Bondscoach Andersson na aanslag: “Fans achtervolgd omdat ze gele shirtjes droegen”
De Zweedse bondscoach Janne Andersson heeft uitvoerig gereageerd op de terroristische aanslag in Brussel vlak voor de EK-kwalificatiematch tussen De Rode Duivels en Zweden. Andersson was pas tijdens de rust op de hoogte van de verschrikkelijke gebeurtenis en vertelt dat hij heel kwaad is, maar vooral verdrietig.
Andersson zag Zweden met een 1-1 stand de rust in gaan tegen De Rode Duivels. De bondscoach was tevreden over het spel van zijn land. “Ik wilde mijn spelers net feliciteren met hun geweldige eerste helft, toen het nieuws me werd verteld. Ze moesten het meermaals herhalen, want het drong in eerste instantie niet tot me door. Op geen enkel moment dacht ik nadien nog aan voetbal. Dat deed er niet meer toe, er waren Zweden vermoord”, citeert het Zweedse Aftonbladet de bondscoach.
Andersson vertelt verder over het effect van het afschuwelijke voorval vlak voor De Rode Duivels tegen Zweden. “Ik ben kwaad, heel kwaad. Maar vooral verdrietig. Eigenlijk had het drama nog veel groter kunnen zijn. Mensen werden doodgeschoten omdat ze voor hun land supporterden. Zweedse fans werden achtervolgd door een gek met een machinegeweer omdat ze gele shirtjes droegen. Dat is waanzin”, aldus Andersson.
De conclusie van Andersson is somber, de bondscoach denkt dat het bijna onmogelijk wordt om nog de kleuren van Zweden te kunnen dragen. “Het gevolg is dat je beter geen truitje meer draagt van je favoriete ploeg of land, ook al ben je daar terecht trots op. Het is iets dat we jaren gedaan hebben, maar nu lijkt het niet meer te kunnen. Je riskeert er tegenwoordig je leven mee”, besluit Andersson.