Bondsprocureur over salonremise: “Is ongezien in de Belgische voetbalwereld”
KVC Westerlo en KRC Genk moeten zich verantwoorden voor het Disciplinair Comité Profvoetbal na de salonremise op de laatste speeldag van de reguliere competitie. Bondsprocureur Ebe Verhaegen vertelt wat er allemaal mis was met de salonremise tussen Westerlo en Genk.
“Wat er die avond gebeurd is, is ongezien in de Belgische voetbalwereld”, citeert Het Belang van Limburg Verhaegen. De Bondsprocureur geeft aan dat Westerlo zeker was van behoud en dat KRC Genk zeker was van de Champions’ Play-Offs. Hierdoor waren beide ploegen tevreden.
“Wat we toen te zien hebben gekregen is een aanfluiting van de sportieve geest van fair play”, geeft Verhaegen aan. Volgens de Bondsprocureur had de match niet op slot mogen gaan in de slotfase. “Wat had je dan kunnen verwachten? Dat men dat professioneel ging uitspelen, maar dat is absoluut niet gebeurd”, aldus Verhaegen.
“Ik begrijp de verdediging van KRC Genk”, vertelt Verhaegen verder. “Zij waren niet in de positie om het spel te maken, dat is natuurlijk correct. Maar je ziet wel op de beelden dat een speler van KRC Genk gebaart om het rustig aan te doen. Hij deed dat niet naar zijn eigen ploegmaats, maar naar de spelers van Westerlo”, geeft Verhaegen aan.
Ook benadrukt Verhaegen de pass van Joris Kayembe (Genk) naar Nicolas Madsen (Westerlo). “En dat is dat passje van Kayembe naar Madsen. Dat maakt dat ik het heel moeilijk te geloven vind dat er geen afspraken gemaakt zijn. Conclusie van het bondsparket: it takes two to tango, beide clubs en spelers treffen even veel schuld”, besluit Verhaegen.