STVV viert eeuwfeest: het beste Truiense elftal aller tijden kan niet ontbreken
Hiep, hiep, hoera! De Koninklijke Sint-Truidense Voetbalvereniging viert deze vrijdag haar eeuwfeest. Exact honderd jaar geleden, op 23 februari 1924, werd de club boven het doopvont gehouden. VoetbalPrimeur.be laat dat jubileum niet zomaar voorbijgaan en luidt de festiviteiten graag in aan de hand van enkele specials. Hoe zou het beste elftal van STVV aller tijden eruit zien, bijvoorbeeld?
Doelman
Een rechtstreekse transfer afdwingen van Sint-Truiden richting de Premier League: het is er weinigen gegeven. Op jonge leeftijd spatte het talent nu eenmaal al van Simon Mignolet af. Als jeugdproduct doorliep hij zowat zijn gehele opleiding bij de club, overigens een rode draad bij veel spelers uit dit vedettenelftal. Zijn 56 wedstrijden in geel-en-blauw vormden de ideale opstap naar een ronkende carrière langs onder meer Liverpool FC en de Rode Duivels.
Verdediging
In onze fictieve 3-4-3 stroomt er geel-blauw bloed doorheen de aderen van de verdedigende linie. Samen zijn ze goed voor meer dan duizend (!) wedstrijden bij STVV. Peter Delorge (394) en Nicky Hayen (272) zijn twee levende clublegendes uit de 21e eeuw. Zij maakten hoogdagen mee op Stayen, een verplaatsing waar veel topploegen destijds met knikkende knieën naartoe trokken. Aan hun zijde komt Marcel Lemoine (355) te staan. Die doet vooral een belletje rinkelen bij de oudere generatie. Toen Sint-Truiden haar strafste prestatie neerzette ooit, door als vice-kampioen te eindigen in 1966, was Lemoine een onmisbare schakel in de achterhoede.
Middenveld
Vijf seizoenen lang deed Jacques Kingambo de Truienaars kirren van de pret. Tussen 1987 en 1992 zorgde hij voor spektakel dankzij zijn onnavolgbare dribbels en daaropvolgende assists. Een publiekslieveling bij uitstek, die tussendoor ook nog twee Afrika Cups betwistte. Aan de overzijde van ons middenveld maakt Danny Boffin het mooie weer. Na zijn gloriejaren bij RSC Anderlecht breidde de linkspoot er nog een erg succesvole periode aan vast in Haspengouwen.
We hebben al een half dozijn klasbakken achter de kiezen, maar zij staan allemaal in de schaduw van ‘Mister STVV’. Odilon Polleunis, Lon voor de vrienden, zet als vanouds de lijnen uit in Sint-Truiden. Als enige Kanarie ooit mocht hij de Gouden Schoen in ontvangst nemen. Dat zegt voldoende over de klasse van deze stilist, zeker? In zijn rug moet Erwin Coenen het vuile werk opknappen. In tegenstelling tot Polleunis moest hij het niet hebben van zijn verfijnde voetjes, maar wel van zijn tomeloze inzet, slim positiespel en feilloze strafschoppen. Tussen 1982 en 1998 droeg hij het shirt van STVV, met uitzondering van één jaartje Tongeren. Met Polleunis stond Coenen dus nooit samen op de grasmat, maar wat een tandem zou dat geweest zijn!
Aanval
Wat goed is, komt snel. Dat was voor Wereldoorlog II ook al het geval. Op zestienjarige leeftijd kwam Pol Appeltans in het eerste elftal van STVV. Al na drie minuten in zijn debuutwedstrijd trof hij raak. Het zou een voorbode zijn van een doelpuntenkanon zonder weerga. In 453 duels zou hij finaal afklokken op … 460 doelpunten! Hoewel Appeltans dat kunstje ‘slechts’ flikte in de Tweede en Derde Klasse, kreeg hij toch een uitnodiging voor de Rode Duivels in zijn brievenbus. Straffe kost.
Aan zijn zijde strijden met Marc Wilmots en Alfred Riedl twee bekendere namen. Die eerste behoeft weinig introductie. Das Kampfschwein maakte vooral furore bij Standard Luik, Schalke 04 en uiteraard de nationale ploeg, maar vierde zijn doorbraak bij de elite als Truienaar. Ook Riedl heeft zijn sporen ruimschoots verdiend in het Belgische voetbal. Toen de Oostenrijker in 1972 neerstreek in Haspengouwen, had hij al twee titels in zijn vaderland op zijn palmares staan. In zijn eerste jaargang bewees hij meteen waarom: Riedl schopte het prompt tot topscorer. Ook het jaar erop was de spits erg productief. Na 33 treffers in Truiense loondienst vervolgde hij nog bij onder meer Royal Antwerp FC en Standard Luik.
Trainer
Hoewel begin jaren ’60 met Raymond Goethals een naam als een klok STVV richting het professionalisme gidste, krijgt een andere legende van de club de voorkeur: Guy Mangelschots. Tussen 1986 en 1990 zette de Limburger zijn schouders onder de definitieve opmars richting het hoogste niveau. Met behulp van een resem jonge, lokale talenten zoals Boffin en Wilmots fladderden De Kanaries in 1987 naar de titel in Tweede Klasse, na dertien lange jaren in het vagevuur. Mangelschots hield de ploeg van zijn hart ook vlot aan boord op het hoogste niveau.
Na zijn vertrek in ’90 zou STVV weer even een kwakje kennen, maar uiteindelijk legde hij wel de funderingen voor de stabiele eersteklasser die het zich vandaag de dag mag noemen. Overigens valt zijn ‘vertrek’ te relativeren. Vanaf 1996 keerde Mangelschots terug op Stayen, ditmaal in de hoedanigheid van technisch directeur. Die functie zou hij anderhalf decennium lang vervullen. In die periode bracht de geboren Hasselaar de noodzakelijke stabiliteit op bestuursvlak. Mede daarom verdient Mangelschots zijn plek als T1, met Goethals als uiterst bekwame rechterhand.