De Ajax-erfenis van Overmars: wat Marc Netto Antwerp al dan niet kan bijbrengen

26 maart 2022 om 23:21
Laatste update: 26 maart 2022 om 23:21

Nu de eerste mediastorm rond de aanstelling van Marc Overmars wat geluwd is, verschuift de aandacht meer richting zijn sportieve meerwaarde voor Royal Antwerp FC. Op welke manier kan de Nederlander de oudste club van ons land van dienst zijn? Zijn ervaringen en verdiensten van bij Ajax zullen zeker van pas komen, maar Marc Netto zal zichzelf ook moeten heruitvinden, analyseert VoetbalPrimeur.be.

Het grensoverschrijdende wangedrag dat leidde tot zijn ontslag bij Ajax kan en mag uiteraard niet onder de mat geveegd worden, maar op louter sportief vlak haalde Antwerp met Overmars wel een ronkende naam binnen. Niet alleen als speler scheerde de gewezen flankaanvaller hoge toppen, bij onder meer FC Barcelona en het Nederlands elftal, ook als directeur voetbalzaken maakte hij het afgelopen decennium furore bij Ajax, de club van zijn hart. Sinds hij er in 2012 aan het roer kwam, groeiden de Amsterdammers weer uit tot de grootmacht van weleer, zowel op als naast de groene rechthoek. Zijn uitstekende financiële beleid vormde de hoeksteen van die heropmars.

Meesterverkoper
Eerst en vooral oogstte Overmars lof met zijn bijzonder lucratieve verkoopspolitiek. Op een slordige tien jaar tijd streek Ajax onder zijn bewind ruim 500 miljoen euro op aan transferopbrengsten. Je leest het goed: meer dan een half miljard! Het zijn cijfers waardoor het bij elke Belgische voetbalbestuurder begint te duizelen. Pronkstukken van die astronomische verkoopsbedragen waren Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt, die allebei voor zo’n 85 miljoen de deur uit gingen. Hun klasse spreekt uiteraard voor zich. Toch haalde Overmars ook voor ‘mindere goden’ als Davinson Sanchez (42 miljoen), Arkadiusz Milik (32 miljoen) en Sergiño Dest (21 miljoen) mooie sommen op. Opvallend: als Ajax een uitblinker liet verkassen, was de bestemming steevast een Europese (sub)topper.

Het spreekt voor zich dat het uitgaande beleid van Ajax onmogelijk evenwijdig kan lopen aan dat van Antwerp. Allereerst bokst Stamnummer Eén uiteraard in een andere gewichtsklasse. De tot op heden duurste uitgaande transfer luistert er naar de naam van … Martin Hongla. Die vertrok afgelopen zomer niet naar pakweg FC Barcelona of Tottenham Hotspur, maar wel naar Hellas Verona. En welke transfersom moest die Italiaanse laagvlieger ophoesten? Slechts 3,7 miljoen euro! Althans in eerste instantie, want het gaat om een huurovereenkomst mét aankoopoptie, waardoor Antwerp straks misschien nog wat extra centjes tegemoet kan zien. Ons punt is echter gemaakt: het gaat hoe dan ook om een peulschil van wat Ajax geregeld in het laatje krijgt.

Overmars staat voor de uitdaging om die bedragen ook in Deurne-Noord de hoogte in te stuwen. Al verwacht werkelijk niemand dat een Michel-Ange Balikwisha, om maar één jongen met potentieel te noemen, binnen een tweetal jaar voor 40 miljoen naar een Europese grootmacht overstapt. De naam van de sportief directeur mag dan wel erg bekend in de oren klinken, die van de club is minstens even doorslaggevend. De waarde van eigen spelers opkrikken zal een proces van lange adem vormen, maar voorzitter Paul Gheysens heeft intussen wel beseft dat lucratieve deals simpelweg onontbeerlijk zijn voor een moderne voetbalvereniging. De tijd van de transfervrije vertrekkers op de Bosuil, een kwalijke tendens de afgelopen jaren, lijkt definitief voorbij!

Zuid-Amerikaans goud
Ook aan inkomende zijde kan Overmars een knap rapport voorleggen. Los van het financiële gegeven komt het er uiteraard op aan om kwaliteit aan je club te binden. Dat lukte bij Ajax behoorlijk goed, op enkele zeldzame vergissingen na. Doorheen zijn aankoopbeleid lopen enkele rode draden, te beginnen met de link met Zuid-Amerika. Vanuit die regio importeerde Overmars de voorbije jaren een legertje aan raspaardjes en goudklompjes, die vaak al snel Europa veroverden. Een greep uit het aanbod: Edson Alvarez (América, 15 miljoen), Antony (Saõ Paulo, 15,75 miljoen), Lisandro Martinez (Defensa, 7 miljoen), David Neres (Saõ Paulo, 17,4 miljoen), Nicolas Tagliafico (Independiente, 4 miljoen) en Anderlecht-huurling Lisandro Magallán (Boca Juniors, 9 miljoen) …

