Alderweireld bezocht de Bosuil, maar niet voor transfer: "Bedankje voor Overmars"
Een opgemerkte gast bij Royal Antwerp FC - RSC Anderlecht van afgelopen zondag: Toby Alderweireld. Hier en daar sloegen Antwerp-supporters al aan het dromen over een mogelijke overstap naar hun geliefde club, maar de Rode Duivel heeft nu zelf even de puntjes op de i gezet.
In Extra Time legde Alderweireld uit waar zijn bezoek aan de Bosuil aan te danken viel. De aanwezigheid van Marc Overmars bleek doorslaggevend. "Hij is de directeur die me naar Atlético heeft laten gaan", verwijst Alderweireld naar zijn uitgaande transfer bij Ajax. "Het was een soort van bedankje eigenlijk. Dat is heel mooi aan Ajax, dat je er nooit gratis vertrekt."
"De club had toen drie keer na elkaar kampioen gespeeld, dan gun je elkaar ook een transfer. Zulke momenten vergeet je niet, als je een mooi afscheid kunt houden", aldus Alderweireld. De verdediger herinnert zich de gedachtegang destijds nog perfect. "Ik had toen nog één jaar contract en had een goed seizoen gespeeld. Ga je dan bijtekenen of niet? Ik heb toen gezegd: ik zou graag de volgende stap maken."
"De club ging daarin mee, maar verlangde wel een bepaalde transfersom. Dan ga je ook voor die transfer werken", wijst Alderweireld op het belang van wederzijds respect en communicatie. "Als het dan toch niet zou lukken, om allerlei redenen, dan teken je bij. Daarin is hij (Overmars, nvdr.) top. Nadenken wie klaar is voor de volgende stap en hem daarbij helpen." Sinds enkele weken mag Overmars die kwaliteiten optimaal proberen benutten bij Antwerp.
Never say never
Een transfer naar Antwerp is dus hoegenaamd niet aan de orde. Of toch, Toby? "In het voetbal weet je het nooit", lacht Alderweireld nog. "Ik kom van Germinal Ekeren, heb mijn jeugd bij Beerschot gehad, maar ik ben ook gewoon fan van het Antwerpse voetbal. Iedereen weet dat ik de stad in mijn hart draag." En op zijn lichaam, getuige de tatoeage van de Onze-Lieve-Vrouw-kathedraal.
"Ik vind het ook jammer dat Beerschot nu gezakt is", betuigt Alderweireld zijn medeleven aan zijn voormalige jeugdclub. "Aan de andere kant doet het deugd dat Antwerp de stappen zet die het recent gezet heeft. Het is een slapende reus, dat zeggen we al twintig jaar, maar nu ... Dat is fantastisch. Zo'n prachtige stad verdient een club die meedoet voor de beste prijzen", besluit hij trots.