Antwerp kampioen ... in het achteruitspelen: Butez kreeg meer dan 50 (!) passes
Club Brugge en Royal Antwerp FC schotelden de eigen én de neutrale fans zondag een povere topper voor. Uiteindelijk haalde de thuisploeg het met 2-1 dankzij een late treffer van Hans Vanaken, maar aan beide kanten zal het spel beter als ze punten willen pakken. Of misschien wat gedurfder, verticaler en sneller? De statistieken schetsen geen al te opwindend beeld van het (vele) balbezit van beide elftallen.
Het Nieuwsblad legde de affiche tussen Club en Antwerp onder de microscoop en komt met enkele opvallende cijfers op de proppen. Zo kregen de doelmannen weinig werk op te knappen met de handen, maar des te meer met de voeten. Simon Mignolet werd zestien keer aangespeeld. Wat zijn collega aan de overzijde overkwam, grenst echter aan het hallucinante. Meer dan vijftig (!) maal kreeg Jean Butez de bal toegespeeld van één van zijn ploeggenoten, telde HNB. Dan is het ergens niet verwonderlijk dat het doelpunt van George Ilenikhena in minuut 72 pas het eerste Antwerpse schot op doel was ...
Zowel Club als Antwerp eisen dus graag de bal op, maar doen dat grotendeels op de eigen speelhelft. Dat is geen eenmalig patroon uit de topper van afgelopen zondag, wel integendeel. Beide ploegen staan in de top-drie van ploegen met het laagste percentage van voorwaartse passes. In het geval van Club Brugge gaat het om 31 procent van alle passes. 14 procent gaat achteruit, zowat de helft in de breedte.
Stijlbreuk met Cercle en Union
Bij Antwerp gaat het er nóg minder verticaal aan toe. The Great Old zweert bij een trage opbouw, maar die speelt zich vooral af tussen Toby Alderweireld, Soumaïla Coulibaly en dus Butez. Geen enkele ploeg in de Jupiler Pro League speelt procentueel zo weinig ballen naar voren. Sint-Truiden nestelt zich overigens tussen beide grootmachten in. Niet toevallig zijn Antwerp, STVV en Club ook de ploegen met het meeste balbezit.
Aan de andere kant van het spectrum vinden we Cercle Brugge en Union Saint-Gilloise terug, wat al af te leiden valt uit de energie die zij uitstralen. Bij hen gaat zowat de helft van de inspeelpasses in de richting van het vijandelijke doel. Het legt zowel Cercle als Union alvast geen windeieren. Misschien kunnen Mark van Bommel en Ronny Deila toch eens gaan piepen bij hun collega's?