Hoewel Overmars voor die Zuid-Amerikaanse aanwinsten vanzelfsprekend beroep deed op een heus scoutingsnetwerk vanwege Ajax, zullen zijn contacten op dat werelddeel niet plotsklaps verdampt zijn. Mogelijk strijken er de komende transferperiodes dus enkele Spaanstalige jongelingen neer op de Bosuil. Bovendien valt op dat Overmars het aandurft om zijn portemonnee ver open te trekken voor zulke talentjes, ondanks het voorbehoud dat regelmatig rond hen hangt. Zullen ze wel wennen aan het Europese voetbal? Zal de taal geen struikelblok vormen? Duikt er geen heimwee op? Om die vragen te beantwoorden, neemt Overmars met plezier een risicootje.

Maar wacht eens, luidde zijn bijnaam bij onze noorderburen nu niet ‘Marc Netto’? Inderdaad, in Amsterdam en omstreken heeft Overmars net de reputatie van erg gierig en afwachtend te handelen. Zo had in 2016 zowat elk(e) voetbalfan en -medium Hakim Ziyech naar Ajax geschreeuwd en/of geschreven, maar de deal liet bijzonder lang op zich wachten. Uiteindelijk sloeg de voormalige Oranje-international toch toe. Met overdonderend succes! Het bewijst wel dat Overmars durft te speculeren, durft te pokeren. Enerzijds is dat uiteraard eenvoudiger wanneer je met een ronkende naam als Ajax kan schermen. Anderzijds heeft Antwerp al ervaring met sportief directeurs die het onderste uit de kan halen. Ook voorganger Luciano D’Onofrio schoot pas in de slotdagen van de mercato wakker, wanneer de beste zaakjes zich aandienden. Vaak tot ongenoegen van de eigen aanhang, weliswaar …

Ervaren geraamte
Wat zich verder als patroon doorheen zijn aankoopbeleid geborduurd heeft, is dat Overmars een elftal vol jeugdige diamantjes graag verankert aan enkele ervaren hoekstenen. Ook daarvoor mag de knip van de geldbeurs. In 2018 hengelde Ajax met Daley Blind (16 miljoen) en Dusan Tadic (13,7 miljoen) op die manier twee leidinggevende krachten binnen, elk voor een behoorlijke geldsom. Beide heren staan nog steeds in de top-tien van duurste inkomende transfers bij de Nederlandse recordkampioen. Een investering die ontegensprekelijk geloond heeft, want hun ervaring leidt ertoe dat de vele doorgestroomde talenten uit de jeugd kunnen stelen met de ogen. Bij Antwerp nemen Ritchie De Laet, Faris Haroun en Radja Nainggolan die rol momenteel op zich, maar daar ontbreekt het dan weer aan youngsters van eigen kweek …

Een laatste rode draad die wel van toepassing lijkt op Antwerp, is dat Overmars de voorbije jaren niet blind bleef voor het talent van eigen bodem. Ondanks haar afgetekende nummer-één-positie in de Eredivisie (of net dankzij) plukte Ajax immers geregeld veelbelovende spelers weg bij reeksgenoten. Dat hoefden zelfs niet altijd de allergrootste clubs uit de competitie te zijn. Zo vonden Zakaria Labyad en Sean Klaiber (allebei FC Utrecht), Kik Pierie (SC Heerenveen),Perr Schuurs (Fortuna Sittard) en de eerder genoemde Ziyech (FC Twente) onderdak in de Johan Cruijff Arena vanuit een vrij bescheiden opstapje. Ook The Great Old ging sinds haar promotie naar de JPL veelvuldig dicht bij huis shoppen. In hoeverre Overmars de Belgische markt kent, is daarentegen nog koffiedik kijken.

Is het dan enkel hosanna in de bestuurscarrière van Overmars? Uiteraard niet. Net als voor elke sportief directeur ter wereld geldt dat ook Marc Netto de bal wel eens volledig mis kon slaan. Vraag dat maar aan Hassane Bandé (ex-KV Mechelen) of Razvan Marin (ex-Standard Luik), bijvoorbeeld. Voor respectievelijk 8,25 en 12,5 miljoen euro versterkten zij de Amsterdamse rangen, maar een heldenrol bleek er niet weggelegd. Het lijdt geen enkele twijfel dat er ook bij Antwerp wel eens ‘afval’ zal bijzitten, maar over het algemeen zouden de capaciteiten van Overmars een meerwaarde moeten bieden. Als hij zijn smartphone op gepaste wijze gebruikt, uiteraard …

Alle transferbedragen zijn afkomstig van de website van Transfermarkt.