Nusa gaat vergelijking uit de weg: "Noa Lang vervangen? Dat kan niemand"
In zijn eerste wedstrijden als trainer van Club Brugge koos Ronny Deila voor een vast basiselftal. Als linksvoor rekent de Noor op een landgenoot van hem, Antonio Nusa. De amper achttienjarige klasbak lijkt voor het jaar van de doorbraak te staan. Daar gaat hij allerminst door zweven.
De voorbije jaren keek iedereen in Brugge naar Noa Lang om acties te maken vanop de linkerflank. Die rol is nu toebedeeld aan Nusa. Grote schoenen om te vullen, zou je zeggen. "Noa Lang vervangen? Ik denk niet dat iemand dat kan", blijft Nusa erg bescheiden bij Het Laatste Nieuws. De pijlsnelle vleugelflitser wil zich dan ook niet met zijn ex-ploegmaat in de weegschaal leggen. "Laat mij maar gewoon de nieuwe Antonio Nusa van Club Brugge worden."
Diezelfde bescheidenheid blijft hem sieren wanneer hem gevraagd wordt naar zijn werkpunten. Snelheid en technisch vermogen heeft Nusa te koop, maar voorlopig ontbreekt het hem nog wat aan statistieken. Niet onlogisch op die leeftijd. "Ik weet dat ik er nog niet ben, gelet op mijn kwaliteiten, maar die matchen doen me wel deugd", verwijst Nusa naar zijn huidige basisstatuut. Vroeg of laat zullen de doelpunten wel volgen, klinkt het.
Nusa leeft er alvast tweehonderd procent voor. "Ik train veel extra - de kine's moeten mij soms tegenhouden. En ik bekijk samen met de trainers al mijn beelden terug", legt hij uit. De voorbije twee seizoenen scoorde Nusa telkens welgeteld één keer in de Jupiler Pro League. Zijn hoogtepunt tot dusver was dan weer zijn treffer in de Champions-League-confrontatie met FC Porto, waar hij de 0-4 aantekende.