Liverpool op rand van Champions League-uitschakeling na verlies in Madrid
Liverpool moet over drie weken alle zeilen bijzetten om vroegtijdige uitschakeling in de Champions League te voorkomen. De titelhouder verloor de eerste wedstrijd tegen Atlético Madrid met 1-0. Bij Liverpool kwam Divock Origi in de tweede helft in het veld, Yannick Carrasco kwam niet in actie.
Atlético schoot uit de startblokken: de eerste kans leverde meteen een goal op. Een corner van Koke bleef vlak voor het doel van Alisson Becker, waarna Saúl Ñíguez er als de kippen bij was om van dichtbij binnen te schieten. De Madrileense storm bleef nog heel even doorrazen, waarna de ploeg van Diego Simeone de pot dichtgooide en op de counter speelde. Liverpool kon daar moeilijk mee omgaan en had moeite met het creëren van kansen.
Halverwege de eerste helft speelde Atlético toch weer op de aanval. Dat leverde mogelijkheden op voor de ongelukkige Alvaro Morata, die niet in de wedstrijd zat. Mohamed Salah leek gelijk te maken, maar zijn treffer werd vanwege buitenspel afgekeurd.
Liverpool was in de tweede helft dicht bij de 1-1. Salah miste een kopkans en een schot van Trent Alexander-Arnold werd gepakt door Jan Oblak. The Reds roken bloed, maar kregen aan de andere kant meer kansen tegen dan gebruikelijk. Angel Correa miste er twee en Morata had twintig minuten voor tijd de 2-0 moeten maken.
Liverpool had veel moeite om de Spaanse defensie te penetreren, maar Jordan Henderson was er heel dichtbij. De aanvoerder schoot maar net naast. Diego Costa maakte na drie maanden blessureleed zijn rentree, maar hij kon de score niet meer verdubbelen voor Atlético. Een slotoffensief zat er voor Liverpool nooit echt in.
Op 11 maart moet Liverpool Champions League-uitschakeling zien te voorkomen.