Geld van Alderweireld maakt niet gelukkig: "Familie nodigt me niet meer uit"
Toby Alderweireld heeft op zijn 27ste al een bijzonder mooie carrière achter de rug. Hij is een onbetwiste Rode Duivel én een van de beste verdedigers in de Premier League. Dat levert ook veel geld op, maar met geld kan je niet alles kopen.
Alderweireld windt er geen doekjes rond. Hij heeft heimwee naar België, waar hij bijna nooit is door het moordende Engelse schema. "Sinds mijn 15de heb ik ook geen enkel kerstfeest of Nieuwjaar met mijn familie kunnen vieren. Mijn familie zie ik zelden tot nooit. Mijn oudste broer heeft een tweeling van wie ik de peter ben: ik was er niet bij op de dag van hun geboorte, op geen enkele verjaardag. Ik mis élk speciaal moment. Na twaalf jaar begint dat te wegen", vertelt hij in Humo.
Alderweireld mist zijn thuis, zoveel is duidelijk. "Ik hou van België en zijn tradities, van Antwerpen, van de plekken die ik ken. Van mijn familie en van vrienden om me heen. Dát is wie ik ben. Iemand die zonder het voetbal rond de kerktoren zou zijn blijven wonen. Die ook een carrière zou hebben gehad, maar dan in een andere branche."
Alderweireld heeft hier al last van sinds hij een jeugdtalent was. "Heimwee is moeilijk te definiëren. Wat is het? Ik heb vaak discussies in mijn familie omdat ik graag wil dat ze weten hoe het was voor mij: als 16-jarige stond ik op zondagavond in het station met mijn sporttas en mijn boekentas, te wachten op de laatste trein naar Amsterdam, voor een rit van twee uur naar een onbekend gezin, terwijl je eigenlijk thuis wil blijven. Het had iets van een scène uit een film: dat perron, de kou, de eenzaamheid ... Natuurlijk hebben wij profvoetballers een fantastisch leven, maar geld maakt niet alles goed."
Niet meer uitgenodigd
Het contract van Alderweireld lekte onlangs uit: hij verdient drie miljoen euro per jaar. Soms betekent dat echter weinig. "Niet alles is te koop. Je kunt niet 5.000 euro op tafel leggen en zeggen: 'Ik wil nú een avondje met vrienden op café.' Voor familiefeestjes nodigen ze me niet meer uit, want ze weten dat ik toch niet kan komen. Nog een geluk dat er zoiets als FaceTime bestaat (de videotelefoniedienst van Apple, red.). Maar het blijft FaceTime, het blijft een sms’je, het is niet: bij elkaar zijn."