helpt in de opbouw én op het scorebord. Laifis trof immers drie keer raak deze jaargang.

37. Zinho Vanheusden (Standard Luik, 9)
Eén plaatsje hoger prijkt het maatje van Laifis in de centrale as van de Rouches. De jonge Vanheusden wordt nu al jaren aangekondigd als Rode Duivel in spe, maar voorlopig kwam het er nog niet van. De oorzaak ligt vooral in veelvuldig blessureleed, want aan het talent van de Limburger twijfelt niemand. Toch blijft onbezonnenheid hem parten spelen, getuige zijn onbegrijpelijke karatetrap op Alexandre De Bruyn.

36. Yohan Boli (Sint-Truiden, 10)
In de wintermercato verkaste Boli naar het Midden-Oosten. Het ijzer smeden als het heet is, heet zoiets. Tussen eind juli en december zette de ex-spits van STVV de netten tien keer bol. Dat leverde zelfs verregaande interesse van Anderlecht op, maar uiteindelijk koos Boli voor de woestijn. In Qatar legt men natuurlijk iets vlotter geld neer dan in Brussel dezer dagen …

35. Jérémy Doku (RSC Anderlecht, 10)
Over geld gesproken: als Anderlecht de financiële balans terug in het groen wil krijgen, zal het vooral moeten scoren met uitgaande transfers. Dé troefkaart in dat opzicht is youngster Doku. Zijn onvoorspelbare dribbels en razende versnelling doen enkel het beste vermoeden voor zijn persoonlijke toekomst. Onder Frank Vercauteren voegde de flankaanvaller stapsgewijs ook efficiëntie toe aan zijn frivole spel.

34. Didier Lamkel Zé (Royal Antwerp FC, 13)
'Het zot in de kop', zo omschrijft een Antwerpenaar de persoonlijkheid van Lamkel Zé. Zijn fratsen en nukkige buien zijn niet langer op twee handen te tellen, wat trainer Laszlo Bölöni en zijn spelersgroep enkele keren op de rand van een zenuwinzinking bracht. Gelukkig laat het enfant terrible op het terrein soms ook nog eens zijn genialiteit spreken, zoals bij zijn onhoudbare rush bij de enige nederlaag van Club Brugge of die verschroeiende pegel tegen KV Kortrijk.

33. Eder Balanta (Club Brugge, 16)
Het duurde even voor Balanta zich in het elftal van Philippe Clement wist te knokken. De concurrentiestrijd met Mats Rits was dan ook bikkelhard. Uiteindelijk zou de bijdrage van de Colombiaan beperkt blijven tot zestien optredens, maar daarin liet hij wel een sterke indruk na. Als controleur is Balanta een ware brandkast met de bal aan de voet: niemand weet hem te veroveren.

32. Bryan Heynen (KRC Genk, 16)
Jammer genoeg één van de onfortuinlijke pechvogels van het seizoen. Ondanks de zwalpende start van Genk bevestigde Heynen al het goede uit zijn kampioenenjaar. De belofteninternational probeerde zijn ploeggenoten zo goed als mogelijk te doen draaien. Op Moeskroen sloeg het noodlot echter toe. Heynen scheurde zijn kruisbanden en zag de rest van de competitie in rook opgaan.

31. Charles De Ketelaere (Club Brugge, 17)
Met Vanheusden, Doku en Heynen kwamen al enkele goudhaantjes aan bod en ook bij Club Brugge konden de fans een diamantje ontdekken.  Het blinde vertrouwen van Clement in De Ketelaere bleek al snel helemaal gegrond. De linkspoot etaleerde bij zijn debuut meteen zijn technische vermogen en vista. Het staat in de sterren geschreven dat Blauw-Zwart haar opvolger voor Hans Vanaken al in eigen rangen heeft rondlopen.