Terug van (nooit helemaal) weggeweest: KV Mechelen gelooft in Hasi ondanks hobbels
KV Mechelen is een nieuwe weg ingeslagen. Om de degradatie te ontlopen, haakt de traditieclub haar karretje aan een bekende locomotief: Besnik Hasi. Die keert na zeven jaar terug op de Belgische velden, maar is hier eigenlijk nooit weggeweest. VoetbalPrimeur.be rakelt herinneringen op en schetst de uitdagingen die hem in Mechelen te wachten zullen staan.
Wie zijn palmares in ogenschouw neemt, kan het Mechelse bestuur enkel bijstaan: Hasi lijkt een prima kandidaat om het stokje over te nemen van Steven Defour. In zijn spelerscarrière als controlerende middenvelder behaalde hij zes prijzen, in het trainersvak voegde hij er daar nog eens twee aan toe. Stuk voor stuk veroverde hij dat eremetaal op Belgische bodem. Dat is meteen ook één van de voornaamste redenen in de keuze van Malinwa. Hoewel Hasi een Albanees paspoort bezit en sinds 2016 doorheen het buitenland reisde, kent hij het Belgische voetbal als zijn broekzak. Geen wonder voor iemand die in 1994 vanuit het voormalige Joegaslavië richting Genk trok en vervolgens 22 jaar lang in ons land bleef plakken.
In eerste instantie maakte Hasi furore op de middenstrook bij KRC Genk en RSC Anderlecht. Zijn rol bestond er voornamelijk in om het evenwicht te bewaren in de rug van aanvallendere en meer getalenteerde ploeggenoten. Niet zelden vloeien uit zulke profielen trainers voort. Hem afdoen als een simpele waterdrager gaat een brug te ver, maar Hasi dwong in de eerste plaats respect af als echte ploegspeler. Zijn prijzenkast voer er wel bij. Na meer dan 300 wedstrijden in onze Eerste Klasse zwaaide hij in 2008 af bij Cercle Brugge. Althans als speler, want onmiddellijk diende zich een nieuw avontuur aan. Als hulpcoach zou hij zes jaar lang de kneepjes van het vak leren bij RSC Anderlecht, in dienst van onder meer Ariël Jacobs en John van den Brom.
De (te?) vroege sprong
Het is die laatste Nederlander die in maart 2014 de trainersloopbaan van Hasi lanceert. Tegen wil en dank, aangezien hij zelf ontslagen wordt bij Anderlecht. Onder Van den Brom is het voetbal vaak erg aantrekkelijk om zien, maar op puntenvlak blijft het eerzuchtige bestuur op haar honger zitten. De zoektocht naar een opvolger is snel beslecht: het is tijd voor rechterhand Hasi om op eigen benen te staan. Die ziet dat best zitten. Zijn beslissing lijkt geweldig uit te pakken, want een tweetal maanden later al mag hij de Belgische landstitel in de lucht steken. Als nummer drie eiste Anderlecht bij de start van de Play-Offs niet meer op dan een outsidersrol, maar na een straffe 22 op 30 remonteren de Brusselaars aartsrivaal Standard Luik alsnog.
Met dank aan … een monsterlijke Cheikhou Kouyaté. Wanneer Hasi de Senegalees doorschuift van de verdediging naar het middenveld, valt de puzzel plots in elkaar. Die tactische zet geeft de 33e titel een extra Albanees glansje. Niemand die op dat moment overigens vermoedt dat het negen jaar later nog steeds Anderlechts voorlaatste kampioenenmars zou zijn. Uiteraard krijgt Hasi nadien het vertrouwen, maar in de twee daaropvolgende jaren sprankelt de samenwerking niet langer. Het spelpeil strookt niet met het stijlvolle verleden en bovendien vallen de resultaten te mager uit. Was die triomf uit 2014 uiteindelijk een vergiftigd geschenk? In ieder geval heeft Hasi’s tijdperk bij Anderlecht, zijn enige Belgische werkgever als coach tot dusver, geen unaniem antwoord geboden rond zijn competenties.
