Overmars' uitdagingen: jeugd en scouting uitbouwen, maar vooral 1957 doen herleven
De aanstelling van Marc Overmars heeft al een halve Sahara aan zand doen opwaaien (tiens, waar hadden we dat nog gezien?). Dat zijn grensoverschrijdende gedrag voor controverse vatbaar is, spreekt voor zich, maar Royal Antwerp FC haalt de Nederlander uiteraard in de eerste plaats binnen om successen te boeken. Welke uitdagingen staan de kersverse sportieve directeur eigenlijk te wachten? VoetbalPrimeur.be lijst vijf aandachtspunten op.
Het titeldoel heiligt de middelen
Dé ultieme ambitie van Antwerp is een publiek geheim: zo snel mogelijk landskampioen worden. Sinds Paul Gheysens in 2017 het roer overnam als voorzitter, reiken de bomen tot aan de hemel. Als succesvol zakenman is Gheysens zo rijk als de zee diep is. Onder zijn bewind heeft Antwerp een totale make-over ondergaan, op het vlak van infrastructuur, financiën en ook sportief. Dat laatste lijkt de voornaamste doelstelling van Overmars te gaan worden: Antwerp naar een eerste titel sinds 1957 (!) loodsen. Daarvoor moet alles wijken.
In principe loopt de vergelijking met Ajax helemaal spaak, aangezien Ajax elk jaar kampioen moet worden mét een bepaalde filosofie, terwijl Antwerp voor het eerst sinds mensenheugenis weer eens kampioen wil worden ten koste van alles. Daarvoor mag veel, zo niet alles wijken, luidt het devies in het hoofd van Gheysens. Zelfs de ethische codes, blijkbaar ... Om Club Brugge naar de kroon te steken heeft de voorzitter lak aan spraakmakend voetbal of een uitgekiende eigenheid in het veldspel. Enkel de resultaten tellen, punt!
De wereld veroveren ... op scoutingsvlak
Internationale successen boeken, dat lijkt een beetje te hoog gegrepen voor Stamnummer Eén, maar Overmars moet Antwerp wel degelijk tot ver buiten onze landsgrenzen uitdragen. Momenteel ontbreekt het de club immers nog aan een stevig uitgebouwd scoutingsnetwerk. De ervaring van Overmars kan op dat vlak van goudwaarde zijn. De voorbije jaren investeerde The Great Old immers voornamelijk in oude bekenden van het Belgische voetbal (denk aan Sinan Bolat, Dieumerci Mbokani, Lior Refaelov of Jelle Van Damme) of buitenlandse namen die op papier adelbrieven konden voorleggen (Viktor Fischer of Duits jeugdinternational Johannes Eggestein).
Via haar kersverse sportieve leidsman strijken binnenkort misschien wel enkele jonge, Nederlandse talenten in Antwerpen neer. Of Zuid-Amerikaanse pareltjes, uiteraard. Bij Ajax haalde Overmars er zo verschillende aan boord, om er met Antony, David Neres of Davinson Sanchez maar enkelen te noemen. De vraag die evenwel rijst: is het adressenboekje van Overmars wel op maat voor dat van Antwerp? Slaagt de Nederlander er ook in om in een minder vetgemeste vijver te vissen?
Lang leve de jeugd!
Zich tot nummer één van België kronen, dat is zoals gezegd de natte droom van Gheysens. Daarbij denkt de zakenman echter niet uitsluitend aan de A-ploeg. Ook in de jeugdreeksen wil de voorzitter van 'zijn' Antwerp een gerenommeerde naam maken. Na al die jaren in de Tweede Klasse was de jeugd erg verwaarloosd op de Bosuil. Sinds zijn aanstelling heeft Gheysens gigantisch veel geïnvesteerd in een nieuw stadion (dat staat er nu voor de helft) én in accommodatie voor de jeugdploegen.
In één van de nieuwe tribunes zijn bijvoorbeeld heel wat faciliteiten opgenomen voor hen. Gheysens wil van de jeugdopleiding één van de troeven maken van Antwerp, maar dat is uiteraard een project op de langere termijn. Gezien zijn Ajax-band lijkt Overmars de geknipte man om dat proces te helpen versnellen. Op dit moment zit er bijvoorbeeld slechts één enkele jeugdspeler bij de A-kern: Bruny Nsimba. Die mocht welgeteld één keer invallen in het lopende seizoen ... Dat moet binnen enkele jaren tot een schandvlek uit het verleden uitgegroeid zijn.
Voetbal = verkopen
Eigenlijk valt het businessmodel van de voetbalwereld anno 2022 poepsimpel uit te leggen. Sportieve successen bouw je op geld, en geld haal je uit ... de verkoop van talentrijke spelers. Dat heeft Gheysens na enkele aanloopjaren ook begrepen, al loopt dat tot op heden volledig spaak. De voorbije jaren liet Antwerp haar beste spelers steevast transfervrij vertrekken, zonder een transfersom te kunnen opstrijken.
Dat gebeurde onder meer met Dieumerci Mbokani en zelfs Lior Refaelov, die enkele maanden eerder nog de Gouden Schoen gewonnen had. Voorlopig heeft men nog niet uit die fouten geleerd, want ook Aurelio Buta trekt straks de deur transfervrij achter zich dicht. Overmars zal die zaakjes anders moeten aanpakken. Zijn bijnaam Marc Netto had hij enkele aan inkomende zijde te danken, want uitgaand leverde hij Ajax een ware goudmijn op.
Of Overmars met de huidige Antwerp-kern financiële mirakelen kan verrichten, is echter zeer de vraag. Manuel Benson en Alhassan Yusuf zijn kandidaten op een mooie transfersom, gezien hun jeugd en degelijke prestaties. Michael Frey is dan weer een geval apart. Technisch doet het wel eens pijn aan de ogen, maar hij legde er dit seizoen wel al meer dan twintig in. Het ijzer smeden als het heet is, lijkt het devies voor deze zomer. Hij moet dus wel een mooie som kunnen opleveren, al zal dat bedrag nooit de dubbele cijfers aantikken. De enige die daar op termijn voor kan zorgen, is waarschijnlijk Michel-Ange Balikwisha. Voorlopig zijn zijn prestaties nog wisselvallig, maar op termijn moet hij voor pakweg twaalf tot vijftien miljoen de deur uit kunnen.
Nieuwe trainer?
Tot slot wordt de eerste serieuze opdracht van Overmars misschien wel de zoektocht naar een ... nieuwe hoofdcoach. Met Brian Priske botert het de laatste maanden immers helemaal niet meer. De scène bij de rust van de stadsderby, toen een briesende Paul Gheysens de kleedkamer binnenstormde en zijn trainer de levieten las, lijkt onherstelbare brokken veroorzaakt te hebben. Een direct ontslag hangt niet meteen meer in de lucht, maar de kans lijkt bijzonder klein dat Priske volgend seizoen nog voor de groep staat.
En dus moet Overmars de volgende weken misschien al stiekem uitkijken naar een opvolger. Wie weet haalt de sportief directeur die wel uit de Eredivisie. Met Fred Rutten, John van den Brom en nu Alfred Schreuder hebben de Nederlandse trainers de weg naar de Jupiler Pro League de laatste jaren gemakkelijke gevonden. Als Overmars iemand nieuw aan boord haalt (uit het noorden of van ergens anders), wordt het uitkijken naar het profiel van die persoon. Uit de Ajax-school, of eerder een trainer die qua vurigheid en karakter past bij de Bosuil? Dat zal de (nabije) toekomst moeten uitwijzen.