Nardi doet verhaal van horrorblessure: "Ik dacht: "Ga ik wel nog kunnen stappen?""
Paul Nardi zit momenteel thuis om te bekomen van zijn verschrikkelijke beenbreuk. De doelman van KAA Gent liep zijn blessure op in de Conference-League-wedstrijd tegen Zorya Luhansk (4-1). Voor het eerst blikt hij terug op dat noodlottige moment.
Bij een uittrap liep het helemaal mis voor Nardi. Hij omschrijft het als "brute pech". "Ik maakte een zijwaartse beweging. Snel, een beetje gehaast, en dus onnatuurlijk. En dan... krak, krak, krak", schetst de Fransman de situatie bij Het Laatste Nieuws. Hij hoorde zijn botten doormidden breken zoals een stuk hout, vergelijkt hij. De diagnose was vernietigend: een ontwrichting van het scheenbeen, een gebroken kuitbeen, één gescheurde en één geraakte gewrichtsband.
In de eerste plaats was de mentale impact enorm. "Toen ik mijn voet daar zo zag 'hangen', was mijn eerste gedachte: "Ga ik wel nog kunnen stappen?"", aldus Nardi, die toen in tranen uitbarstte. Nadien werd hij met de ziekenwagen afgevoerd. Toen begon ook de pijn op te zetten. "Zodra ik in de ambulance lag en de adrenaline daalde... Pfff, dan werd de pijn verschrikkelijk." Vooral tijdens de eerste nacht zag hij af, ondanks een maximale dosis aan pijnstillers. "De pijn was waanzinnig. Ik wilde mijn been laten afzetten, quoi."
Een bijzonder zware dosis pech, zou je kunnen zeggen, maar Nardi blijf er positief onder. Zo waren de artsen optimistisch na hun succesvolle ingreep. Bovendien doet de steun van buitenaf deugd. Naar eigen zeggen kreeg Nardi duizenden berichten. "Onder meer van Matz Sels en Thomas Kaminski. Alle steun geeft me nóg meer kracht. C'est l'autoroute du bonheur. Als een snelweg naar geluk", besluit hij met filosofische woorden.