De beste elf uit 125 jaar Cercle Brugge

De beste elf uit 125 jaar Cercle: vooroorlogse kampioenen met lokale knapen

13 april om 12:00
Laatste update: 13 april om 13:01

Cercle Brugge is het feestvarken van de week binnen het Belgische voetbal. Op 9 april mochten de sympathisanten liefst 125 kaarsjes uitblazen. Het mooiste verjaardagsgeschenk? Dat zou ongetwijfeld een zege op KRC Genk zijn in de Champions’ Play-Off. VoetbalPrimeur.be stuurt echter al graag een kleinigheidje op: een poging tot het beste elftal aller tijden van De Vereniging.

Doelman
De kans is bijzonder groot dat geen enkele lezer van VP Robert Braet ooit aan het werk zag, maar de overlevering spreekt voor zich. Sta ons toe je te overtuigen: zeventien seizoenen bij Cercle, twee titels veroverd, veertien keer Rode Duivel ook … Nu zijn keepers van 1,91 meter eerder norm dan uitzondering, maar destijds was dat absoluut  niet zo. 'De langen', zoals zijn bijnaam luidde, pakte volgens de sterke verhalen zijn ballen het liefst van al met één hand. Zijn legendestatus krijgt nog wat meer vorm als je weet dat hij na zijn actieve carrière nog jarenlang in het groen-zwarte bestuur zat en hij zelfs even voorzitter was. 

Verdediging
In de weerklank van het directe voetbal dat Cercle anno 2024 graag hanteert, treedt dit fictieve elftal aan in een 3-4-3. Achteraan moet Denis Viane de boel gesloten houden. Rond de voorbije eeuwwisseling draafde de mandekker 386 keer op in groen-zwarte kleuren, vaak met de aanvoerdersband om de arm. Als rasechte Bruggeling en jeugdproduct droegen de supporters hem op handen. In 2012 trok Viane de deur op Jan Breydel achter zich dicht. Aan zijn zijde krijgen twee ronkende namen de vrijheid om af en toe eens met de bal in te schuiven. 

Morten Olsen was daar een kei in. Die zou later onder meer drie titels en een UEFA Cup veroveren met RSC Anderlecht en als Deense aanvoerder deelnemen aan drie internationale eindrondes, maar zijn doorbraak beleefde hij als Cerclist. Op de linkerkant krijgt Jules Verriest dezelfde opdracht mee. Verkozen tot ‘Cercle-speler van de 20e eeuw’ hoeft zijn selectie geen betoog. Op z’n veertiende stopte hij al met school (wat toen nog mocht) om zich vol op zijn voetbalcarrière te storten. Hoe hard Anderlecht en Club Brugge ook aan zijn mouw trokken, Verriest bleef de ploeg van zijn hart trouw.

Middenveld
De winnende treffer maken in de stadsderby, er is niet veel meer nodig om voor eeuwig in de groen-zwarte geheugens gegrift te staan. Frederik Boi weet dat maar al te goed. Vandaag de dag wordt hij er nog altijd regelmatig op aangesproken. Terwijl Boi vanop zijn rechterflank vooral loopvermogen en passie toevoegt, moet Stijn De Smet aan de overzijde voor dat vleugje genialiteit zorgen. De spelmaker combineerde inzicht aan traptechniek en scorend vermogen. Niet toevallig is hij, samen met Tom De Sutter en Olivier Deman, de enige Cercle-boy die het deze eeuw tot bij de Rode Duivels schopte.

In de as van het elftal houdt de tandem Geert Broeckaert - Arnar Vidarsson alles perfect onder controle. Die eerste loodste De Vereniging tussen 1977 en 1991 vanuit de Tweede Klasse weer naar betere tijden. Zo stond hij op het veld bij de enige trofee na Wereldoorlog II: de bekerwinst in 1985. Met Vidarsson heeft Broeckaert een hardnekkige bijter naast zich. Zoals hem maken ze ze nauwelijks nog: uitermate leep, op het randje van vals en met een onstuitbare winnaarsdrang. In zijn sappige Nederlands is hij er zelf als de kippen bij om zijn kwaliteiten te minimaliseren, maar dat neemt niet weg dat Vidarsson jarenlang een gevreesde controleur was op de Belgische velden.

Aanval
Doelpunten, doelpunten en nog meer doelpunten! Vooral in de 20e eeuw leverde Cercle enkele onvervalste schutters af. Dat begon al bij het eerste titelsucces uit 1911, toen Alphonse Six op 40 rozen afklokte. Zijn uiteindelijke gemiddelde zou op 1,04 goals per wedstrijd komen te liggen, totdat het noodlot van die periode toesloeg. Jammer genoeg sneuvelde Six in de Eerste Wereldoorlog, anders had hij de oudste Cercle-fans nog een pak vaker laten juichen. Andere tijden, helaas …

Ook later vonden enkele Brugse spitsen de weg naar doel bijzonder vlot. Dat geldt zeker en vast voor Dirk Beheydt. In de jaren ‘70 en ‘80 bezorgde hij zowat elke Belgische verdediging nachtmerries. Smetje op zijn loopbaan: zijn aantal treffers in de hoogste klasse bleef steken op 99 … “Niet getreurd”, dacht Josip Weber toen hij op Jan Breydel neerstreek, “ik zal die kaap wel ronden!” En zo geschiedde ook. Het sympathieke ‘Joske’ was mateloos populair bij Cercle en kroonde zich midden jaren ‘90 drie keer op rij (!) tot nationaal topschutter. Kevin Denkey weet dus wat hem te doen staat!

Bank: Yves Feys, Hans Cornelis, Albert Van Coile, Florimond Vanhalme, Brando Karacic, Oleg Iachtchouck, Kalusha Bwalya