Real Madrid buigt 2-0 achterstand volledig om, Benzema geeft genadeslag

Real Madrid heeft in zijn jacht op de Primera División-titel een lastige klip omzeild. De Koninklijke kwam tegen Sevilla met 2-0 achter, zag een ogenschijnlijk geldige treffer van Vinícius Júnior door de neus geboord worden, maar nam alsnog een punt mee uit Andalusië.

Real Madrid moest midweeks een verlenging tegen Chelsea afwerken en moest ook in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán diep gaan. De ploeg van oude bekende Julen Lopetegui scoorde voor rust twee keer in korte tijd. Ivan Rakitic verraste Thibaut Courtois met een vrije trap en Érik Lamela had de 2-0 voor het inschieten, na sterk doorzetten van Jesús Corona.

De gasten konden na rust aan de bak tegen de minst gepasseerde ploeg van La Liga – Sevilla had in 31 wedstrijden slechts 22 treffers geïncasseerd – maar stroopten de mouwen en zetten de thuisploeg met de rug tegen de muur. Rodrygo maakte al snel de aansluitingstreffer en landgenoot Vinícius schoot de gelijkmaker binnen. Dat leek hij na een aanname met zijn schouder te zien, maar de arbitrage floot vanwege hands en bleef – na langdurig conclaaf met de VAR – bij die beslissing.

De gelijkmaker van Real Madrid kwam er acht minuten voor tijd echter alsnog. Dani Carvajal zette door op rechts en legde terug, Nacho haalde de trekker over: 2-2. En daarmee was de koek nog niet op: vedette Karim Benzema frommelde in de zeven minuten durende blessuretijd de verdiende 2-3 binnen. De ploeg van Carlo Ancelotti zet achtervolger Sevilla op vijftien punten afstand, met nog zes competitieduels voor de boeg. Nummer drie FC Barcelona heeft nog wel twee wedstrijden tegoed en kan op negen punten van de grote rivaal komen, maar de titelstrijd is hoogstwaarschijnlijk beslist.