De Atlantic League? Het is nu al medelijden met de fans hebben
Het is geen nieuw idee, maar sinds een interview met FC Kopenhagen-directeur Anders Hørsholt is het weer brandend actueel, een Atlantic League. De topclubs van kleinere voetballanden – waaronder België en Nederland – willen samen één competitie gaan vormen. Is dat nu een goed of een slecht idee? VoetbalPrimeur.be zet de pro’s en contra’s op een rij.
In de laatste twintig jaar werden er heel wat ballonnetjes opgelaten om elitecompetities - onder het grote geweld van de Champions League - te vormen. In ons land pleitte ex-Anderlecht-manager Michel Verschueren regelmatig voor een Europese hervorming. In Nederland is iemand als Marco Van Basten al langer voorstander van een BeNe-liga.
Alles voor het geld
Om te beginnen moeten we ons afvragen: waarom zijn clubs als Anderlecht, Club Brugge, Ajax, PSV, Feyenoord (Nederland), Celtic (Schotland), FC Kopenhagen, Malmö FF (Zweden) en Rosenborg (Noorwegen) in een Atlantic League geïnteresseerd? Simpel: geld.
Sinds de hervorming van de Champions Leauge begin van jaren de ’90 van de vorige eeuw zijn al deze clubs Europese meelopers geworden. In de beginjaren konden de Nederlandse clubs de schijn hoog houden, maar na het Arrest-Bosman verdween ook het laatste beetje Europese glans. En zonder glans geen geld.
Wat met lokale sponsors?
Hoe kunnen de clubs geld ontvagen? Ten eerste via sponsorcontracten. Heel wat van de geïnteresseerde clubs lopen met een ‘lokale sponsor’ op de borst of die hun reclame staat langs het veld. Zouden de mensen achter Dafabet (Celtic) en Energie Direct (PSV) het ook maar iets kunnen schelen dat de Belgische of Noorse kijker hun wekelijks ziet in een samenvatting? Nog kleinere lokale sponsor kunnen voor dezelfde reden afhaken. De echte grote jongens genre Fly Emirates en Qatar Airways worden er ook niet door aangetrokken. Die weten wel dat Engelse en Spaanse clubs een pak interessanter blijven. Een eerste minpunt lijkt een feit.
TV-rechten
Wie de Champions League haalt, mag vijftien miljoen euro bijschrijven op de bankrekening. De UEFA kan zich dat eenvoudig permitteren. Jaarlijks strijkt het vanwege uitzendrechten enorme bedragen op.
De ‘kleinere landen’ rekenen daar vast ook op in hun Atlantic League, maar is dat reëel? Momenteel krijgen alle Belgische clubs voor vier seizoenen samen zo’n zeventig miljoen euro van MP&Silva. Dat Italiaanse bedrijf kreeg daarna de beelden niet aan de straatstenen kwijt. Uiteindelijk kreeg elke partij (Telenet, Proximus, VTM en Sporza) een deel van de koek om financieel niet al te veel verlies te lijden.
Maar wie wil straks in ons land de nieuwe competitie uitzenden? De topclubs zullen de hoofdprijs vragen, maar wie is bereid dat te betalen? Bij de openbare omroep moet de broeksriem al aan. Kan VTM de Vlaamse kijker links laten liggen, want fors betalen voor Anderlecht en Club Brugge betekent minder geld voor AA Gent, KRC Genk, Zulte Waregem, KV Oostende, … en die wil het publiek ook zien. In België hebben we nu eenmaal een–onder-de-kerktoren-mentaliteit. Telenet en Proximus kunnen voor hetzelfde geld de Premier League en Primera Division aankopen. Waarom dan veel betalen voor een B-competitie?
Volle versus lege stadions
Dan maar hopen dat er veel publiek naar de matchen komt kijken. Ook die kans is klein. Anderlecht en Club Brugge krijgen de laatste jaren in België en in Europa hun stadions met moeite vol. Duels tegen Qarabag en Kopenhagen lokten amper volk. Ja, spelen door de week en dure ticketprijzen zijn geldige excuses voor de fans, maar die ‘details’ gaan in de nieuwe competitie niet verdwijnen. De kans is groot dat besturen gaan denken: ‘Hé, nu is het tegen Ajax en niet tegen Waasland-Beveren, we mogen doorrekenen.’ De fans zijn de dupe.
De uitvakken mogen ook afgebroken worden. Een keertje naar Amsterdam? Leuk. Een tripje naar Glasgow? Top! Maar dit om de twee weken doen, dat wordt voor de meeste supporters een utopie. Een fan van Anderlecht betaalt nu voor een tripje naar pakweg Mainz 150 euro en is 1,5 dag van huis. Het afhaken gaat snel gebeuren.
Verdwijnen van charme
Anderlecht–Ajax en PSV–Club Brugge zijn één keer leuk, maar niet elk jaar. Het is leuk als de Belgische en Nederlandse ploegen elkaar treffen in Europa. Dan kun je er als fan naar uitkijken. Maar in België merken we het al door de Play-Offs. Gaan we vaker tegen elkaar spelen, dan verdwijnt de charme. Zelfs die van een Anderlecht–Club Brugge.
Verhoogde weerstand
Op zich klinkt dit argument goed, maar waarom moeten we verhoogde weerstand krijgen? Een paar keer spelen tegen Celtic en Kopenhagen doet ons nog niet winnen van Real Madrid in de Champions League. Zijn we dan überhaupt nog wel welkom in de Champions League? Engeland, Spanje, Duitsland en Italië doen er alles aan om de kleintjes buiten te houden. Nu lijken we ze nog een extra stok te geven om ons te slaan.
Onthoofde competities
Als Anderlecht, Club Brugge, Ajax en andere Kopenhagens (deels) uit de landelijke competities stappen, wat stellen die dan nog voor? In de landelijke competities: haken sponsors af, blijven TV-gelden uit, zien stadions er leeg uit en van weerstand is er geen sprake meer. AA Gent, KRC Genk, en andere Charleroi’s gaan niet weten wat hen overkomt.
Ontwikkeling van spelers
Zijn er dan echt geen pro’s? Misschien eentje, de ontwikkeling van spelers. Door te spelen tegen andere ‘topteams’ worden spelers beter. Alleen gaat er ook in de Atlantic League snel een bepaald klassement komen. De ene ploeg bengelt van onder, terwijl de andere jaarlijks bovenaan gaat staan. Hoe gaan de ploegen daar op reageren? Nee, de Atlantic League, het lijkt iets leuk, maar kan wel eens een pijnlijke bedoeling worden.
Lees ook: 'Belgische topclubs willen 'Atlantic League', vertrek uit Pro League nadert'