Hobbelige omzwervingen
Toen de chemie was uitgewerkt, achtte Hasi de tijd rijp om zijn tweede vaderland voor onbepaalde duur de rug toe te keren. Als prille trainer sloeg hij zijn vleugels uit, eerst richting enkele andere hoeken van Europa, nadien naar het Midden-Oosten. De chronologie van die reis verraadt al dat het geen onverdeeld succes is gebleken. In 2016 en 2017 volgden korte doortochten bij respectievelijk Legia Warschau en Olympiakos. Die beide ervaringen draaiden uit in een blauwdruk van elkaar. Telkens slaagde Hasi erin om de hoofdambitie, plaatsing voor de Champions League, te realiseren. Prima, maar zowel in Polen als in Griekenland ging dat ten koste van de seizoensstart in de vaderlandse competitie. Die achterstand zou hij al vlug moeten bekopen met een ontslag. Het dreef Hasi richting de woestijn, geen onbekende ontsnappingsroute bij trainers. Bij Al-Raed en Al-Ahli geraakte de bankrekening waarschijnlijk vet gespekt, zonder noemenswaardige prestaties neer te zetten.
Wat opvalt doorheen die buitenlandse escapades: telkens weer behield Hasi een sterke band met België. Dat valt alleen al af te leiden uit het aantal Belgische voetballers dat in vreemde loondienst onder zijn hoede speelde. Yassine El Ghanassy, Björn Engels, Guillaume Gillet, Ilombe Mboyo, Silvio Proto, Vadis Odjidja … Het zijn nog niet eens alle namen die Hasi nog had onthouden uit zijn werkervaring in ons land. Het doet vermoeden dat de gewezen middenvelder ook vanuit Saoedi-Arabië de Jupiler Pro League op de voet gevolgd heeft. Van een aanpassingsperiode zou bijgevolg nauwelijks sprake mogen zijn. Daar is ook geen tijd voor, want na een dramatische 1 op 18 is KV schrikbarend ver weggezakt. Als op twee na laatste lijkt de enige doelstelling nog te zijn om de Degradatie Play-Offs te ontlopen.
Het Heilige Vuur
Mocht Malinwa zich redden, dan zal dat slechts in beperkte mate te danken zijn aan Defour. Tussen hem en KV was het bij zijn aanstelling dik een jaar geleden (weer) liefde op het tweede gezicht. Zijn aantreden zorgde – zoals gebruikelijk – ook voor een déclic, maar eigenlijk kwam er na Nieuwjaar al sleet op die opwaartse curve. De bekerfinale verbloemde nog het een en ander. De Maneblussers kampen echter met enkele achilleshielen. Het typische werkmans-DNA is niet altijd meer aanwezig, zeker niet in uitwedstrijden, waar KV zich al te vaak eenvoudig laat aftroeven. Bovendien blijft de achterhoede behoorlijk wankel staan. Dat euvel dateert eigenlijk al van de heerschappij van Wouter Vrancken, maar die kon dat nog compenseren met uitgekiende aanvallende looplijnen.
Als beginnend trainer slaagde Defour daar (begrijpelijk) minder in. Vanuit de eigen aanhang klonk steeds luider gemor over de uitdagende, maar naïeve manier van opbouwen. Het aantal keren dat daaruit een tegendoelpunt voortvloeide, viel niet langer op één hand te tellen. Kortom: de gemiddelde Mechelaar snakt weer terug naar het KV-gevoel van weleer, met een groot hart verticaal richting het vijandelijke doel stormen. Als Hasi ergens voor staat, is het wel voor dat heilige vuur, zowel in zijn spelers- als trainersrol. In de nadagen van zijn actieve loopbaan leerde hij ook de rechterkolom kennen bij Sporting Lokeren en Cercle. Zo’n omgeving past hem misschien wel beter dan het ietwat stijve Anderlecht. In het Astridpark drinken ze hun champagne graag net wat sprankelender, maar Achter De Kazerne volstaat een schuimende pint, als die maar met liefde getapt is.